Dit artikel geeft een kort overzicht van urineweginfecties bij kinderen. Het volgende komt aan bod in dit artikel; enkele mogelijke oorzaken, mogelijke ziekteverwekkers, symptomen passend bij de verschillende leeftijdsgroepen, de diagnose en de behandeling van urineweginfecties bij kinderen.
Urineweginfecties
Bij kinderen worden regelmatig urineweginfecties gezien. Bij meisjes komen urineweginfecties bij ongeveer 1% voor, bij jongetjes is dit ongeveer 0,03%. De oorzaak van het ontstaan van een urineweginfectie is meestal een retrograde infectie (infectie van bacterien uit het lichaam) met bacteriën uit de darm die de huid perianaal (rond de anus) besmetten. Bij jongetjes komen urineweginfecties veel minder voor als bij meisjes. Dit komt omdat de plasbuis, de urethra, van jongetjes veel langer is dan bij meisjes. Hierdoor is het bij jongetjes veel ‘moeilijker’ om een opstijgende infectie te hebben. Bij jongetjes die een urineweginfectie hebben, is de oorzaak daarom meestal gelegen in een anatomische afwijking van de urinewegen.
Verwekkers van urineweginfecties
De meeste urineweginfecties worden door de bacterie E. coli veroorzaakt, vooral infecties die voor de eerste keer optreden hebben deze bacterie als verwekker.
Symptomen van urineweginfecties
Wat voor symptomen een kind heeft met een urineweginfectie is erg verschillend. Sommige kinderen hebben helemaal geen klachten terwijl andere kinderen ernstige symptomen kunnen hebben. Hieronder volgt een overzicht van de verschijnselen bij de verschillende leeftijdsgroepen;
• Pasgeborenen; koorts, slecht drinken, een instabiele lichaamstemperatuur en geelzucht kunnen voorkomen
• Zuigelingen; slecht groeien, niet gedijen (slecht humeur), eetproblemen, koorts en braken kan voorkomen
• Peuter en kleuter; bij deze groep wordt vooral buikpijn en koorts gezien
• Ouder kind; belangrijke verschijnselen bij deze groep zijn pijn bij het plassen, aandrang hebben en het weer in bed plassen na oorspronkelijk droog te zijn
Wanneer kinderen koorts hebben en de oorzaak/lokatie hiervan kan niet duidelijk gevonden worden, moet men altijd aan een urineweginfectie denken.
De diagnose van urineweginfecties
De diagnose van een urineweginfectie wordt gesteld aan de hand van urineonderzoek. De urine die onderzocht wordt dient vers geloosd te zijn en ‘schoon’. Dat de urine ‘schoon’ moet zijn wil zeggen dat deze niet gecontamineerd mag zijn met bacteriën van de huid. Deze ‘schone’ urine kan men verkrijgen door ‘mid-stream’ urine op te vangen. Dit wil zeggen dat je niet gelijk de eerste urine opvangt die met het plassen naar buiten komt, maar het ‘middelste’ gedeelte van de urine.
Wanneer er in de urine eiwitten en granulocyten gevonden worden, kan dit op een urineweginfectie duiden. De diagnose urineweginfectie is bewezen wanneer de urinekweek positief is voor meer dan 10^5 bacteriën per milliliter urine.
Daar het bij kleine kinderen niet altijd even makkelijk is om mid-stream urine op te vangen, kan er ook een urinemonster verkregen worden door een suprapubische punctie.
De behandeling van urineweginfecties
Wanneer er sprake is van een ongecompliceerde urineweginfectie is meestal een behandeling met anti-biotica van een week voldoende. Wanneer er echter een gecompliceerde urineweginfectie is, moet de behandeling uit enige weken bestaan.
Wanneer er bij kinderen urineweginfecties optreden en vooral bij kinderen onder de 5 jaar, bij jongentjes of wanneer er herhaalde urineweginfecties optreden, is het belangrijk na te gaan of er geen onderliggende oorzaak is van de urineweginfecties.
Bronnen:
E. Rubin, Farber, JL, Pathology (1999), Lippincott-Raven, Philadelphia, New York
H. de Vries, de Jongh, TOH, Grundmeijer, HGLM, Diagnostiek van alledaagse klachten (2003), Bohn Stafleu van Lofhum, houten
EH van de Lisdonk, van den Bosch, WJHM, Lagro-Janssen, ALM, Ziekten in de huisartspraktijk (2003), Elsevier gezondheidszorg, Maarssen