Alcohol is bij een bepaalde inname een giftige stof. Chronisch alcoholmisbruik vergroot de kans op het ontwikkelen van levercirrose, leverkanker, lever-, pancreas- en maagontsteking, hoge bloeddruk, hartziekten en een hersenbloeding. Er wordt geen aanbeveling gedaan voor alcoholinname. Een alcoholinname van hooguit 1-2 standaardglazen alcohol per dag voor mannen en 1 standaardglas alcohol per dag vrouwen is nog acceptabel. Een deel van de gedronken alcohol wordt al opgenomen door de maag. Alcohol kan op twee verschillende manieren worden afgebroken. Bij een lage alcoholinname treedt het trage systeem in werking. Bij een hoge alcoholinname treedt het snelle MEOS in werking.
Wat is een alcoholische consumptie?
Alcoholconsumptie wordt gemeten met standaardglazen. Een standaardglas levert altijd dezelfde hoeveelheid alcohol. Een standaardglas van bijvoorbeeld bier (5% alcohol), levert evenveel alcohol als een standaardglas whisky (40%). Hieronder worden de verschillende standaardglazen van verschillende soorten alcoholische dranken gegeven:
- Bier 250 milliliter (ml)
- Wijn 100 ml
- Sterke drank 35 ml
Opname van alcohol
Een deel van de gedronken alcohol wordt al opgenomen door de cellen van de maag. De maag kan echter alleen alcohol opnemen wanneer er geen voedsel in de maag aanwezig is. Dit verklaart waarom mensen sneller dronken worden wanneer zij niets hebben gedronken. De alcohol wordt dan immers sneller opgenomen. Het grootste deel van de ingenomen alcohol wordt echter opgenomen door de dunne darm.
Van de opgenomen alcohol verlaat ongeveer 5% het lichaam direct via de urine, zweet en de longen. Dat alcohol ook het lichaam verlaat via de longen is te ruiken aan de adem. Ongeveer 95% van de ingenomen alcohol wordt afgebroken door de lever.
Chemie en stofwisseling van alcohol
Er bestaan verschillende alcoholen. In de volksmond wordt met alcohol ethanol bedoeld. Ethanol is de alcohol die voorkomt in alcoholische dranken. Alcohol lijkt chemisch gezien het meeste op koolhydraten. De afbraaksnelheid van alcohol is afhankelijk van geslacht, leeftijd en lichaamsgewicht. Jonge mannen met een hoog lichaamsgewicht breken alcohol sneller af, dan oudere lichte vrouwen. Jonge zware mannen kunnen dus meer alcohol tolereren, dan oude lichte vrouwen.
Chemisch lijkt alcohol het meeste op koolhydraten de stofwisseling van alcohol lijkt echter het meeste op de stofwisseling van vetten. Alcohol wordt bij een lage alcoholinname omgezet in acetylCoA dat in de citroenzuurcyclus en electronentransportsysteem energie levert, of kan worden omgezet in vet. Er zijn echter twee verschillende stofwisselingsroutes voor alcohol. Een stofwisselingsroute treedt in werking bij een laag alcoholpromillage van het bloed. De andere stofwisselingsroute treedt in werking bij een hoog alcoholpromillage van het bloed.
Afbraak van alcohol bij een laag alcoholpromillage
Bij een lage alcoholconsumptie wordt alcohol hetzelfde afgebroken als vet. Het alcohol wordt omgezet in acetylCoA. Het acetylCoA kan verder verbrand worden, maar ook worden omgezet in vet. Bij een lage alcoholinname heeft de lever ongeveer 60 tot 90 minuten nodig om een alcoholconsumptie af te breken. In deze route van alcoholafbraak levert alcohol energie. De andere route van alcoholafbraak die in werking treedt bij een hoge alcoholconsumptie breekt alcohol sneller af en vraagt juist energie.
Afbraak van alcohol bij een hoog alcoholpromillage
Bij een hoge alcoholinname treedt het Microsomale Ethanal Oxiderend Systeem (MEOS) in werking. Dit systeem vraagt energie in de vorm van NADPH om alcohol af te breken en de alcohol levert dan geen energie. Dit verklaart waarom zware alcoholisten juist afvallen in plaats van aankomen. Op basis van de dagelijkse calorie-inname door alcoholinname zou je verwachten dat alcoholisten veel zwaarder zouden zijn.
Aziatische mensen missen soms een gen waardoor ze niet de enzymen van het MEOS hebben. Hierdoor kunnen sommige Aziatische mensen alcohol minder goed afbreken en kunnen zij sneller een alcoholvergiftiging oplopen.
Bronnen:
William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2013) Sports and Exercise Nutrition, LWW Philadelphia