Werking van insuline en glucagon

Glucose is een belangrijke brandstof voor het menselijk lichaam. Het glucose in het bloed moet binnen nauwe grenzen worden gehouden. De bloedglucosespiegel wordt gereguleerd door twee hormonen; insuline en glucagon. Beide hormonen worden door bepaalde cellen van de Eilandjes van Langerhans van de alvleesklier geproduceerd en aan het bloed afgegeven.

De alvleesklier en insuline en glucagon

De alvleesklier ligt links in de buikholte onder en achter de maag. De alvleesklier is een exocriene klier. Als exocriene klier geeft het spijsverteringssappen af aan het darmkanaal. De alvleesklier is echter ook een endocriene klier. Als endocriene klier geeft het hormonen af die belangrijk zijn de homeostase van de bloedglucose. Insuline wordt door de alvleesklier afgegeven wanneer de bloedglucosespiegel te hoog dreigt te worden. Glucagon wordt door de alvleesklier afgegeven wanneer de bloedglucosespiegel te laag dreigt te worden.

Insuline

Insuline wordt geproduceerd door de bètacellen van de Eilandjes van Langerhans. Wanneer de bloedglucosespiegel te hoog dreigt te worden (2 uur na de maaltijd 8mmol/l) geeft de alvleesklier insuline aan het bloed af. Insuline zorgt ervoor dat bijna alle cellen glucose uit het bloed opnemen en verbranden of opslaan in de vorm van glycogeen. Glycogeen is een koolhydraat wat uit glucose bestaat en ligt opgeslagen in de spieren en lever. Wanneer de cel glucose verbrandt, stopt de afbraak van vetten en aminozuren in de cellen. Niet alle cellen hebben insuline nodig om glucose uit het bloed op te nemen. Rode bloedcellen, neuronen, dekweefselcellen van de nierbuisjes en het spijsverteringskanaal hebben geen insuline nodig om glucose uit het bloed op te nemen.
Insuline is echter niet alleen een hormoon wat invloed heeft op de bloedglucosespiegel. Insuline zorgt er ook voor dat eiwitten uit aminozuren worden opgebouwd en vetten uit vetzuren en glycerol. Insuline is dus een zeer belangrijk anabool hormoon. Insuline zorgt er voor dat lichaamsweefsels worden opgebouwd.

Glucagon
Wanneer de bloedglucosespiegel te laag dreigt te worden, produceren de alfacellen van de Eilandjes van Langerhans glucagon. Glucagon zorgt ervoor dat leverglycogeen wordt afgebroken tot glucose. Glucose wordt vervolgens aan het bloed afgegeven. Hierdoor stijgt de bloedglucosespiegel weer. Glucagon zorgt er ook voor dat vet in de vetcellen wordt afgebroken en dat vetzuren aan het bloed worden afgegeven. Ook wordt glycogeen in de spieren tot glucose afgebroken. De afbraak van vet tot vetzuren en de afbraak van spierglycogeen tot glucose heeft tot gevolg dat minder bloedglucose wordt gebruikt. Hierdoor kan de bloedglucosespiegel sneller stijgen. Glucagon is katabool hormoon.

Diabetes mellitus
Diabetes mellitus (ook wel suikerziekte genoemd) is een chronische aandoening. Diabetes mellitus komt in twee verschillende vormen voor. Type 1 diabetes kenmerkt zich door het afwezig zijn van insulineproductie door de alvleesklier. Type 1 diabetes komt voor op jeugdige leeftijd. Mensen met type 1 diabetes moeten exogeen insuline spuiten om de bloedglucosespiegel binnen normale grenzen houden. Type 2 diabetes kenmerkt zich in het beginstadium door een grotere insulineproductie. Later is de insulineproductie afgenomen. Spier- en vetweefsel is minder gevoelig voor insuline bij mensen met type 2 diabetes. Hierdoor moeten mensen met type 2 diabetes orale medicatie gebruiken of insuline spuiten. Mensen met type 2 diabetes moeten vaak orale medicatie gebruiken om de insulinegevoeligheid te stimuleren. Overgewicht en obesitas vormen een risico voor het krijgen van type 2 diabetes. Regelmatig bewegen/sporten en gezond eten kan type 2 diabetes verbeteren. Diabetes mellitus vormt een risico voor het krijgen van hart- en vaatziekten.

Bronnen:

JE. Hall, 2006, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology,  Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2007, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2007, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings