Inspanningsfysiologie; de voordelen van zwemmen; waarom zwemmen?

Zwemmen kan bijna iedereen en is voor bijna iedereen van jong tot oud geschikt als trainingsvorm. Zwemmen heeft vele voordelen als trainingsvorm. Zo verbrand je zeer veel calorieën met zwemmen. Met zwemmen verbrand je vier keer zoveel calorieën als wanneer je dezelfde afstand zou lopen. Verder train je met zwemmen al je spieren van het lichaam en kun je door bepaalde zwemslagen, of hulpmiddelen te gebruiken de nadruk leggen op bepaalde spieren. Ook kun je zowel de kracht, als duurvermogen van je spieren trainen door in snelheid te variëren. Verder is er weinig schokbelasting op gewrichten bij zwemmen, waardoor zwemmen geschikt is als trainingsvorm voor mensen met reuma en arthrose en in de revalidatie. Tenslotte worden de ademhalingsspieren getraind bij zwemmen, waardoor zwemmen ook geschikt is als trainingsvorm voor mensen met longproblemen.

Met zwemmen verbrand je veel calorieën
Wanneer je zwemt, moet je zowel je lichaam horizontaal houden, als zorgen voor voortbeweging in het water. Water zorgt echter voor veel weerstand. Deze weerstand bij zwemmen, wordt door drie factoren veroorzaakt.
In de eerste plaats vormen zich golven voor de zwemmer uit en een holte van water achter de zwemmer, deze holte trekt de zwemmer naar achteren, waardoor de weerstand om naar voren te zwemmen toeneemt. In de tweede plaats zorgt de huid van de zwemmer voor weerstand. In de derde plaats heeft water een grotere dichtheid en viscositeit, dan lucht. Hierdoor moet veel meer energie worden vrijgemaakt om te kunnen zwemmen.
Doordat je lichaam horizontaal moet houden en een grote weerstand moet overwinnen bij zwemmen, verbrand je vier keer zoveel calorieën met zwemmen bij een bepaalde afstand die je aflegt, als met dezelfde afstand lopen. Hierdoor is zwemmen een zeer geschikte trainingsvorm als je wil afvallen. Mede omdat de druk en schokbelasting op gewrichten bij zwemmen zo laag is. Dit effect van zwemmen op de gewrichten wordt later beschreven.

Met zwemmen train je je hele lichaam
Topzwemmers zien er niet voor niets zo fit en gespierd uit. Met bijna alle zwemslagen train je namelijk je hele lichaam. Niet alleen train je de spieren van armen en benen wanneer je voor voortbeweging in het water zorgt. Ook train je de spieren van je je rugspieren, buikspieren en rompspieren om je lichaam recht te houden in het water. Verder kun je eenvoudig de druk en belasting op bepaalde spieren verminderen, of vergroten door een andere zwemslag te kiezen, of een plankje te gebruiken. Wanneer je bijvoorbeeld last hebt van je rug, ontlast de rugslag je rug bij het zwemmen.
Ook kun je met zwemmen zowel je duurvermogen, als de kracht van je spieren trainen. Door langdurig op een relatief laag tempo te zwemmen dat je lang volhoudt, train je met name het duurvermogen. Door juist zeer explosief en zo snel mogelijk te zwemmen, train je met name de kracht van je spieren. Ook hierbij kun je de nadruk op bepaalde spieren leggen, door in een andere zwemslag te kiezen, of een plankje te gebruiken. Wanneer je bijvoorbeeld een plankje tussen je bennen klemt, train je met name je arm- en borstspieren. Bij gebruik van een grote zwemvlies aan je voeten en een plankje wat je vasthoudt, train je weer meer je benen.

Met zwemmen is er geen schokbelasting op gewrichten
In tegenstelling tot bijvoorbeeld wandelen en hardlopen, is er bijna geen schokbelasting op gewrichten bij zwemmen. Hierdoor is zwemmen een zeer geschikte trainingsvorm voor mensen met gewrichtsklachten, zoals reuma en arthrose. Ook kan zwemmen als revalidatievorm worden gekozen bij een bepaalde blessure. Wanneer je bijvoorbeeld een kniegewricht niet volledig mag belasten, kun je door het water lopen als revalidatievorm gebruiken. Het water zorgt voor een vermindering van het gewicht en dus belasting op het kniegewricht, terwijl je wel de spieren rondom de knie traint en de stabiliteit van de knie traint. Verder worden je gewrichten soepeler door zwemmen, omdat je bij zwemmen de gewrichten vaak in alle richtingen beweegt.

Met zwemmen train je je ademhalingsspieren
Vooral bij de zwemslagen die je op je buik moet uitvoeren, train je de ademhalingsspieren. Deze ademhalingsspieren zitten aan je borstkas vast. Bij het zwemmen op je buik drukt het water je buik en je borstkas samen. Hierdoor wordt de uitademing makkelijker. Uitademing is echter vaak een proces wat niet veel energie kost, omdat door de elasticiteit van de longen de lucht als het ware uit de longen wordt geperst.
Inademing verloopt echter moeilijker, omdat het water de borstkas samendrukt, terwijl de borstkas en de longen die aan de binnenzijde van de borstkas bevestigd zijn juist moeten uitzetten. De spieren rondom de borstkas zorgen ervoor dat de borstkas kan uitzetten. Wanneer de weerstand op de borstkas om uit te zetten, moeten de inademingsspieren harder werken om de borstkas uit te laten zetten. Hiermee worden de inademingsspieren getraind. Om deze reden is zwemmen een geschikte trainingsvorm voor mensen met longproblemen, bijvoorbeeld astma.

Bronnen:

William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia