In de gluconeogenese kan glucose worden opgebouwd uit andere stoffen dan koolhydraten. In de gluconeogenese worden lactaat, glycerol en glucogene aminozuren omgezet in glucose. Twee speciale vormen van de gluconeogenese zijn de alanine-cyclus en de cori-cyclus. In de alanine-cyclus wordt alanine omgezet in glucose en in de cori-cyclus wordt lactaat omgezet in glucose. Beide processen vinden plaats in de lever kosten energie (ATP). Omdat de verwerking van lactaat tot glucose energie kost, kan hiervan gebruik worden gemaakt bij afvalprogramma’s. Intensieve trainingsprogramma’s (bijvoorbeeld Insanity) waarbij veel lactaat wordt gevormd, veroorzaken een hoger energiegebruik, waardoor het afvallen makkelijker wordt.
Alanine-cyclus; vorming van glucose uit alanine
Bij de glycolyse kan er naast lactaat ook alanine ontstaan. In de cellen kan namelijk in de glycolyse ontstane pyruvaat met het enzym alanine-aminotransferase worden omgezet in alanine. Het ontstane alanine wordt in de lever vervolgens gedeamineerd (stikstofgroep wordt verwijderd). Bij het deamineren ontstaat wederom pyruvaat. Het ontstane pyruvaat wordt in de lever omgezet in glucose.
De alanine-cyclus is een energievragend (kost ATP) proces. Het deamineren van alanine kost namelijk 4 ATP en het omzetten van pyruvaat in glucose kost 6 ATP. Het anaeroob verwerken van glucose levert 2 ATP op. Netto kost de alanine-cyclus 8 ATP.
Ondanks dat de alanine-cyclus energie kost, is het om drie redenen een belangrijk proces voor het lichaam. De glucogene eigenschappen blijven namelijk behouden van alanine. Glucose is een schaarse stof wat het lichaam graag wil behouden. Daarnaast verzuren de weefsels niet als de alanine vormen. Dit betekent dat de glycolyse langer door kan blijven lopen. Tenslotte vervoert alanine ook ammonium naar de lever. In de lever kan ammonium worden omgezet in ureum en uitgescheiden worden met de urine.
Cori-cyclus; vorming van glucose uit lactaat
Bij de glycolyse kan lactaat worden gevormd. Bij de vorming van lactaat ontstaan er ook waterstofionen. De vorming van waterstofionen remmen de glycolyse, waardoor de cel geen energie meer kan produceren. Verwerking van lactaat gebeurt ook in de lever. Het lactaat wordt samen met de waterstofionen afgegeven aan het bloed. De waterstofionen worden gebufferd door waterstofbicarbonaat en verder verwerkt tot water en koolstofdioxide. Het lactaat is evenals alanine een stof met glucogene eigenschappen die het lichaam niet verloren wil laten gaan. In de lever wordt lactaat eerst omgevormd tot pyruvaat. De vorming van glucose uit 2 pyruvaatmoleculen kost 6 ATP. In de glycolyse levert de afbraak van glucose 2 ATP. Netto kost de Cori-cyclus 4 ATP.
Ondanks dat de Cori-cyclus energie kost, is het om drie redenen een belangrijk proces. Ten eerste blijven de glucogene eigenschappen van glucose behouden. Zoals eerder gezegd is glucose een schaarse stof. Ten tweede zorgt de Cori-cyclus ervoor dat de glycolyse langer door kan blijven lopen en dus de weefsels ATP voor hun energiebehoefte kunnen blijven produceren. Ten derde zorgt de Cori-cyclus ervoor dat een overmaat van glucose verwerkt kan worden.
Intensief trainen en afvallen
Van de Cori-cyclus kan gebruik worden gemaakt bij afvalprogramma’s. De Cori-cyclus wordt ingeschakeld bij intensieve trainingen. Door de Cori-cyclus wordt er met trainingen meer energie gebruikt. Immers bij de vorming van 2 ATP moet het lichaam 6 ATP investeren. Bij zeer intensieve trainingen, waarbij regelmatig verzuring optreedt, wordt veel energie gebruikt. Hierdoor raken mensen sneller in een negatieve energiebalans en wordt afvallen makkelijker. Van het principe van de Cori-cyclus wordt gebruik gemaakt in de volgende trainingsprogramma’s:
- Insanity
- Asylum
- Tabata
- Crossfit
- Gladiator trainingen
- Bootcamp
Met deze trainingsvormen wordt, mits men voluit traint, in korte tijd veel energie gebruikt.
Bronnen:
JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings