Inspanningsfysiologie; EPOC, waarom is de verbranding na intensief sporten hoger?

EPOC is de afkorting voor Excess Post Oxygen Consumption (ook wel zuurstofschuld, of naverbranding genoemd) staat voor de hoeveelheid extra opgenomen zuurstof na inspanning. Deze hoeveelheid extra zuurstof die is opgenomen, geeft informatie over de extra verbranding na inspanning. Om energie namelijk te produceren, moeten koolhydraten en vetten verbrand worden en voor verbranding is zuurstof nodig. Deze EPOC wordt ook wel naverbranding, zuurstofschuld, of na-ijleffect genoemd en is vooral na intensieve inspanning verhoogd. Na intensieve inspanning is daarom ook de verbranding en met name de vetverbranding verhoogd. EPOC is na intensieve inspanning door verschillende factoren verhoogd.

Na inspanning is de verbranding hoger
Na inspanning en vooral na intensieve inspanning keren de meeste lichaamsprocessen niet direct terug naar de ruststand. Om deze reden is de verbranding na inspanning hoger, dan voor inspanning. Omdat voor verbranding zuurstof nodig is, kan de snelheid van verbranding gemeten worden met de zuurstofopname. De zuurstofopname is daarom na inspanning ook groter, dan voor inspanning. De zuurstofopname is direct na inspanning hoger, maar daalt gemiddeld elke 30 seconden met ongeveer 50% totdat deze uiteindelijk de waarde in rust bereikt. De intensiteit van inspanning beïnvloedt echter in grote mate de extra verbranding en dus het zuurstofgebruik na inspanning.

Intensief sporten verhoogt EPOC (naverbranding; zuurstofschuld) aanzienlijk
Inspanning van lage intensiteit heeft een lage naverbranding tot gevolg. Dit komt omdat bij aanvang van inspanning nog niet alle energie in de vorm van adenosinetrifosfaat (ATP) met zuurstof geproduceerd kan worden. Het cardiovasculaire systeem en de spieren hoeven zich echter maar weinig aan te passen om voldoende zuurstof beschikbaar te vervoeren en te gebruiken. Hierdoor is de zuurstofschuld die na inspanning weer ingelost moet worden door extra zuurstof op te nemen, maar klein.
Inspanning van hoge intensiteit en veel anaerobe inspanning daarentegen hebben een hoge naverbranding tot gevolg. Dit komt omdat bij aanvang van inspanning ook nog niet alle energie in de vorm van adenosinetrifosfaat (ATP) met zuurstof geproduceerd kan worden en wellicht de inspanning zo zwaar is, dat dit nooit helemaal lukt. Het cardiovasculaire systeem en de spieren moeten zich extreem aanpassen om voldoende zuurstof beschikbaar te vervoeren en te gebruiken. Wanneer de inspanning zeer zwaar is en er veel lactaat wordt geproduceerd, lukt dit aanpassingsproces nooit geheel. Hierdoor is de zuurstofschuld die na inspanning weer ingelost moet worden door extra zuurstof op te nemen zeer groot.

EPOC bestaat uit een snelle en langzame component
EPOC bestaat uit twee componenten; de snelle en langzame component. De snelle component is de hoeveelheid zuurstof die extra opgenomen wordt na inspanning en snel weer afneemt. De langzame component is de extra zuurstof die na inspanning wordt opgenomen, maar veel meer tijd nodig heeft na inspanning om weer naar een rustniveau terug te keren. Bij lichte inspanning is er alleen maar sprake van de snelle component van EPOC. Bij zeer zware aerobe inspanning, is er sprake van beide componenten. Zeer zware inspanning waarbij zowel aeroob als anaeroob ATP wordt geproduceerd veroorzaakt een grote snelle en langzame component van EPOC.

Welke factoren bepalen de grootte van de EPOC (naverbranding)?
Na zeer zware inspanning is de EPOC (naverbranding) fors verhoogd. Hieronder wordt toegelicht welke factoren de EPOC verhogen:

  • Het aanvullen de van fosfaatvoorraad. Tijdens intensieve inspanning wordt de fosfaatvooraad (ATP en creatinefosfaat (CrP)) gebruikt. Na inspanning wordt deze fosfaatvoorraad aangevuld door vet te verbranden
  • Het omzetten van het opgebouwde lactaat in leverglycogeen (Cori-cyclus) kost energie die beschikbaar wordt gesteld door vet te verbranden
  • Het verbranden van lactaat
  • Het herstellen van de hart- en longfunctie
  • De bloedspiegel van catecholamines (adrenaline en noradreneline) is na intensieve inspanning nog verhoogd en deze hormonen verhogen de verbranding
  • Na intensieve inspanning is de lichaamstemperatuur nog verhoogd en dit verhoogt de verbranding
  • Het myoglobine moet weer verzadigd worden met zuurstof en hiervoor moeten de spieren het extra zuurstof opnemen

Bronnen:

William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia