De wetenschapsalmanak; deel 4, dierstudies en ex-vivo onderzoek

In de vorige delen van de Wetenschapsalmanak hebben we verschillende kanten van wetenschappelijk onderzoek verkend. In deel 1 beschreven we hoe wetenschappelijke zoekmachines werken en hoe je daarmee relevante informatie kunt vinden. In deel 2 beschreven we de narratieve reviews. Narratieve reviews zijn wetenschappelijke artikelen, waarmee de auteur literatuur die hij relevant vindt over een bepaald onderwerp overzichtelijk probeert samen te vatten. In deel 3 beschreven we wat case reports zijn. Nu, in deel 4, richten we onze blik op dierstudies en ex vivo onderzoek. Wat voor type onderzoek is dat nu eigenlijk? En wat zijn de sterke punten en beperkingen van dit type onderzoek? Ook zoomen we in op het praktische nut van dit type onderzoek binnen de wereld van (sport)voeding, training en gezondheid.

Wat zijn dierstudies?

Het begrip in vivo betekent letterlijk ‘binnen het levende’ en verwijst naar studies die worden uitgevoerd op complete, levende organismen. Dierstudies zijn een typisch voorbeeld van dit type onderzoek. Ze bieden wetenschappers een uitzonderlijk hoge mate van controle over alle aspecten van het leven van de proefdieren. Denk hierbij aan hun slaapritme, beweeg- en voedingspatroon en de genetische aanleg voor bepaalde uitkomsten. Dankzij deze controle kunnen onderzoekers sterke oorzakelijke verbanden leggen tussen een experimentele behandeling en de uitkomst.

Maar deze mate van controle heeft echter wel een nadeel. Hoewel dierstudies veel inzicht geven in bepaalde fysiologische processen, is de generaliseerbaarheid van de bevindingen naar mensen matig.

Daarnaast roept het gebruik van proefdieren ethische vragen op, en de resultaten zijn vaak afhankelijk van hoe dicht het onderzoek bij de natuurlijke omstandigheden staat. Bijvoorbeeld: een proefdier dat beter presteert op een looprad na een koolhydraatrijk dieet, biedt zeker een bepaald inzicht, maar dat wil niet zeggen dat ook mensen een groter aeroob vermogen krijgen na gebruik van een koolhydraatrijk dieet.

Wat is een ex-vivo onderzoek?

Bij ex-vivo onderzoek wordt onderzoek gedaan op biologisch materiaal dat uit een dier, of mens is gehaald, maar buiten het lichaam wordt bestudeerd. Dit biedt onderzoekers uitzonderlijke controle over de omstandigheden, omdat ze specifieke aspecten van het experiment nauwkeurig kunnen manipuleren. Zo kan een spiercel worden geïsoleerd en vervolgens worden blootgesteld aan het magische poeder creatine-monohydraat. Zo kan nauwkeurig worden onderzocht hoe de spiercel reageert op creatine-monohydraat.

Het voordeel van ex vivo-studies is dat ze zeer precieze en gedetailleerde inzichten bieden. Onderzoekers kunnen factoren zoals de blootstellingsduur, de concentratie van bijvoorbeeld creatine-monohydraat en andere omgevingscondities exact instellen. Dit maakt het mogelijk om sterke oorzakelijke verbanden aan te tonen tussen een interventie en een reactie.

Tegelijkertijd hebben ex vivo-studies beperkingen. Hoewel de gecontroleerde omgeving nuttig is om gerichte vragen te beantwoorden, mist deze aanpak vaak de complexiteit van een volledig organisme. Een reactie die zichtbaar is in een geïsoleerde cel of spier zegt niet automatisch iets over hoe een lichaam als geheel zou reageren en de resultaten die je vindt in een ex-vivo onderzoek mag je dan ook niet zomaar vertalen naar totaal lichaamsniveau.

Kortom, ex vivo-studies zijn een krachtig hulpmiddel om specifieke processen en mechanismen te onderzoeken, maar ze moeten worden aangevuld met andere onderzoeksmethoden om een volledig beeld te krijgen van hoe het lichaam reageert op trainings- en voedingsinterventies.

En dus…

Dierstudies en ex vivo-studies bieden waardevolle inzichten in de effecten van voeding, training en gezondheidsinterventies op het lichaam. Als coach, personal trainer, diëtist, fysiotherapeut, atleet en geïnteresseerde kun je deze kennis gebruiken om trends en bepaalde fysiologische processen beter te begrijpen. Zo kunnen dierstudies inzicht geven in de invloed van voedingsstoffen en trainingsprogramma’s op herstel, spiergroei en energiemetabolisme bij het onderzochte dier. Hetzelfde geldt voor ex-vivo onderzoek. Het is echter belangrijk om de beperkingen van deze studies in acht te nemen. Resultaten uit laboratoria of diermodellen vertalen zich niet altijd rechtstreeks naar de complexe realiteit van menselijke lichamen. Gebruik deze bevindingen daarom als basis voor verdere verkenning over een bepaald onderwerp en niet meer dan dat.

Wil je fit worden zonder fratsen. Bestel dan Fit zonder fratsen hier. Of klik op het boek hieronder: