Glaucoom, openkamerhoekglaucoom, risicofactoren, klachten en behandeling

De precieze definitie van glaucoom is; “Chronische progressieve anterieure opticusneuropathie met karakteristieke excavatie van de papil en daarbij horende typische gezichtsvelduitval”. Dit wil zeggen dat het een chronische aandoening is waarbij er sprake is van schade aan de oogzenuw en dat daarbij vaak een “uitholling” van de oogzenuw gezien wordt en een karakteristieke gezichtsvelduitval.

Glaucoom
Zoals net al in de inleiding verteld is glaucoom een chronische progressieve anterieure opticusneuropathie met karakteristieke excavatie van de papil met typische gezichtsvelduitval. Bij glaucoom wordt vaak een trias (drie symptomen) gezien van verschijnselen die typisch zijn voor glaucoom. Dat zijn; papil-excavatie, wat wil zeggen dat er sprake is van een soort “uitholling” van de nervus opticus (de oogzenuw), gezichtsvelduitval en een hoge oogdruk (>21mmHg). De incidentie van glaucoom is ongeveer 1 per 1000 bij mensen ouder dan 40 jaar.

De oogdruk
De vorm van het oog wordt in stand gehouden door het glasachtig lichaam en door de druk van het kamerwater. Het kamerwater wordt geproduceerd in het corpus ciliare, dit is de plek waar de ophangvezels van de lens aanhechten. Het oogkamervocht legt een bepaalde route af voordat het afgevoerd wordt. De route van het oogkamervocht is als volgt: Het wordt geproduceerd in het corpus ciliare vanuit daar gaat het naar de achterste oogkamer waar het vervolgens door de pupil naar de voorste oogkamer waar het door het trabekelsysteem gevoerd wordt om daarna in de sinus venosus sclerae (kanaal van Sclemm) opgenomen te worden, vanuit daar wordt het oogkamerwater opgenomen door naburige venen. De oogdruk wordt bepaald door de balans tussen de aanmaak en afvoer van het kamerwater. Normaal is de oogdruk tussen de 10 en 22 mm Hg.

Risicofactoren glaucoom
Er zijn verschillende risicofactoren voor het ontwikkelen van glaucoom, hieronder volgt een overzicht:
• Een verhoogde intraoculairedruk (deze is gemiddeld 16 mmHg en verhoogd wanneer hij > 21 mmHg. Er is een dag- en nachtritme waarbij de druk +/-  2 mmHg kan verschillen)
• Wanneer men een myopie heeft van > 6 dioptrieën
• Mensen met hart- en vaatziekten
• Mensen met diabetes mellitus
• Mensen van het negroïde ras
• Stoornissen in de doorbloeding van de oogzenuw
• Het hebben van een oudere  leeftijd
• Het hebben van een positieve familie anamnese

Classificatie van glaucoom
Er zijn verschillende vormen van glaucoom met elk hun eigen oorzaak. Zo heb je het openkamerhoekglaucoom en het geslotenkamerhoekglaucoom, de congenitale vorm (aangeboren) van glaucoom en secundair glaucoom.

Openkamerhoekglaucoom
Het openkamerhoekglaucoom is de meest voorkomende vorm van glaucoom.  Er zijn verschillende subgroepen van het openkamerhoekglaucoom; het primair openkamerhoekglaucoom, het normaledrukglaucoom (hierbij is er geen sprake van een verhoogde oogdruk), oculaire hypertensie (hierbij is de oogdruk bij herhaling verhoogd maar is er sprake van een normale palil en gezichtsveld) en glaucoomverdacht (hierbij is er sprake van een voor glaucoom verdachte excavatie van de papil maar is er een normaal gezichtsveld)

Oorzaak van openkamerhoekglaucoom
Bij het openkamerhoekglaucoom is de voorste oogkamerhoek wijd open. De oorzaak is gelegen in de weerstand voor kamerwater ligt t.h.v. het trabekelsysteem of verder in het afvoersysteem. Door deze weerstand kan het kamerwater niet goed afgevoerd worden en kan er een verhoogde oogdruk ontstaan.

Klachten openkamerhoekglaucoom
Mensen die een openkamerhoekglaucoom hebben, hebben vaak geen tot milde klachten. Er is geen sprake van pijnklachten. De gezichtsvelduitval is meestal mid-periferie. Het gezichtsveld uitval is vaak in 1e instantie asymmetrisch. Mensen hebben in het begin meestal geen klachten van de gezichtsvelduitval. Men krijgt vaak pas klachten wanneer er nog maar een kokervisie over is. De schade die aangericht wordt bij een openkamerhoekglaucoom is onomkeerbaar.

Behandeling van openkamerhoekglaucoom
Het doel van de behandeling is het afremmen/stoppen van de progressie van het gezichtsvelduitval. Dit kan men doen door de oogdruk te verlagen, door remming van de aanmaak van het kamerwater of door een verbetering van de afvoer. Dit kan men doen met een medicamenteuze behandeling. Er zijn 5 groepen medicijnen geschikt voor dit doel, hieronder staat een overzicht met hun werking:

Medicijn

Werking

Bèta-blokkers

Remming aanmaak

Adrenerge agonisten

Remming aanmaak/toename afvoer

Carboanhydraseremmers

Remming aanmaak

Prostaglandineagonisten

Toename afvoer

Parasympathicomimetica

Toename afvoer

Bronnen:
JS Stilma, Th B Voorn, Oogheelkunde, Bohn stafleu van Loghum (2002), houten