Angst zaaien over zaadolie deel 4: Misverstanden over het Minnesota Coronary Experiment

Je hebt het misschien wel gehoord in een YouTube-filmpje of podcast: “zaadolie verhoogt je kans op een hartaanval” of “omega-6 is gevaarlijk voor je hart”. Klinkt heftig. En vaak wordt dan de Minnesota Coronary Experiment (MCE) erbij gesleept als zogenaamd bewijs. Maar hoe zit dat nou echt? Wat zegt deze roemruchte studie uit de jaren zestig eigenlijk over zaadolie? En kunnen we daar vandaag de dag nog iets zinnigs uit halen?

Dit is alweer het vierde deel in onze serie over zaadolie-paniek. In het vorige deel fileerden we de Sydney Heart Study. Nu is de MCE aan de beurt. De MCE was een AANVANKELIJKE grootschalige voedingsstudie waarin onderzoekers een extreem dieet met veel omega-6 vetzuren testten – met kunstmatige melk, nepkaas en speciaal gefabriceerde margarine. Wat bleek? Het cholesterol daalde bij de deelnemers van de interventiegroep, maar het aantal hartaanvallen niet. Reden om zaadolie te verbannen uit je voedingspatroon? Niet als je kijkt naar de beperkingen van de studie. In dit artikel duiken we samen in wat deze studie nou echt onderzocht, waarom het allemaal niet zo zwart-wit is, en wat jij als fitnesser hiervan kunt leren.

Wat was de MCE?

De MCE was op het eerste gezicht een van de grootste dieetstudies ooit, uitgevoerd in de jaren zestig in psychiatrische instellingen en verpleeghuizen in Minnesota. In totaal deden AANVANKELIJK meer dan 9.400 mensen mee, variërend van 20 tot 97 jaar oud. Het doel? Onderzoeken wat er gebeurt als je verzadigd vet (zoals uit boter, spek en kaas) vervangt door meervoudig onverzadigde vetzuren, met name uit maisolie. De interventiegroep kreeg een speciaal dieet waarin verzadigd vet werd vervangen door maisolie en margarine op basis van maisolie. En niet zomaar margarine: het was een speciale, zacht gehydrogeneerde variant, bedoeld om minder transvet te bevatten. Omdat de onderzoekers alle verzadigde vetten wilden vervangen, gingen ze ver: melk, kaas en vlees werden kunstmatig nagemaakt, waarbij het dierlijke vet werd verwijderd en vervangen door maisolie. Kortom: een soort voedingswetenschappelijk Frankenstein-dieet dat bol stond van de sterk bewerkte producten.

Wat vonden de onderzoekers?

De interventiegroep had een duidelijke daling in cholesterol: gemiddeld 13% lager dan de controlegroep. Maar… dit leidde niet tot minder hartaanvallen of sterfte tijdens de onderzoeksperiode. In tegendeel: bij oudere deelnemers leek een grotere daling in cholesterol zelfs samen te hangen met een hogere sterfte. Klinkt alarmerend, maar hier moeten we verder graven. Deze resultaten werden pas in 2016 volledig gepubliceerd – bijna 50 jaar na de originele studie. De heranalyse door Ramsden en collega’s in het BMJ concludeerde dat er geen sterftevoordeel was van het Frankenstein-dieet, en stelde de vraag of het vervangen van verzadigd vet door linolzuur wel zo verstandig is. Maar daarmee is het verhaal nog niet klaar.

Een studie vol gebreken

Het klinkt indrukwekkend: 9.400 deelnemers. Maar die grote aantallen verbloemen een groot probleem: het gros van de deelnemers bleef maar heel kort in de studie. Slechts 25% bleef een jaar op het dieet, en de mediane deelname was ongeveer één jaar. Dat is veel te kort om zinvolle conclusies te trekken over het effect van een voedingspatroon op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Wil een voedingspatroon effect hebben op hart en bloedvaten, dan moeten mensen langdurig het desbetreffende voedingspatroon volhouden. Je kan niet zeggen dat één jaar een voedingspatroon volhouden harde conclusies oplevert. Dat zou hetzelfde zijn als zeggen dat open vuur geen risico op brandwonden geeft op basis van je vinger snel door een vlam van een kaars halen. Maar waarom was de onderzoeksperiode zo kort? Veel patiënten verlieten de psychiatrische instellingen. Daardoor bleef er van de oorspronkelijke grootschalige opzet weinig over. De beoogde langdurige interventie veranderde in een onsamenhangend kortetermijnproject. De studie was feitelijk een mislukking en voegt niets toe aan onze kennis over de langetermijneffecten van voeding op hartziekten.

Een onrealistisch dieet

Een ander probleem van de studie was het kunstmatige voedingspatroon van de interventiegroep. Niemand eet van nature zoals in de MCE. Vijftien tot 20% van de totale calorie-inname bestond uit linolzuur. Dat lukte overigens alleen met extreme voedselvervangers en ver doorgevoerde dieetcontrole. Het interventiedieet was dus totaal geen weerspiegeling van hoe mensen normaal eten. En het dieet had nauwelijks omega-3 vetzuren, omdat bij het verwijderen van dierlijke vetten ook die werden uitgesloten. Het resultaat: een kunstmatige voeding met veel omega-6, weinig omega-3. Geen wonder dat dit geen wondermiddel was tegen hartziekten.

Kip of ei

De MCE leek aan te tonen dat het verlagen van het cholesterolgehalte in het bloed bij mensen ouder dan 65 jaar leidde tot een hogere sterfte door ALLE oorzaken, ongeacht het dieet. Het is belangrijk om te begrijpen dat voor deze leeftijdsgroep een lager cholesterolniveau vaak niet duidt op gezondere bloedvaten, maar juist op een onderliggend gezondheidsprobleem, zoals bij kanker of andere ziektes al aanwezig kan zijn. Daarnaast is het zeer onwaarschijnlijk dat het verlagen van het LDL-C het risico op overlijden aan ALLE oorzaken vergroot (zoals bijvoorbeeld fracturen, brandwonden, et cetera). Het verlagen van het LDL-C vergroot dus bijvoorbeeld niet het risico op kanker, maar kanker verlaagt het LDL-C.

Waarom de resultaten niet schokkend zijn

De MCE toonde geen verschil in sterfte of hartaanvallen tussen de groepen. Dat klinkt als een tegenvaller voor zaadolie, maar is eigenlijk precies wat je zou verwachten bij zo’n korte interventieperiode. De overlevingscurves begonnen pas aan het eind een beetje uiteen te lopen, maar toen waren er al zoveel deelnemers weggevallen dat die data niet meer betrouwbaar waren. Bovendien zijn er talloze andere factoren in instellingen die invloed kunnen hebben op de uitkomsten: infecties, roken, medicijngebruik, beperkte beweging – allemaal zaken die mogelijk sterker doorwerken dan een verandering in vetinname. En het cholesterol daalde wél – iets dat doorgaans in verband wordt gebracht met minder hart- en vaatziekten op lange termijn.

Wat kun jij hier als fitnesser mee?

Als jij gezond te leven, dan eet je waarschijnlijk heel anders dan de proefpersonen in deze studie. Je eet verse groente en fruit, met voldoende magere eiwitproducten en gezonde vetten. De meeste richtlijnen adviseren om verzadigd vet deels te vervangen door onverzadigde vetten, bijvoorbeeld uit olijfolie, noten, avocado’s en ja, ook zonnebloem, of maisolie. Dat hoeft echt niet in extreme hoeveelheden.

En dus…

De MCE is geen bewijs dat zaadolie slecht is. Het laat vooral zien hoe moeilijk het is om langdurige dieetstudies goed uit te voeren. Deelnemers vielen massaal uit, het dieet was kunstmatig en onrealistisch, en de tijdspanne veel te kort om harde conclusies te trekken over hartziekten. Wat je hier wél uit kunt halen: je hoeft niet bang te zijn voor een beetje omega-6. Niemand adviseert om 20% van je calorieën uit maisolie te halen. Zaadolie past prima in een gebalanceerd dieet. En het cholesterolverlagende effect van onverzadigde vetten is goed onderbouwd, in veel betere studies  dan deze. Dus laat je niet gek maken door losse uitspraken over ‘gevaarlijke’ zaadolie. Kijk naar het geheel, eet gevarieerd, en laat je niet misleiden door extreme voorbeelden uit de jaren zestig.

Wil je fit worden zonder fratsen. Bestel dan Fit zonder fratsen hier. Of klik op het boek hieronder: