Diabetes mellitus type 2 ontstaat door onvoldoende insulineproductie door de β-cellen van de eilandjes van Langerhans van de pancreas en/of door een onvoldoende gevoeligheid (insulineresistentie) van lichaamscellen (spiercellen en vetcellen) om glucose vanuit het bloed op te nemen. In Nederland is meer dan 90% van alle diabetes mellitus gevallen diabetes mellitus type 2. De meeste gevallen van diabetes mellitus type 2 ontstaan na het 40ste levensjaar. In de laatste decennia ontstaat door de overgewichtepidemie op steeds jongere leeftijd diabetes. Zo hebben kinderen met extreem overgewicht een veel grotere kans op het krijgen van diabetes mellitus 2. Risicofactoren voor het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2 zijn overgewicht, veel buikvet, inactiviteit, zwangerschapsdiabetes, etniciteit, hoge bloeddruk en erfelijkheid. Veel van deze risicofactoren zijn echter te veranderen. Zo zorgt afvallen en meer bewegen voor een afname van het risico op het krijgen van diabetes mellitus.
Overgewicht en obesitas
Overgewicht (BMI tussen de 25 en 30) en obesitas (BMI groter dan 30) en dan met name abdominaal overgewicht (veel buikvet) en abdominale obesitas (zeer veel buikvet) vergroten de kans op het krijgen van suikerziekte zeer sterk. Buikvet geeft namelijk ontstekingsfactoren af die ervoor zorgen dat insulineresistentie optreedt. Daarnaast zet buikvet glucose om in lactaat en wordt het glucose niet meer verbrand of opgeslagen. Lactaat is een belangrijke stof voor de gluconeogenese van de lever en nieren. Gluconeogenese is de nieuwvorming en dus de productie van glucose door de lever en nieren. Lactaat wordt dus door de lever en nieren omgezet in glucose. Hierdoor blijft de bloedglucosespiegel hoog.
Inactiviteit, niet/weinig bewegen of sporten
Bewegen en sporten zorgen ervoor dat de spiercellen en vetcellen, maar ook de levercellen sneller en meer glucose opnemen uit het bloed als reactie op de insuline-afgifte van de pancreas. Er is dus minder insuline nodig om veel glucose in de lichaamscellen te krijgen. Het gunstige effect van veel bewegen is onafhankelijk van lichaamsgewicht (hoeveelheid lichaamsvet). Mensen die dus te zwaar zijn, maar veel bewegen hebben een lager risico op het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2 dan mensen die weinig bewegen.
Inactiviteit heeft een tegengesteld effect. Mensen die inactief zijn worden insulineresistent. Door inactiviteit worden de spieren en vetcellen minder gevoelig voor insuline en er is steeds meer insuline nodig om glucose op te nemen uit het bloed.
Eerstegraadfamililid met diabetes mellitus type 2
Diabetes mellitus type 2 lijkt voor een deel erfelijk. Wanneer een ouder en/of broer en/of zus diabetes mellitus type 2 heeft, is de kans groter om ook diabetes mellitus type 2 te ontwikkelen. Het effect van erfelijkheid op het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2 wordt echter getriggerd door een slechte leefstijl. Mensen die dus erfelijk belast zijn voor het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2 maar gezond leven zullen niet snel diabetes mellitus type 2 ontwikkelen.
Behorend tot een etnische groep met een groter risico op diabetes mellitus type 2
Sommige etnische groepen in Nederland hebben een groter risico op het krijgen van diabetes mellitus type 2. Deze etnische groepen met een verhoogd risico op diabetes mellitus type 2 zijn Turken, Marokkanen, Surinamers en Hindoestanen.
Bevallen van een baby zwaarder dan 4 kilo en/of zwangerschapsdiabetes
Het ontstaan van zwangerschapsdiabetes en/of een bevallen zijn van een baby van meer dan 8-9 pond vergroot het risico op het krijgen van diabetes mellitus type 2. Bij het ontstaan van zwangerschapsdiabetes lijkt er echter een grote relatie met overgewicht te bestaan. Veel vrouwen die zwangerschapsdiabetes ontwikkelen, hebben ook overgewicht.
Vrouwen met zwangerschapsdiabetes zijn al minder gevoelig voor insuline en/of produceren al minder insuline. Het krijgen van een baby van meer dan 8 pond kan een indicatie zijn dat de zwangere meer insuline produceert door de insulineresistentie. Insuline is namelijk een anabool hormoon dat ervoor zorgt dat de baby sterk groeit in de baarmoeder.
Hoge bloeddruk, hypertensie
Een hoge bloeddruk (onderdruk groter dan 90 mm Hg en bovendruk groter dan 140 mm Hg) vergroot de kans op het krijgen van diabetes mellitus type 2. Dit komt omdat een hoge bloeddruk vaak een indicatie is voor een minder goede doorbloeding door spieren en vetcellen. Een minder goede doorbloeding door deze weefsels zorgt ervoor dat minder goed glucose door deze weefsels kan worden opgenomen.
Metabool syndroom, glucose-intolerantie
Metabool syndroom is vaak een voorbode voor het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2. Metabool syndroom is geen ziekte op zich, maar een combinatie van een 3 of meer ziekten en/of symptomen. Deze ziekten zijn:
- Abdominaal vet (veel buikvet) gemeten door een middelomtrek gelijk, of groter dan 102 cm bij mannen en 88 cm bij vrouwen
- Onderdruk groter dan 85 mm Hg en bovendruk groter dan 135 mm Hg, of medicatie voor een hoge bloeddruk
- Veel vet (triglyceriden; TG) in het bloed, meer dan 1,7 mmol TG in het bloed
HDL (goed cholesterol) lager dan 1,04 mmol voor een man en lager dan 1,30 mmol voor een vrouw - Nuchtere bloedglucosewaarde groter dan 5,6 mmol/L en kleiner dan 7,0 mmol/L
Bronnen:
William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia