Springen voor een betere botgezondheid

De onderste en bovenste spronggewrichten respectievelijk de articulatio talocruralis en articulatio talocalcaneonavicularis verbinden je onderbeen met je voet. Deze gewrichten, samen met vele andere gewrichten heb je nodig om te kunnen springen. Toch gebruiken we deze gewrichten bar weinig voor waar hun naam zegt waarvoor we deze gewrichten zouden moeten gebruiken; springen! En dat is jammer want springen is zoals je wellicht weet goed voor je conditie. Om die reden is touwtje springen een staple voor boksers die in training zijn. Springen is echter niet alleen goed voor boksers die ringconditie nodig hebben. Ook de botgezondheid gaat een sprong voorwaarts door regelmatig te springen. Om die reden is regelmatig springen niet alleen goed voor boksers, maar eigenlijk ook voor andere atleten en alle andere mensen die niet intensief aan sport doen. Dat ontdekten althans Nijmeegs-Maastrichtse bewegingswetenschappers. Werken aan je botgezondheid is belangrijk, omdat een tanende botgezondheid, tot botontkalking (osteoporose) met vervelende botbreuken als gevolg kan leiden. Veel voorkomende botbreuken die als gevolg van botontkalking optreden, zijn bijvoorbeeld een heup-, wervel- en polsbreuk.

Wat hebben de wetenschappers gedaan en wat waren de belangrijkste bevindingen?

De wetenschappers wilden graag weten of tweemaal daags 5 minuten sprongoefeningen doen tot meer botvorming leidt, dan eenmaal daags 5 minuten sprongoefeningen doen. Omdat sprongoefeningen een type fysieke inspanning is dat de botvorming stimuleert, wilden de wetenschappers graag weten of een dubbele dosis springen tot meer botvorming leidt, dan een enkele dosis springen. Ook wilde de wetenschappers weten of de inname van collageeneiwit voor inspanning de botvorming extra stimuleert. Aangezien collageeneiwit een belangrijk bestanddeel van bindweefsel en dus ook beenderen is, wilden de wetenschappers ook graag weten of collageeneiwitinname tot meer botvorming leidt, dan een isocalorische (zelfde aantal calorieën) placebodrank.

Om hun onderzoeksvragen te beantwoorden wierven wetenschappers 14 gezonde jonge mannen (24 +/- 4 jaar, BMI 22.0 +/- 2.1 kg/m2). Na een uitgebreide screening volgden de mannen een trainingsperiode van 3 x 3 dagen. Tussen de 3 trainingsperioden zat overigens telkens 10 dagen. De 3 trainingsperioden die de proefpersonen in willekeurige volgorde deden bestond uit:

  1. 55 minuten na inname van een placebodrank 5 minuten sprongoefeningen doen;
  2. 55 minuten na inname van drank met 20 gram collageen 5 minuten sprongoefeningen doen en;
  3. Twee maal daags 55 minuten na inname van drank met 20 gram collageen 5 minuten sprongoefeningen doen.

Om te meten in hoeverre de netto botvorming werd gestimuleerd werden markers voor botvorming (procollageen peptide type 1 N-terminaal; P1NP) en botresorptie (crosslinking telopeptide type I collageen; CTX-1) op verschillende tijdstippen in het bloed bepaald. Botresorptie is kort door de bocht een maat voor botafbraak. Als overigens P1NP toeneemt en CTX-1 afneemt, weet je dat de netto botvorming wordt gestimuleerd.

Bij alle drie de trainingsperioden namen P1NP-waarden toe. Er was echter geen verschil in P1NP-waarden te vinden tussen de verschillende trainingsperioden. Dan de CTX-1-waarden. In de periode na de inname van de verschillende dranken nam de CTX-1 waarden ongeveer met 50% af. Ook hier was er weer geen verschil tussen de verschillende trainingsperioden te vinden. Bij alle drie de condities nam de netto botvorming dus evenveel toe. Twee keer 5 minuten springen, of het innemen van collageeneiwit leidt dus niet tot meer botvorming, dan 1 keer per dag springen en het innemen van een placebodrank.

En dus….

De bevindingen van zijn goed nieuws voor atleten die extreem veel gewichtsdragende fysieke inspanning doen? Wablief, gewichtsdragende fysieke inspanning? Gewichtsdragende fysieke inspanning is fysieke inspanning waarbij er weinig schokbelasting op het skelet is. Voorbeelden van gewichtsdragende inspanning zijn onder andere zwemmen en wielrennen. Het doen van veel gewichtsdragende inspanning is geassocieerd met botontkalking. Dat ontdekten dezelfde wetenschappers in een groot observationeel onderzoek waarbij zij de botdichtheid van 93 mannelijke en vrouwelijke (ex)profwielrenners onderzochten. Daarnaast lijken veganisten extra gevoelig te zijn voor botontkalking. Het dagelijks doen van een beperkte hoeveelheid sprongvormen, is een kleine inspanning om de botvorming een flinke boost te geven.

Naast voldoende geschikte fysieke belasting stimuleert een voldoende calorie-, calcium-, vitamine D- en K en eiwitinname tot botvorming.