Hormonen zijn boodschapperstoffen die op de lange termijn de activiteit van doelorganen beïnvloeden. De hormoonspiegels van het bloed fluctueren gedurende de dag. De hormoonconcentratie van het bloed is niet alleen afhankelijk van de hormoonproductie door de endocriene klier. Ook de hormoonafgifte, hoeveelheid transporteiwitten beschikbaar, afbraaksnelheid van het hormoon en de hoeveelheid bloedplasma beïnvloeden de hormoonconcentratie. De hormoonconcentratie van het bloed wordt echter het meest beïnvloed door de hormoonproductie. De hormoonproductie wordt beïnvloed door andere hormonen in het bloed en humorale en neurale stimulatie van het hormoonproducerende orgaan.
Factoren die de hormoonspiegels van het bloed beïnvloeden
Hormonen worden aangemaakt door endocriene klieren van het lichaam. Endocriene klieren hebben geen afvoerbuis, maar geven hun product (de hormonen) direct af aan de extracellulaire ruimte. Via de extracellulaire ruimte komen de hormonen in het bloed terecht.
De hormoonproductie van de endocriene klieren past zich snel aan de hormoonbehoefte aan het hormoon dat de endocriene klier maakt. De hormoonspiegel in het bloed is echter niet alleen afhankelijk van de hormoonproductie, maar ook van andere factoren. De vijf factoren die de hormoonspiegels van het bloed beïnvloeden zijn:
- Hormoonproductie van de endocriene klier
- Afgifte van het hormoon aan het bloed
- Hoeveelheid transporteiwitten in het bloed
- Afbraaksnelheid van het hormoon in het bloed
- Hoeveelheid bloedplasma
De verschillende factoren die de hormoonconcentratie van het bloed beïnvloeden worden hieronder beschreven.
Hormoonproductie van de endocriene klier
De hormoonproductie past de endocriene klier snel aan de behoefte van het lichaam. Zo bezit de alvleesklier (pancreas) receptoren die de bloedglucosespiegel registreren. Zodra de bloedglucosespiegel te hoog wordt, maken de beta-cellen van de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier insuline aan. Insuline zorgt ervoor de glucose vanuit het bloed wordt opgenomen door de cellen. Factoren die de hormoonproductie beïnvloeden worden later beschreven.
Afgifte van het hormoon aan het bloed
Nadat hormonen worden geproduceerd, moet het hormoon uiteindelijk in het bloed komen voordat het enig effect kan hebben op de doelorganen. Wanneer de geproduceerde hormonen in de endocriene klier blijven als een soort voorraad hebben deze hormonen nog geen effect aan het doelorgaan.
Hoeveelheid transporteiwitten in het bloed
Heel veel stoffen in het lichaam kunnen alleen getransporteerd worden wanneer deze stoffen gebonden zijn aan transporteiwitten. Dit is ook het geval bij veel hormonen. Er kunnen dus veel hormonen geproduceerd en afgegeven worden aan het bloed. Het hormoon kan echter alleen effectief vervoerd worden wanneer het gebonden is aan een transporteiwit.
Afbraaksnelheid van het hormoon in het bloed
Er is altijd een evenwicht van de hoeveelheid hormonen in het bloed. Dit evenwicht wordt beïnvloed door de afgifte van hormonen aan het bloed en de afbraak van dat hormoon. Wanneer de afbraaksnelheid van het hormoon lager ligt, dan de afgifte van het hormoon aan het bloed dan zal de concentratie van dat hormoon dalen. Wanneer de afbraaksnelheid van het hormoon hoger ligt, dan de afgifte van het hormoon aan het bloed dan zal de concentratie van dat hormoon stijgen
Hoeveelheid bloedplasma
Hormonen worden gebonden aan transporteiwitten getransporteerd in het bloedplasma. Het bloedplasma is het waterige deel van het bloed. Wanneer de hoeveelheid bloesplasma daalt neemt bij eenzelfde hormoonproductie, – afgifte en binding aan transporteiwitten van een bepaald hormoon de hormoonconcentratie toe.
Factoren die de hormoonproductie beïnvloeden
Hoewel verschillende factoren de hormoonconcentratie van het bloed beïnvloeden, heeft de hormoonproductie van de endocriene klier de grootste invloed op de hormoonconcentratie van het bloed. Er zijn drie verschillende factoren die de hormoonproductie beïnvloeden. Deze drie factoren zijn:
- Hormonale stimulatie. Zo zal de productie corticosteroïden (cortisol) van de bijnierschors toenemen, wanneer de concentratie van het hormoon ACTH (adrenocorticotroop hormoon) toeneemt
- Humorale stimulatie. Humoraal is de concentratie van stoffen in lichaamsvochten, zoals bloed. Wanneer bijvoorbeeld de bloedglucose stijgt, produceert de pancreas meer insuline
- Neurale stimulatie. De bijnieren maken bijvoorbeeld meer noradrenaline en adrenaline aan wanneer zij geprikkeld worden door het sympatische deel van het autonome zenuwstelsel. Het sympatische zenuwstelsel zet het lichaam in een actiestand
Bronnen:
William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia