Wanneer de circulatie en/of ademhaling tot stilstand komt ontstaat er een situatie waarin snel handelen van levensbelang is. Nadat de circulatie en/of ademhaling tot stilstand is gekomen, zal er binnen zeer korte tijd een verandering van de bewustzijnstoestand van de patiënt optreden. De oorzaak hiervan is een tekort aan zuurstof in de hersencellen. Het is van groot belang dat deze levensbedreigende situatie onmiddellijk als zodanig herkend wordt om zo snel en levensreddend te handelen.
Basic Life Support
Basic Life Support wil zeggen het geven van levensreddende hartmassage en/of beademing bij patiënten die een circulatie en/of hartstilstand. In dit artikel wordt stap voor stap beschreven hoe Basic Life Support uitgevoerd moet worden.
Controle bewustzijn
Wanneer iemand verdacht wordt van een circulatie en/of hartstilstand is het eerste wat er gedaan moet worden het controleren van het bewustzijn. Je doet dit ten eerste door de patiënt aan te spreken en ten tweede door de patiënt aan de schouders te schudden.
Roep om hulp
Als blijkt dat de patiënt buiten bewustzijn is, moet men controleren of de circulatie en/of ademhaling tot stilstand is gekomen. De ademhaling controleert men door naar de borstkas te kijken en een luchtstroom waar te nemen vanuit de mond van de patiënt. Dit doet men door met de wang boven de mond van de patiënt te hangen. Wanneer de borstkas niet beweegt en er geen luchtstroom waargenomen wordt is er sprake van een ademstilstand. De circulatie controleert men door de pulsaties in de arteria carotis te voelen. Deze ligt dubbelzijdig in de hals. Wanneer hier geen pulsaties te voelen zijn, is er sprake van een circulatie stilstand. Zodra men weet of er een circulatie en /of ademhaling stilstand is, roept men om hulp en belt (of als er andere mensen zijn, laat je iemand bellen) 112. Het is belangrijk dat er doorgegeven wordt of er een circulatie en/of ademhaling stilstand is. Wanneer er een stilstand is van zowel de ademhaling als de circulatie moeten er twee ambulances komen.
Ademweg (A), Beademen (B), Circulatie (C)
De stappen die daarna komen worden in een vaste volgorde afgewerkt. Deze volgorde is makkelijk te onthouden omdat het eerste drie letters van het alfabet betreft. De vaste volgorde die aanbod komt is de volgende:
• A = Ademweg
• B = Beademing
• C = Circulatie
De ademweg
Ten eerste controleert men of de ademweg vrij is, dit doet men door in de mond te kijken. Wanneer de luchtweg niet vrij is, maakt men die vrij en verwijderd men losse voorwerpen in de mond. Wanneer er sprake is van ademhaling houdt men de luchtweg vrij en legt men de patiënt is de stabiele zijligging. Wanneer er geen sprake is van ademhaling gaat men over tot de beademing.
De beademing
Je legt het hoofd van de patiënt in extensie, dit betekent dat je het hoofd wat naar achteren legt. Je knijpt de neus dicht. Je geeft eerst twee “rescue beats” om te kijken of de luchtweg goed vrij is. Je kijkt of de borstkas goed omhoog komt. Als de “rescue breaths” goed zijn kun je door gaan met beademen, maar eerst kijk je of je het beademen moet combineren met hartmassage.
Circulatie
Je controleert de pols aan de hand van de arteria carotis (dit heb je in principe al gedaan). Wanneer er een pols gevoeld wordt, hoeft er geen hartmassage uitgevoerd te worden en kan er door gegaan worden met beademen. Wanneer de pols afwezig is moet men zowel de patiënt beademen als hartmassage geven. Om hartmassage te geven, plaatst men de muis van de hand twee vingerbreedtes boven de onderrand van het sternum (borstbeen). De andere hand plaats men boven op de rug van de andere hand. Masseer met gesterkte armen. De compressiediepte moet tussen de vier en vijf cm zijn en de massagefrequentie 100 per minuut. Men wisselt twee beademingen af met 30 massages. Dit blijft men herhalen tot dat de ambulance is gearriveerd.
De regels voor reanimatie veranderen om de zoveel tijd, omdat er dan weer nieuwe inzichten zijn over het zo goed mogelijk reanimeren.
Bronnen:
H. de Vries, de Jongh, TOH, Grundmeijer, HGLM, Diagnostiek van alledaagse klachten (2003), Bohn Stafleu van Lofhum, houten
EH van de Lisdonk, van den Bosch, WJHM, Lagro-Janssen, ALM, Ziekten in de huisartspraktijk (2003), Elsevier gezondheidszorg, Maarssen
Parveen Kumar, Michael Clark, Clinical Medicine (2002), W.B. Saunders, Philadelphia