Inspanningsfysiologie; duurtraining en bloedsamenstelling

Bij duurtraining zijn de uiteindelijke effecten een verbetering van de opname van zuurstof door het bloed, een verbetering van het transport van bloed en tenslotte een beter gebruik van zuurstof door de actieve spieren. Door duurtraining verandert de samenstelling en de hoeveelheid bloed. Bloed bestaat grofweg uit vloeistof wat bloedplasma wordt genoemd en cellen wat hematocriet wordt genoemd. Hematocriet bestaat voor het grootste deel uit rode bloedcellen. De rode bloedcellen (erytrocyten) binden zuurstof aan zich in de alveoli en laten het zuurstof los in de weefsels die zuurstof nodig hebben. Door duurtraining neemt de hoeveelheid bloedplasma meer toe, dan de hoeveelheid hematocriet. De totale hoeveelheid bloed neemt door duurtraining met 20% toe. Het arterioveneus zuurstofverschil (∆A-V O2) beschrijft het verschil in zuurstofverzadiging tussen slagaders en aders. Door duurtraining neemt het ∆A-V O2 toe.

Effecten van duurtraining op samenstelling van het bloed
Door duurtraining neemt de hoeveelheid bloed toe
Door duurtraining neemt de totale hoeveelheid bloed tot wel 20% toe. Waar voor duurtraining het lichaam voor ongeveer 5 liter (L) bloed bestaat, bestaat het lichaam na een periode van duurtraining uit 6 L bloed.

Bloed bestaat uit bloedplasma en hematocriet
Het bloed bestaat grofweg uit twee componenten. Deze twee componenten zijn:

  1. Bloedplasma, bloedplasma is de vloeibare component van het bloed
  2. Hematocriet, hematocriet is het deel van het bloed wat uit bloedcellen bestaat

Het grootste deel van het hematocriet bestaat uit rode bloedcellen. Rode bloedcellen worden ook wel erytrocyten genoemd. De rode bloedcel bindt zuurstof aan zich in de alveoli (longblaasjes) en laat het zuurstof los in de weefsels die zuurstof nodig hebben. Het hemoglobine (Hb) is het deel van de rode bloedcel wat zuurstof bindt.

Door duurtraining verandert de samenstelling van het bloed
Door duurtraining neemt zowel de hoeveelheid bloedplasma, als hemotacriet toe. Echter de hoeveelheid bloedplasma neemt meer toe, dan de hoeveelheid hematocriet. Voordat mannen starten met duurtraining bestaat het bloed uit ongeveer 55% bloedplasma en 45% hematocriet. Voordat vrouwen starten met duurtraining bestaat het bloed uit ongeveer 60% bloedplasma en 40% hematocriet. Na een periode van duurtraining bestaat het bloed uit ongeveer 60% bloedplasma en 40% hematocriet bij mannen en ongeveer 65% bloedplasma en 35% hematocriet voor vrouwen.
Deze relatief grotere toename van bloedplasma lijkt ongunstig, omdat met name de rode bloedcellen van het bloed zuurstof transporteren. Echter een grote toename van rode bloedcellen maakt het bloed dikker, stroperiger (in wetenschappelijke termen visceuzer). Het hart heeft veel moeite met het rondpompen van stroperig bloed. Ook stroomt stroperig bloed minder goed en snel door de bloedvaten. Terwijl bloed wat uit meer bloedplasma bestaat dunner en minder stroperig wordt. Het hart heeft minder moeite om bloed rond te pompen wat minder stroperig is. Hierdoor kan het bloed sneller door de grote bloedvaten en sneller bij de weefsels komen die het zuurstof nodig hebben.

Arterioveneus zuurstofverschil (∆A-V O2) van het bloed
Het arterioveneus zuurstofverschil beschrijft het verschil in zuurstofverzadiging tussen arterie (slagader) en vene (ader) van het bloed. Met uitzondering van longslagader bevatten de slagaders en arteriolen bloed dat ongeveer 20 milliliter (ml) bevat en ongeveer 100% verzadigd is met zuurstof. In rust bevatten de aders bloed dat ongeveer 15-16 milliliter (ml) bevat en ongeveer 60% verzadigd is met zuurstof. Dit betekent dat in rust de weefsels ongeveer 4 tot 5 ml zuurstof uit het bloed halen. Ook de spieren halen zuurstof uit het bloed om te gebruiken voor het verbranden van zuurstof en vetten. Tijdens sporten, zware arbeid en beweging neemt de verbranding van vetten en koolhydraten door de spieren toe. Wanneer de spieren meer zuurstof uit het bloed halen, kunnen zij meer koolhydraten en vetten verbranden en kunnen zij meer arbeid verrichten en dus sneller en krachtiger samentrekken. Bij goed duurgetrainde mensen (duursporters) neemt het ∆A-V O2 van het bloed met 200% toe. Duursporters kunnen tijdens zware inspanning tot wel 15 ml zuurstof uit het bloed halen. Het ∆A-V O2 is daardoor wel 80% in de actieve weefsels.

Bronnen:

William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia