Suiker slecht

Suiker, de witte sloper?

Suiker, ook bekend als sacharose of sucrose, is een disacharide opgebouwd uit glucose en fructose, met de chemische formule C₁₂H₂₂O₁₁. Net als eiwitten levert suiker 4 kcal per gram, maar waar eiwitten vooral dienen als bouwstof, fungeert suiker voornamelijk als brandstof. Als natuurproduct komt suiker van nature voor in fruit, suikerriet en suikerbiet, maar geraffineerde suiker – beter bekend als tafelsuiker, poedersuiker, of basterdsuiker – wordt royaal toegevoegd aan talloze voedingsmiddelen, zowel door consumenten zelf als door fabrikanten van (ultra)bewerkte producten.

Hoewel iedereen weet dat overmatig suikergebruik slecht is voor je gebit lijkt het erop dat suiker ook je metabole gezondheid fors kan schaden, zeker als er in de eerste levensjaren rijkelijk van het witte goedje wordt geconsumeerd. Een prachtig uitgevoerde studie uit 2024 suggereert zelfs dat minder suikerinname tijdens de zwangerschap en de vroege kindertijd (de cruciale eerste 1000 dagen) indrukwekkende gezondheidsvoordelen kan bieden. Denk aan een 31% lager risico op obesitas, een 25% lagere kans op diabetes type 2 (T2D) en een 15% lagere kans op een hoge bloeddruk. Maar is suiker écht de grootste boosdoener, of is dat te kort door de bocht? Lees verder en ontdek of de nasmaak van suiker echt zo wrang is.

Wat hebben de onderzoekers gedaan?

Om de langetermijneffecten van vroege suikerinname op de metabole gezondheid te onderzoeken, gebruikten onderzoekers een soort van natuurlijk experiment: de suikerrantsoenering in het Verenigd Koninkrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog en het opheffen van de suikerrantsoenering na de Tweede Wereldoorlog. Gedurende de rantsoenering was suiker dus schaars en de gemiddelde consumptie daalde tot GEMIDDELD 41 gram (ongeveer 8 suikerklontjes) per dag per persoon. Na het beëindigen van de rantsoenering verdubbelde dit vrijwel direct naar GEMIDDELD 80 gram per dag per persoon.

De onderzoekers gebruikten gegevens van 60.183 mensen uit de UK Biobank en vergeleken de metabole gezondheid van mensen die in verschillende periodes van rantsoenering werden verwekt en geboren. Sommige mensen maakten van conceptie tot de daarop volgende 1000 dagen een suikerrantsoenering mee. Sommige mensen van maakten van conceptie tot en met het eerste levensjaar suikerrantsoenering mee en sommige mensen werden verwekt na de rantsoenering.

Ze analyseerden hoe deze blootstellingsverschillen aan suiker SAMENHINGEN met obesitas, diabetes type 2 en hoge bloeddruk (hypertensie) op latere leeftijd.

Wrange resultaten

De studie bracht duidelijke verschillen in risico op obesitas, diabetes type 2 en hypertensie aan het licht:

  • Mensen die tijdens zwangerschap en het eerste levensjaar werden blootgesteld aan suikerrantsoenering hadden een 31% lager risico op obesitas, een 25% lager risico op diabetes type 2 en een 15% lager risico op hypertensie.
  • Zelfs een lagere suikerinname alleen tijdens de zwangerschap leidde tot een 13% lager risico op diabetes type 2 en een 8% lager risico op hypertensie.

De effecten waren het sterkst bij mensen die gedurende de gehele rantsoeneringsperiode (zwangerschap + vroege kindertijd) minder suiker consumeerden. Denk aan een 31% lager risico op obesitas, een 25% lagere kans op diabetes type 2 (T2D) en een 15% lagere kans op een hoge bloeddruk. Dit wijst op een cumulatief effect van suikerbeperking op de metabole gezondheid.

Slik niet alles voor zoete koek

Hoewel op basis van deze bevindingen het een goed idee is om de suikerpot (met inhoud) bij het grof vuil te gooien (of hoort suiker in de GFT-bak?), zijn er toch wel een aantal kritische kanttekeningen bij deze studie te plaatsen. Zo is bovenstaande studie een observationele studie, oftewel er is op vaste tijdsmomenten gekeken naar de relatie tussen suikerconsumptie en het voorkomen van bepaalde metabole ziekten gekeken. Het onderzoek toont daarmee een interessant verband aan tussen suikerconsumptie en het voorkomen van metabole ziekten, maar bewijst geen directe oorzaak-gevolgrelatie. Andere factoren, zoals totale calorie-inname kunnen ook van invloed zijn geweest op het wel, of niet ontwikkelen van metabole gezondheid. Het blijkt namelijk zo te zijn dat op het moment dat de suikerrantsoenering werd opgeheven de dagelijkse calorie-inname met toenam. In totaal nam na het opheffen van de suikerrantsoenering de energie-inname met ongeveer 150 kcal meer per dag toe. Het hogere risico op het krijgen van metabole ziekten komt dan niet door de suikerconsumptie, maar door een overmatige calorie-inname.

Ook zijn andere belangrijke factoren die het ontstaan op metabole ziekten beïnvloeden, zoals fysieke activiteit, sociaal-economische status en algemene voedingsgewoonten niet in de analyses meegenomen.

Verder werden er populatiegemiddelden geanalyseerd in plaats van individuele gegevens, huh wat? We leggen het uit. In de studie werd geanalyseerd wat het voorkomen van metabole ziekten was bij de GEHELE populatie die wel en niet werd blootgesteld aan suikerrantsoenering. Er is NIET gekeken of INDIVIDUEN die meer suiker consumeerden ook vaker en eerder metabole ziekten ontwikkelden. Zo is het niet overduidelijk dat een hogere suikerconsumptie metabole ziekten veroorzaakt.

Conclusie: wat kunnen we met deze studie?

De studie biedt interessante inzichten in de mogelijke rol van suikerbeperking in de vroege levensfase, maar het bewijs is verre van sluitend. Het onderzoek toont aan dat suikerbeperking samenhangt met een betere gezondheid op latere leeftijd, maar het is niet bewezen dat suikerconsumptie de enige of belangrijkste oorzaak is voor een slechte metabole gezondheid op latere leeftijd. Dat betekent echter niet dat wij het geen goed idee vinden om het consumeren van tafelsuiker en producten waarin het verwerkt is zoveel mogelijk te beperken. In elke levensfase is het een goed idee om een voedingspatroon te consumeren dat bestaat uit met name onbewerkte producten.