Binnen vele sporten is een goed ontwikkeld anaeroob vermogen zeer belangrijk. Bijvoorbeeld bij alle sprintsporten, bodybuilding en krachtsporten, maar ook spelsporten, zoals voetbal en tennis is het anaerobe vermogen prestatiebepalend. Het anaerobe vermogen kan onderverdeeld worden in het zeer kortdurende anaerobe en het kortdurende anaerobe vermogen. Het zeer kortdurende anaerobe vermogen is afhankelijk van het ATP-CrP-systeem en kan getest worden met bijvoorbeeld een verticale en sargent sprong. Het kortdurende anaerobe vermogen is afhankelijk van de anaerobe glycolyse en kan getest worden met de Wingate Anaerobic Test.
Het anaerobe vermogen kan met laboratorium- en veldtesten getest worden
Zeer kortdurende maximale explosieve inspanning van maximaal zes seconden is afhankelijk van energieleverantie door het ATP-CrP-systeem. Inspanning die langer duurt dan zes seconden, maar nog steeds een zeer hoge intensiteit heeft is steeds meer afhankelijk van het anaerobe glycolytische energiesysteem. De capaciteit van beide energiesystemen kan getest worden met laboratoriumtesten en veldtesten. Voor de veldtesten om de capaciteit van het ATP-CrP-systeem te testen, worden twee aannames gedaan:
- Alle ATP die geleverd wordt, wordt geleverd door het ATP-CrP-systeem
- Het ATP-CrP-systeem levert de enige ATP voor maximale inspanning van maximaal zes seconden
Het ATP-CrP-systeem wordt met zeer kortdurende maximale testen in kaart gebracht
Vermogen (in het Engels Power) is de hoeveelheid arbeid die binnen een bepaalde tijd kan worden verricht en wordt uitgedrukt in Watts. Het maximale vermogen van het ATP-CrP-systeem kan getest worden met testen die niet langer dan zes tot acht seconden duren. Voorbeelden van zeer kortdurende anaerobe testen waarmee het maximale vermogen van het ATP-CrP-systeem getest kan worden, zijn:
- Verticale sprong
- Sargent sprong
- Margaria step–running-test
- Sprinttesten
De mate waarin iemand scoort op een zeer kortdurende anaerobe test, is niet alleen afhankelijk van de capaciteit van het ATP-CrP-systeem, maar ook van de specificiteit van de test en de mate waarin iemand voluit durft te gaan.
Het anaerobe lactische energiesysteem wordt met kortdurende maximale testen in kaart gebracht
Inspanning die zeer afhankelijk is van energieleverantie door het anaerobe lactische energiesysteem heeft een zeer intensief karakter en duurt langer dan acht seconden en korter dan drie minuten. Een inspanningstest die het anaerobe lactische vermogen test, moet dus ook deze eigenschappen hebben. Een voorbeeld van een inspanningstest die aan deze eisen voldoet, is bijvoorbeeld de Wingate Anaerobic Test (WAnT). Ook de steep-RAMP-test voldoet aan deze eisen. Echter ook de sportinspanning zelf kan als test dienen.
Het testresultaat van een kortdurende maximale inspanningstest is niet alleen afhankelijk van het anaerobe lactische vermogen, maar ook van:
- Leeftijd, doorgaans durven jongvolwassenen dieper te gaan dan ouderen, waardoor jongvolwassenen een beter testresultaat hebben, dan ouderen
- Geslacht, doorgaans gaan mannen dieper dan vrouwen
- Motivatie, zeer gemotiveerde mensen behalen betere resultaten, dan ongemotiveerde mensen
Het daadwerkelijks anaerobe lactische vermogen is afhankelijk van de volgende factoren:
- De grootte van de glycogeenvoorraad. Een grote glycogeenvoorraad betekent dat er veel substraat is voor de glycolyse. Doorgaans hebben goed getrainde atleten de capaciteit om een grote glycogeenvoorraad aan te leggen. Kinderen hebben doorgaans een kleine glycogeenvoorraad
- Spiermassa. Mensen met veel spiermassa hebben doorgaans een groter anaeroob lactisch vermogen wanneer wordt gekeken naar totaal vermogen. Wanneer echter het anaeroob lactisch vermogen wordt per kilogram lichaamsgewicht vervalt dit verschil
- Type IIA en type IIB spiervezels hebben een goed ontwikkeld anaeroob lactisch energiesysteem. Mensen met veel type IIA en type IIB-spiervezels hebben een groot anaeroob lactisch vermogen
Tijdens de verschillende inspanningstesten kan ook het lactaatgehalte van het bloed beoordeeld worden door een klein druppeltje bloed af te nemen door middel van een vingerprik. Mensen met een groot anaeroob lactisch vermogen kunnen ontzettend veel lactaat opbouwen in het bloed.
Bronnen:
William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia