Bindweefsel is een van de vier weefseltypen. Naast bindweefsel bestaan er ook nog de weefsels epitheelweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel. Alle weefsels bestaan uit cellen en matrix die in een verschillende verhouding voorkomen. Bindweefsel bevat over het algemeen veel matrix en weinig cellen. De matrix bestaat uit grondsubstantie en eiwitten. De eiwitten van bindweefsel zijn vaak collagene en elastische vezels. Er bestaan zeer veel soorten bindweefsel met allemaal een andere bouw en functie.
Algemene opbouw en soorten bindweefsel
Alle bindweefsels hebben het embryonale mesenchymweefsel als oorsprong en hebben een uitgebreide matrix. Bindweefsel bestaat meer uit matrix, dan uit cellen. De matrix bestaat vaak uit grondsubstantie en vezels. Daarnaast bevatten bijna alle bindweefsel met uitzondering van het kraakbeenweefsel bloedvaten.
Er bestaan zeer veel verschillende soorten bindweefsel. De soorten bindweefsel zijn:
- Algemene losmazige bindweefsel
- Algemene vezelige bindweefsel
- Kraakbeen
- Botweefsel
- Bloed
De functies van bindweefsel zijn:
- Verbinden van weefsels
- Ondersteuning bieden
- Opslag van energie en mineralen
- Isolatie
- Transport
- Immuniteit
De bouw en functie van de verschillende soorten bindweefsel worden hieronder verder beschreven.
Bouw en functie van het algemene losmazige bindweefsel[/H]
Het algemene losmazige bindweefsel heeft een verdere onderverdeling in drie soorten. Deze drie soorten algemene losmazige bindweefsel zijn:
- Areolaire bindweefsel
- Adipocytaire bindweefsel (vetweefsel)
- Reticulaire bindweefsel
Hieronder wordt de bouw en functie van de drie soorten van algemene losmazige bindweefsel beschreven.
Areolaire bindweefsel
Areolaire bindweefsel bevat weinig cellen en veel matrix. De vezels van de matrix zijn niet netjes gerangschikt. Het grootste deel van de matrix bestaat uit grondsubstantie; een gelachtige stof. Hyaluronzuur van de grondsubstantie bindt water waardoor de grondsubstantie gelachtig wordt.
Areolair bindweefsel komt het meeste voor van alle bindweefsels in het lichaam.
Areolair bindweefsel is een belangrijke opslagplaats van water, zouten en vet. Eigenlijk is het adipocytaire bindweefsel een subtype van het areolair bindweefsel.
Adipocytaire bindweefsel (vetweefsel)
Vetweefsel is eigenlijk een subtype van het areolaire bindweefsel. Het vetweefsel heeft echter een veel groter aantal adipocyten (vetcellen). Vetweefsel bestaat voor bijna 100% uit vetcellen en vet. Vetweefsel is tussen de organen (visceraal) en onder de huid (subcutaan) opgeslagen. Het opgeslagen vet in het vetweefsel dient als brandstof. Het vetweefsel dient verder als isolatielaag en stootkussen.
Er bestaan twee soorten vetweefsel; wit vetweefsel en bruin vetweefsel. Bruin vetweefsel komt alleen bij babies en zeer jonge kinderen voor. Bruin vetweefsel bevat veel mitochondriën en is goed in staat om warmte op te wekken. Babies en jonge kinderen zijn namelijk nog niet in gaat staat om zichzelf warm te houden. Het bruine vetweefsel zorgt bij een dreigende dalin van de lichaamstemperatuur voor het opwekken van warmte.
Reticulaire bindweefsel (netvormig bindweefsel)
Het reticulaire bindweefsel is eigenlijk ook een subtype van het areolaire bindweefsel. De vezels van het reticulaire bindweefsel zijn bijna allemaal reticulaire vezels. Reticulair bindweefsel komt voor in de lymfeknopen, milt en beenmerg.
Algemene vezelige bindweefsel
Het algemene vezelige bindweefsel heeft een onderverdeling in twee soorten. Deze twee soorten algemene vezelige bindweefsel zijn:
- Vezelig regelmatige bindweefsel
- Vezelige onregelmatige bindweefsel
Hieronder wordt de bouw en functie van het algemene vezelige bindweefsel beschreven.
Vezelig regelmatige bindweefsel
Vezelig regelmatig bindweefsel bestaat uit cellen die fibroblasten worden genoemd en matrix. De matrix bestaat uit grondsubstantie en vezels. De vezels van vezelig regelmatig bindweefsel zijn collageenvezels type 1 die netjes zijn gerangschikt. Collageenvezels type 1 zijn zeer trekvast. De bloedvoorziening van vezelig regelmatig bindweefsel is matig, hierdoor herstelt dit type bindweefsel langzaam. Vezelig regelmatig bindweefsel komt voor in kapsels en ligamenten van gewrichten en pezen en aponeurozen (peesplaten) van spieren. Vezelig regelmatig bindweefsel bevat bijna geen elastische vezels.
Vezelige onregelmatige bindweefsel
Vezelig onregelmatig bindweefsel bestaat ook uit fibroblasten en matrix. De matrix bestaat eveneens uit grondsubstantie en vezels, maar de vezels zijn niet netjes gerangschikt. De vezels zijn in verschillende richtingen gerangschikt, zodat rek vanuit verschillende richtingen opgevangen kan worden. Het vezelige onregelmatige bindweefsel bestaat niet alleen uit type 1 collageen vezels, maar kan ook uit elastische vezels en type 3 collageenvezels. Vezelig onregelmatig bindweefsel komt bijvoorbeeld voor in de huid en de fascia van spieren.
Bouw en functie van het kraakbeenweefsel
Het kraakbeenweefsel heeft een onderverdeling in drie soorten. Deze drie soorten kraakbeenweefsel zijn:
- Hyalien kraakbeen
- Elastisch kraakbeen
- Fibreus (vezelig) kraakbeen
Hieronder wordt de bouw en functie van de drie soorten kraakbeen beschreven.
Hyalien kraakbeen
Hyalien kraakbeen lijkt erg op glas en wordt daarom ook wel glasachtig kraakbeen genoemd. Zoals elk soort kraakbeen bevat hyalien kraakbeen cellen die chondroblasten (chondroblast is een kraakbeenweefselproducerende cel) en chondrocyten (chondrocyt is een volwassen kraakbeencel). Naast chondroblasten en chondrocyten bevat de matrix van kraakbeenweefsel veel water (80% van het kraakbeen is water) die vast wordt gehouden door mucoproteïnen. Ook bevat hyalien kraakbeen veel collageenvezels. Hyalien kraakbeen geef structuur aan de neus. Verder komt het voor in het strottenhoofd en de gewrichten tussen de costae (ribben) en sternum (borstbeen). Hyalien laat nog wat beweging toe, maar veert weer terug in de oorspronkelijke vorm.
Elastisch kraakbeen
Elastisch kraakbeen lijkt sterk op hyalien kraakbeen, maar bevat naast collagene ook elastisch vezels. Omdat elastisch kraakbeen ook elastische vezels bevat, is het een stuk elastischer dan hyalien kraakbeen. Elastisch kraakbeen komt onder andere voor in de oren.
Fibreus (vezelig) kraakbeen
Zoals de naam al aangeeft, bevat vezelig kraakbeen veel trekvaste vezels. Het fibreuze kraakbeen komt door zijn trekvaste eigenschappen veel voor op plaatsen waar weerstand aan compressie geboden moet worden. Fibreus kraakbeen weefsel komt onder andere voor in de menisci en interverterbrale disci (tussenwervelschijven).
Bouw en functie van botweefsel
Het kraakbeenweefsel heeft een onderverdeling in twee soorten. Deze twee soorten kraakbeenweefsel zijn:
- Intramembraneus (endesmaal) botweefsel
- Endochondraal botweefsel
Hieronder wordt de bouw en functie van de twee soorten botweefsel beschreven.
Intramembraneus (endesmaal) botweefsel
Botvorming kan op twee manieren geschieden. Intramembraneuze en endochondrale ossificatie zijn de twee botvormende processen. Intramembraneuze botvorming komt alleen voor in de schedelbeenderen en na een fractuur (breuk) in andere beenderen. Intramembraneus bot ontstaat vanuit vezelige vliezen die membranen worden genoemd. De schedel geeft de hersenen bescherming en vormt aanhechtingsplaatsen voor de spieren die de schedel kunnen bewegen.
Endochondraal botweefsel
Endochondraal bot wordt gevormd uit hyalien kraakbeenweefsel. Tijdens en na de foetale ontwikkeling, vormen zich ossificatiekernen (verbeningskernen) in het skelet wat bijna geheel uit hyalien kraakbeen bestaat. Het hyaliene kraakbeen wordt langszaam omgezet in beenweefsel. Het skelet vormt een opslagplaats voor calcium, geeft bescherming en vorm aan het lichaam en maakt beweging mogelijk.
Bouw en functie van bloed
Bloed bestaat uit cellen (rode en witte bloedcellen) en plasma met daarin opgeloste organische en anorganische stoffen. In Bloed; de bestanddelen van het bloed wordt de samenstelling en functie van bloed verder toegelicht.
Bronnen:
JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings