RSI is de afkorting voor Repetitive Strain Injury en CANS staat voor Complaints of Arm Neck and Shoulder. Vroeger werd RSI ook wel een muisarm genoemd. Mensen die veel beeldschermwerk (achter de computer zitten) verrichten en repeterende bewegingen uitvoeren, hebben een groter risico op het ontwikkelen van RSI. RSI is een verzamelnaam voor alle klachten, symptomen en syndromen die voorkomen aan nek, armen, handen, vingers, ellebogen en schouders. Mensen met RSI hebben onder andere pijnklachten aan de nek, schouder(s), armen en handen. Een integrale behandeling is het effectiefst in de behandeling van RSI.
Wat zijn oorzaken van RSI?
Het krijgen van RSI hangt van meerdere factoren af deze factoren worden risicofactoren genoemd. Rsicofactoren voor het ontwikkelen van RSI zijn grofweg in drie groepen te verdelen. Deze groepen zijn persoonsgebonden factoren, activiteitgebonden factoren en omgevingsgebonden factoren. Een sterk perfectionistische plichtsgetrouwe gemotiveerde persoonlijkheid is bijvoorbeeld een persoonsgebonden factor die het risico op het ontwikkelen van RSI vergroot. Ook een slechte conditie is een persoonsgebonden risicofactor. Repeterende bewegingen in een statische houding is een acitiviteitgebonden risicofactor voor het ontwikkelen van RSI. Verder zijn werkstress, werkdruk en weinig zeggenschap voorbeelden van omgevingsgebonden risicofactoren. RSI komt verder meer bij vrouwen, dan bij mannen voor. Ook komt RSI meer voor bij jongeren, metselaars, inpakkers, beeldschermwerkers, slagers.
Wat zijn symptomen van RSI?
Bij RSI is er sprake van pijn, stijfheid, onhandigheid, krachtsverlies en tintelingen (doof gevoel) in het nek-schoudergebied, de armen, handen en vingers. De klachten kunnen aan 1 kant voorkomen, maar ook aan beide zijden van het lichaam. De ontwikkeling van klachten bij RSI zijn onder te verdelen in 3 fasen. In fase 1 is er sprake van beginnende klachten. In fase 2 is er sprake van toegenomen klachten en in fase 3 is er sprake van het RSI-syndroom. De relatie tussen oorzaak en pijn is in fase 1 nog duidelijk. In fase 3 is er geen duidelijke relatie meer tussen oorzaak en pijn. In fase 1 verdwijnen de klachten tijdens rust. In fase 2 duurt herstel langer en treden klachten sneller weer op en in fase 3 verdwijnen de klachten niet meer en is er dus continue pijn. In elke fase is herstel mogelijk. In fase 3 kan het herstel echter lang duren.
Hoe verloopt de behandeling van RSI?
Lichte RSI-klachten gaan bij de meeste mensen relatief snel over. De prognose van lichte RSI-klachten is goed. Bij ernstige RSI-klachten is het herstel ook goed, maar kan het herstel erg lang duren. Tijdig ingrijpen is het devies bij beginnende RSI-klachten. Bij beginnende RSI-klachten is het belangrijk regelmatig pauzes (micropauzes, kleine en grote pauzes) te nemen, voldoende afwisseling in werk aan te brengen, stress te reduceren, de werkplek en werkhouding goed in te richten en in te stellen en op een andere manier met werk om te gaan. Bij RSI-klachten werkt een interdisciplinaire integrale aanpak het beste. In een integrale aanpak wordt niet alleen aandacht besteed aan de fysieke component, maar ook aan de gedragsmatige en psychische component van RSI.
Bronnen:
www.ggdgezondheidsinfo.nl
www.medicinfo.nl
www.rsi-vereniging.nl
www.fysiowarmond.nl
www.fysiopedia.nl