Inspanningsfysiologie; brandstof voor bewegen

Het lichaam kan verschillende brandstoffen gebruiken om energie te leveren aan de spieren die tijdens het bewegen contraheren (samentrekken). De brandstoffen worden in het lichaam opgeslagen. Van deze brandstoffen worden vetten in de vorm van intramusculaire triglyceriden (IMTG) en koolhydraten in de vorm van spierglycogeen in de spieren opgeslagen. Andere brandstoffen die in de spieren worden opgeslagen zijn vrij adenosinetrifosfaat (ATP) en creatinefosfaat (CrP). Verder levert de afbraak van leverglycogeen glucose aan het bloed. Het vet onder de huid (subcutaan) en vet tussen de organen (visceraal) kan gesplitst worden in de lipolyse tot vetzuren en glycerol. Vetzuren en glycerol kunnen ook afgebroken worden om energie te leveren aan de spieren. Bij langdurige intensieve inspanning kunnen spieren afgebroken worden om energie te leveren. Inname van BCAA’s remt de afbraak van spieren. Het gebruik van creatinemonohydraat verhoogt de hoeveelheid creatine in de spieren.

Vrij ATP en CrP levert voor de eerste seconden van intensieve inspanning energie
Alle energie die de spieren nodig hebben om samen te trekken wordt geleverd door de splitsing van adenosinetrifosfaat (ATP) in adenosinedifosfaat (ADP) en fosfaat (P). Er ligt een kleine hoeveelheid ATP in de spieren opgeslagen om de spier van energie te voorzien in de eerste twee tot vier seconden van intensieve inspanning.
Wanneer het vrij ATP op is, wordt er nieuw ATP uit ADP en P gevormd. De energie die hiervoor nodig is, wordt geleverd door de splitsing van CrP in Cr en P. Bij maximale inspanning kan de splitsing van CrP tot ongeveer twintig seconden energie leveren aan de contraherende spier. Door het gebruik van het veilige en effectieve voedingssupplement creatinemonohydraat kan de hoeveelheid CrP van de spier vergroot worden.

Spierglycogeen en leverglycogeen leveren glucose aan de spieren
In de spieren ligt bij ongetrainde mensen ongeveer 400 gram glycogeen opgeslagen. Deze opgeslagen hoeveelheid spierglycogeen kan verdubbeld worden door vaak en intensief te sporten en koolhydraatrijk te eten. Naast glycogeen opgeslagen in de spieren is er ook glycogeen opgeslagen in de lever.
Onder invloed van de hormonen glucagon, adrenaline, noradrenaline en groeihormoon wordt het leverglycogeen afgebroken tot glucose. Spierglycogeen wordt onder invloed van adrenaline, noradrenaline en groeihormoon afgebroken tot glucose. Het vrijgekomen glucose kan in het anaerobe energiesysteem glycolyse ATP leveren. Het ontstane pyruvaat en/of lactaat kan omgezet worden in acetylCoA en vervolgens aeroob energie leveren. Anaeroob levert glucose ongeveer twee ATP. Aeroob levert glucose 32 ATP.

Vet in de spieren (IMTG) en vet onder de huid en tussen de organen leveren energie
Vet levert in een klein volume veel energie. Ook is het lichaam in staat om veel vet op te slaan. Vet is in kleine druppeltjes dichtbij de mitochondriën van de spieren opgeslagen. Dit vet wordt IMTG genoemd. Ook tussen de organen (visceraal) en onder de huid (subcutaan) ligt vet opgeslagen. Het vet kan in de lipolyse onder invloed van de hormonen adrenaline, noradrenaline en groeihormoon worden afgebroken tot vetzuren en glycerol. Glycerol wordt achtereenvolgens afgebroken in de glycolyse en vervolgens de aerobe energiesystemen. Vetzuren leveren acetylCoA in de beta-oxidatie en het acetylCoA wordt vervolgens aeroob afgebroken.

Bij langdurige intensieve inspanning leveren vertakte aminozuren (AZ) ATP
Bij langdurige en intensieve inspanning waarbij ook nog eens onvoldoende koolhydraten worden ingenomen, worden er spiereiwitten afgebroken. Uit deze afbraak van spiereiwitten komen vervolgens de vertakte aminozuren (ook wel Branched Chained Amino Acids; BCAA’s genoemd). Deze vertakte AZ zijn leucine, isoleucine en valine. Door vlak voor intensieve inspanning BCAA’s in te nemen door een voedingssupplement te gebruiken, kan de bloedspiegel van BCAA’s verhoogd worden. Wanneer de bloedspiegel van BCAA’s verhoogd is, kan de spier deze BCAA’s uit het bloed halen. De spier zal vervolgens niet zijn eigen spiereiwitten afbreken. Door BCAA’s te gebruiken, blijft de hoeveelheid spiermassa behouden. Daarnaast lijkt het AZ leucine een belangrijke signaalstof zijn om te komen tot spieropbouw. Het gebruiken van het AZ leucine stimuleert spiereiwitopbouw. Door ongeveer vijf gram leucine samen met twintig tot dertig gram eiwitten (met name wei-eiwitten) direct na training in te nemen, wordt de spieropbouw gestimuleerd en de spierafbraak geremd.

Bronnen:

William D. McArdle, Victor L. Katch, & Frank I. Katch (2014) Exercise Physiology, Nutrition, Energy, and Human Performance, LWW Philadelphia