Het zenuwstelsel bestaat uit een centraal gelegen deel en een perifeer gelegen deel. Het centrale zenuwstelsel bestaat uit die delen van het zenuwstelsel die binnen de schedel en wervelkolom liggen inclusief neuronen van de netvliezen (retina’s). Het perifere zenuwstelsel bestaat uit die delen van het zenuwstelsel die buiten de schedel en wervelkolom liggen. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit 12 paren motorische, sensorische en gemengde hersenzenuwen en 31 paren spinale zenuwen. Het perifere zenuwstelsel geleidt informatie van (efferente) en naar (afferente) het centrale zenuwstelsel. Van het efferente zenuwstelsel is het somatische en autonome zenuwstelsel te onderscheiden. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit het sympatisch en parasympatisch zenuwstelsel. Het sympatisch zenuwstelsel zet het lichaam in de actiestand. Het parasympatisch zenuwstelsel zet het lichaam in een rust- en herstelstand.
Onderdelen van het perifere zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit 12 paren van craniale zenuwen (hersenzenuwen) en 31 paren van spinale zenuwen. Er zijn in totaal 8 paren van cervicale zenuwen, 12 paren van thoracale zenuwen, 5 paren van lumbale, 5 paren van sacrale en 1 paar van coccygeale zenuwen.
De craniale zenuwen zijn zenuwen die impulsen van het centrale zenuwstelsel (CZS) naar de periferie geleiden (motorische, of efferente zenuwen), zenuwen die impulsen van de periferie naar het CZS geleiden (sensorische, of afferente zenuwen), of gemengde zenuwen.
De spinale zenuwen zijn bijna allemaal gemengde zenuwen. Dat betekent dat de spinale zenuwen zowel sensorische als motorische impulsen geleiden.
Neuronen van het perifere zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit verschillende neuronen. Zo zijn er de afferente neuronen die impulsen naar het CZS geleiden en de efferente neuronen die impulsen van het CZS af geleiden. De efferente neuronen zijn weer verder te verdelen in somatische en autonome neuronen. De verschillende neuronen communiceren met elkaar via neurotransmitters. Er zijn vele verschillende neurotransmitters.
De somatische neuronen geleiden impulsen naar de skeletspieren om deze bewust aan te sturen. Het somatische zenuwstelsel stuurt de spieren bewust aan.
De autonome neuronen versturen impulsen naar delen van het lichaam, exclusief de skeletspieren om deze onbewust aan te sturen. Deze sturing kan bestaan uit activering, of juist remming van een bepaald deel van het lichaam.
Het autonome zenuwstelsel bestaat uit het parasympatisch zenuwstelsel en sympatisch zenuwstelsel.
Het sympatische en parasympatisch zenuwstelsel
Zoals eerder beschreven bestaat het autonome zenuwstelsel uit neuronen die de functie van delen van het lichaam onbewust beïnvloeden. Het autonome zenuwstelsel staat onder invloed van het diencephalon (tussenhersenen; bestaande uit thalamus, subthalamus, hypothalamus en epithalamus), medulla en pons.
Het autonome zenuwstelsel is te verdelen in een parasympatisch en sympatisch zenuwstelsel.
Parasympatisch zenuwstelsel
Het parasympatisch zenuwstelsel bestaat uit craniale en spinale lumbale zenuwen. Daarom wordt dit deel van het autonome zenuwstelsel ook wel craniolumbale zenuwstelsel genoemd. Het parasympatisch zenuwstelsel zet het lichaam in een rust- en herstelstand. De belangrijkste neurotransmitter van het parasympatische zenuwstelsel is acetylcholine. Een van de bekendste zenuwen van het parasympatische zenuwstelsel is de hersenzenuw nervus vagus.
Sympatisch zenuwstelsel
Het sympatisch zenuwstelsel bestaat uit spinale thoracale en lumbale zenuwen. Daarom wordt dit deel van het autonome zenuwstelsel ook wel thoracolumbale zenuwstelsel genoemd. De belangrijkste neurotransmitter van het sympatische zenuwstelsel is noradrenaline. Het sympatische zenuwstelsel innerveert de bijnieren. De bijnieren produceren adrenaline (80%) en noradrenaline (20%) beide ook hormonen die het lichaam in een actiestand zetten.
Bronnen:
William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia