De aders vervoeren het bloed vanuit de capillairen richting het hart. Ondanks dat de bloeddruk in de venen laag is, is de terugstroom van bloed relatief snel. Uiteindelijk komt al het bloed van de venen in de onderste en bovenste holle ader terecht. Deze aders monden uit in de rechter boezem van het hart. In de aders komen kleppen voor. De kleppen zorgen ervoor dat bloedstroom alleen richting het hart gaat en niet terugstroomt. Bij spataders zijn een of meer kleppen van de aders beschadigd. Hierdoor kan bloed wel terugstromen en uiteindelijk door uitzetting de ader beschadigen. Naast dat spataders lelijk kunnen zijn, kunnen ze ook pijnklachten geven en zelfs ontstoken raken (flebitis). Risicofactoren voor een spatader zijn vrouwelijk geslacht, veel staan, een trombosebeen en veel statische kracht zetten. Spataders kunnen operatief worden verwijderd, dichtgebrand, dichtgelijmd, weggespoten worden.
Het veneuze systeem (venulen en venen)
De capillairen voorzien de weefsels van zuurstof en voedingsstoffen. De weefsels geven op hun beurt koolstofdioxide, afvalstoffen en warmte af aan het bloed in de capillairen. De capillairen monden uit in de kleinste venen (aders). Deze kleinste venen waarin de capillairen uitmonden worden venulen genoemd. De venulen monden in iets grotere venen uit. De iets grotere venen monden uit in grote diepe en oppervlakkige venen. Uiteindelijk monden alle venen uit in de twee grootste venen van het lichaam. Deze twee grootste zijn de onderste en bovenste holle ader (vena cava inferior en superior).
De onderste en bovenste holle ader monden vervolgens uit in de rechter boezem van het hart. In de onderste holle ader komt al het veneus bloed terecht vanuit de benen, heup en buik. In de bovenste holle ader komt al het veneus bloed terecht vanuit het hoofd, nek, thorax, schouders, armen en buikwand. Alle venen van het lichaam verzamelen het bloed en vervoeren het bloed vervolgens naar het hart.
Oppervlakkige en diepe venen (aders)
In het lichaam komen er oppervlakkige en diepe venen voor. Deze oppervlakkige en diepe venen spelen een belangrijke rol samen met de oppervlakkige en diepe slagaders en capillaire bed in de thermoregulatie (temperatuurregulatie van het lichaam). Wanneer de lichaamstemperatuur stijgt, openen de oppervlakkige slagaders, capillairen en venen. Hierdoor kan warmte via het bloed worden afgegeven aan de huid. Wanneer de lichaamstemperatuur dreigt te dalen, sluiten de oppervlakkige slagaders, capillairen en venen. Hierdoor wordt minder warmte via het bloed worden afgegeven aan de huid en blijft de warmte behouden voor de lichaamskern.
Kleppen in aders en veneuze terugvloed
In de aders komen kleppen voor. Deze kleppen laten wel bloedstroom toe richting het hart, maar verhinderen terugstroom van het bloed. Hierdoor kan het bloed in de venen alleen richting het hart stromen. Naast de kleppen zorgt de adembeweging voor onderdruk in de borstkas voor een aanzuigende werking van het bloed richting het hart en wordt de bloedstroom van de venen richting het hart gestimuleerd. Verder zorgen spiersamentrekkingen van de skeletspieren voor het leegpersen van de aders die door de spieren lopen. Door deze spiersamentrekkingen wordt het bloed richting het hart geperst. Ook komen er gladde kringspieren om de venen voor. Deze kringspieren trekken ook samen als er rek op de ader komt. Hierdoor wordt ook de ader leeg geperst en de bloedstroom richting het hart gestimuleerd.
Ondanks dat de bloeddruk in het veneuze systeem zeer laag is, is er dankzij genoemde vier factoren een relatief snelle bloedtoevoer richting het hart.
Spataders (varicose venen)
Zoals eerder beschreven komen er in de aders kleppen voor. Deze kleppen zijn met name belangrijk in de venen die bloed vervoeren richting het hart tegen de zwaartekracht in. Deze kleppen kunnen beschadigen waardoor ze de ader niet goed afsluiten. Hierdoor stroomt bloed terug en kan bloed zich ophopen in de ader. Hierdoor enorm uitzetten en uiteindelijk beschadigen en minder goed de functie uitvoeren, waardoor nog meer bloed ophoopt. Spataders komen vaak voor in de oppervlakkige venen en kunnen ontsierend, maar ook pijnlijk zijn. Soms kan zelfs de spatader ontstoken raken. Een ontstoken ader wordt een flebitis genoemd.
Oorzaken voor spataders
De risicofactoren en oorzaken voor spataders zijn:
- Veel staan, zodat de aders overbelast raken
- Veel statische kracht uitvoeren, zodat de aanzuigende werking van de borstkas wordt tegengegaan
- Trombosebeen
- Vrouwelijk geslacht. Hier lijkt een relatie te zijn met pilgebruik en zwangerschappen
Behandeling van spataders
Regelmatig dynamisch bewegen, zoals wandelen, hardlopen, joggen, dynamische krachttraining en fietsen kan niet het ontstaan van spataders, maar wel de klachten verminderen. Ook steunkousen kunnen de pijnklachten verminderen. Statische krachttraining wordt ontraden, omdat dit juist de druk in de ader laat toenemen.
Soms is echter verwijdering van spataders nodig. Spataders kunnen operatief worden verwijderd, dichtgebrand, dichtgelijmd, of weggespoten worden.
Bronnen:
William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia