Het menselijk lichaam kent diverse systemen om de tensie te reguleren. Waar reflexmechanismen belangrijk zijn voor de regulatie van de tensie op de korte termijn, wordt de tensie op de lange termijn gereguleerd door de nieren. De nier gebruikt hiervoor het renaal-lichaamsvocht-feedback-systeem en tensie natriuresis en diuresis.
Directe tensieregulatie
Neuronale reflexen reguleren de tensie op korte termijn. De drie neuronale systemen die snel de tensie reguleren zijn:
• Het baroreceptor feedback mechanisme
• Het centrale neuronale ischemische mechanisme
• Het chemoreceptor mechanisme
Deze mechanismen reageren niet alleen binnen seconden, maar zijn ook nog eens krachtig in het voorkomen van sterke schommelingen van de tensie.
Middellange tensie regulatie
De volgende mechanismen reguleren de tensie in een periode van minuten tot uren. Wederom zijn dit drie mechanismen:
• Het Renine-Angiotensine (RAAS) vasoconstrictor mechanisme
• Stress-ontspanningsmechanisme van de bloedvaten
• Verplaatsing van vocht over de capillaire wand (in/uit de circulatie om het bloedvolume te corrigeren)
Het stress-ontspanningsmechanisme van de vaten kan als volgt worden uitgelegd; wanneer de tensie in de bloedvaten stijgt, rekken de bloedvaten. Tensieverlaging is het resultaat. Hier wordt later in het artikel uitgebreider op in gegaan.
Verplaatsing van vocht over het capillair kan het bloedvolume doen toe- of afnemen, om zo de tensie te doen toe- of afnemen.
Lange termijnregulatie van de tensie behelst de regulatie van de vochtbalans door de nieren
De nieren reguleren de arteriële tensie op lange termijn. De nieren reageren uiteindelijk wel zeer krachtig. Zo lang de nierfunctie normaal is, zijn veranderingen in totale perifere weerstand bijna niet van invloed op de tensie.
Renale uitscheiding van zout en water is in balans met de inname van zout en water. De uitscheiding van zout en water wordt gereguleerd door de nieren. De uitscheiding van zout en water stopt niet, voordat de arteriële tensie normaal (93mmHg) is. Twee factoren beïnvloeden de arteriële tensie:
• De renale uitscheiding van zout en water
• De inname van zout en water.
Een positieve vochtbalans laat de arteriële tensie toenemen. Dit gaat op de volgende wijze:
Toegenomen hoeveelheid extracellulair vocht en bloedvolume, laat de circalutoire vullingsdruk toenemen. Een toegenomen vullingsdruk, verhoogt het veneuze aanbod van bloed aan het hart. Dit verhoogt het HartMinuutVolume. Het toegenomen HartMinuutVolume verhoogt de arteriële tensie. Wanneer de zout- en waterinname toenemen gebeurt er het volgende in het lichaam; extracellulair volume en bloedvolume nemen toe; toegenomen bloedvolume verhoogt de gemiddelde circulatoire vullingsdruk, veneuze aanbod van bloed en het HartMinuutVolume. Gedurende de eerste dag na toegenomen zout en waterinname daalt de totale perifere weerstand. Na een aantal dagen stijgt het HartMinuutVolume en de totale perifere weerstand. Wanneer de arteriële tensie stijgt, scheiden de nieren middels toegenomen diuresis en natriuresis extra vocht en zout uit.
Angiotensine II en Aldosteron en de regulatie van de tensie
Wanneer de tensie op lange termijn teveel zakt, kan de tensie toenemen door het Angiotensine II-Aldosteron systeem. De nieren scheiden de nieren renine uit. Renine activeert het Renine-Angiotensine-systeem (RAS), wat de tensie op verschillende manieren laat stijgen:
• Daling van arteriële tensie stimuleert de secretie van renine door de juxtaglomulaire cellen van de nieren.
• Renine katalyseert de omzetting van Angiotensinogeen tot Angiotensine I.
• Angiotensine I wordt door de nieren en longen omgezet tot Angiotensine II.
• Angiotensine II is een zeer potente vasoconstrictor.
• Agiotensine II verlaagt de uitscheiding en verhoogt de reabsorptie van zout en water door de nieren.
• Angiotensine II stimuleert de secretie Aldosteron door de bijnieren.
• Aldosteron verhoogt de reabsorptie van zout en water door de nieren.
Hypertensie bestaat wanneer de diastolische en systolische tensie groter zijn dan 90 en 135 mmHg. Hypertensie verkort de levensverwachting op drie manieren:
• Hogere werklast van het hart vergroot de kans op coronaire hartziekten.
• Hypertensie vergroot de kans op een hersenbloeding.
• Hypertensie kan leiden tot nierfalen.
Volume-hypertensie kan voorkomen bij patiënten die dialyse ondergaan. Ook kan een toegenomen Aldosteronsecretie leiden tot hypertensie.
Samengevat begint de regulatie van de arteriële tensie met neuronale reflexen, gevolgd door tensie-regulatie op de middellange termijn en wordt gestabiliseerd door de nieren op lange termijn.
Bronnen:
JE. Hall, 2006, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2007, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2007, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings