Bij de samensmelting van een zaadcel in een eicel ontstaat nieuw leven. Dit nieuwe leven zal zich gaan ontwikkelen tot een mens. Dit artikel gaat in op de ontwikkeling van specifieke stelsels van de mens. Het gaat over de ontwikkeling van het spijsverteringsstelsel, het urinewegstelsel, het ademhalingsstelsel en de huid.
Ontwikkeling spijsverteringsstelsel
Het maag- en darmkanaal ontwikkelt zich uit een rechte, open buis die van kop- naar staartgebied loopt bij een embryo van vier weken oud. Deze zogenaamde oerdarm, staat aanvankelijk via een gang in verbinding met de dooierzak. Er worden een voor-, midden, en einddarm onderscheiden aan deze oerdarm. Uit de voordarm ontwikkelt zich de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm. Uit de middendarm ontwikkelt zich de dunne darm en ongeveer de helft van de dikke darm. Uit de einddarm ontwikkelt zich de overige delen van de dikke darm. De lever ontwikkelt zich uit een uitstulpsel van de voordarm in een hoog tempo vanaf de 3e week. In de 10e week maakt de lever ongeveer 10% van het lichaamsgewicht van de embryo uit. De lever is relatief opvallend groot, dit heeft te maken met de bloedvormende functie van de lever, die dan op volle toeren draait. Bij de geboorte is het aandeel van de lever in het lichaamsgewicht nog maar 5%.
Ontwikkeling urinewegstelsel
De ontwikkeling van het urinewegstelsel gaat in drie stadia. In het eerste stadium (2e – 4e week) ontstaan eerst primitieve nierbuisjes tegen de achterwand van de embryonale lichaamsholte, deze vergrooien tot een gezamenlijke afvoerbuis. Dan ontwikkelen zich er twee voornieren, maar deze zijn tegen het einde van de 4e week al weer verdwenen. Tijdens het tweede stadium (3e – 9e week) ontwikkelen zich de oernieren. Op dat moment bestaat er al een afvoerbuis, deze wordt ook de buis van Wolff genoemd. Deze mondt uit in een verwijding. Op deze holte sluit ook het eind van de oerdarm aan. Aan het eind van de tweede maand verdwijnen ook de oerdarmen weer, de buis van Wolff blijft wel. Uiteindelijk ontwikkelt zich achter tegen de buikwand de definitieve nier. Dit is het derde stadium. In dit stadium worden ook het nierbekken en de nierkelken gevormd. Bij een vrouwelijke embryo verdwijnt nu ook de buis van Wolff. Bij een mannelijke embryo ontwikkelt deze zich tot zaadleider.
Ontwikkeling ademhalingsstelsel
Vanaf de 4e week van de embryonale ontwikkeling ontstaat het ademhalingstelsel uit een uitstulpsel van de voordarm. De open verbinding tussen de zich ontwikkelde luchtpijp en de zich ontwikkelde slokdarm wordt door een tussenschot gescheiden. De groeiende luchtpijp vorm links en rechts een uitstulpsel, dit zijn de longknoppen. De linker longknop splits zich in twee takken. De rechterlongknop splitst zich in drie takken. Deze takken zijn de hoofdbronchiën. Tegen het einde van de 6e maand ontplooien de uiteinden van de kleine vertakkingen van de bronchiën zich en vormen de longblaasjes. Tegelijk hiermee worden de bijbehorende bloedvaten gevormd. Zoals de longcapillairen.
Ontwikkeling huid
Uit het ectoderm (een van de drie kiemschijven) ontwikkelt zich de huid. Slechts uit een laag epitheelcellen bestaat de huid van een embryo die een paar weken oud is. In de tweede maand verandert dit en gaan de epitheelcellen zich snel delen zodat er meerder lagen cellen ontstaan. Aan het begin van de 5e maand zijn uiteindelijk de epidermislagen aanwezig.
Bronnen:
William J. Larsen, Human Embryology, Churchill Livingstone (2001), Philadelphia