Het autonome zenuwstelsel zorgt voor de onbewuste regulering van de interne organen en hormoonklieren. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit het parasympatisch, (ortho)sympatische en enterische zenuwstelsel. De verschillende delen van het autonome zenuwstelsel kennen allemaal een andere anatomische locatie. Het parasympatische zenuwstelsel zet het lichaam in een ruststand en gebruikt acetylcholine als neurotransmitter. Het sympatische zenuwstelsel zet het lichaam in een actiestand en gebruikt acetylcholine en noradrenaline als neurotransmitters. Het enterische beïnvloedt de functies van het spijsverteringsstelsel en gebruikt een heel scala een neurotransmitters.
Onderdelen van het autonome zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit een afferent en efferent deel. Het afferente deel van het zenuwstelsel vervoert impulsen richting het centrale zenuwstelsel. Het efferente deel van het zenuwstelsel vervoert impulsen van het centrale zenuwstelsel af naar de doelorganen.
Het efferente zenuwstelsel kan verdeeld worden in het somatische en autonome zenuwstelsel. Het somatische zenuwstelsel is het bewuste deel van het zenuwstelsel.
Het somatische zenuwstelsel voert bewuste acties uit. Het autonome zenuwstelsel voert onbewuste acties uit waar we geen invloed op uit kunnen oefenen. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit het parasympatische zenuwstelsel, (ortho)sympatische zenuwstelsel en enterische zenuwstelsel.
Bouw van het autonome zenuwstelsel
De verschillende delen van het autonome zenuwstelsel; het parasympatisch zenuwstelsel, sympatische zenuwstelsel en enterische zenuwstelsel kennen allemaal een andere anatomische locatie. De anatomische locatie en bouw van de verschillende delen van het autonome zenuwstelsel worden hieronder beschreven.
Bouw van het parasympatische zenuwstelsel
Het parasympatisch zenuwstelsel bestaat uit een preganglionair neuron een ganglion en postganglionair neuron (of postsynaptisch neuron). De preganglionaire neuronen van het parasympatisch zenuwstelsel vinden hun oorsprong in het centrale zenuwstelsel. Uit het centrale zenuwstelsel ontspringen de parasympatische zenuwvezels. De parasympatische zenuwvezels hebben een craniosacrale orientatie.
De craniale zenuwen (hersenzenuwen) III, VII, IX en X (nervus vagus) en de sacrale zenuwen S2, S3 en S4 zijn parasymaptische zenuwen die de zenuwvezels dragen van preganglionaire neuronen. De craniosacrale zenuwen synapteren in het ganglion. De ganglia van het parasympatische zenuwstelsel liggen zeer dicht bij het doelorgaan. In de ganglia ligt het postganglionair neuron.
Bouw van het sympatische zenuwstelsel
Het sympatische zenuwstelsel bestaat eveneens uit een preganglionair neuron een ganglion en postganglionair neuron. De preganglionaire neuronen van het sympatische zenuwstelsel vinden ook hun oorsprong in het centrale zenuwstelsel. Uit het centrale zenuwstelsel ontspringen ook de sympatische zenuwvezels, maar deze zenuwvezels hebben een thoracolumbale oriëntatie.
De thoracolumbale zenuwvezels synpateren in de grensstreng (autonoom ganglion) die dichtbij aan weerszijden van de wervelkolom ligt. De innervatie van de bijnieren is hier een uitzondering op. De bijnieren kunnen anatomisch en fysiologisch beschouwd worden als sympatische ganglia op afstand.
Bouw van het enterische zenuwstelsel
De neuronen van het enterische zenuwstelsel liggen in het spijsverteringsstelsel van oesophagus tot en met de anus. De 100 miljoen neuronen van het enterische zenuwstelsel liggen in de plexus van Auerbach en plexus van Meissner. De plexus van Auerbach ligt in de muscularis externa van het spijsverteringsstelsel. De plexus van Meissner liggen in de submucosa.
Neurotransmitters van het autonome zenuwstelsel
Neurotransmitters van het parasympatische zenuwstelsel
Zoals bijna alle neuronen van het zenuwstelsel gebruikt het autonome zenuwstelsel ook neurotransmitters om de activiteit van de doelcel (een neuron, kliercel, of spiercel) te veranderen. Het parasympatische zenuwstelsel gebruikt uitsluitend acetylcholine (ACh) als neurotransmitter. Echter de receptoren die op de postganglionaire parasympatische neuronen zitten, kunnen ook geprikkeld worden door nicotine. De receptoren op de uiteindelijke doelcel van het parasympatisch zenuwstelsel kunnen ook geprikkeld worden door muscarine.
Neurotransmitters van het sympatische zenuwstelsel
Het sympatische zenuwstelsel gebruikt acetylcholine en noradrenaline als neurotransmitter. Het presynaptische neuron gebruikt acetylcholine als neurotransmitter. Het postsynaptische neuron gebruikt noradrenaline om de uiteindelijke doelcel te prikkelen. Uitzondering hierop is wederom de bijnier. De bijnieren worden geprikkeld door acetylcholine. De bijnieren scheiden als reactie hierop noradrenaline en adrenaline uit die beide in de bloedbaan terecht komen.
Neurotransmitters van het enterisch zenuwstelsel
Het enterische zenuwstelsel gebruikt een heel scala aan neurotransmitters waaronder dopamine, serotonine, ACh, maar ook hormoonachtige neurotransmitters zoals ghreline en CCK.
Functie van het autonome zenuwstelsel
De functie van het autonome zenuwstelsel is sterk afhankelijk van welk deel van het autonome zenuwstelsel het meest actief is. Het parasympatische zenuwstelsel brengt het lichaam in een ruststand. Het sympatische zenuwstelsel brengt het lichaam in een actiestand. Het enterische zenuwstelsel functioneert voor een groot deel op basis van de input van het parasympatische en sympatische zenuwstelsel, maar kan ook zonder deze input functioneren. Hieronder worden kort de functies van het parasympatisch, sympatische en enterische zenuwstelsel beschreven.
Functies van het parasympatische zenuwstelsel
- Erectie veroorzaken
- Luchtwegvernauwing
- Blaaslediging en urineren
- Verlaging van de hartslag
- Voedselvertering (stimulatie van de darmperistaltiek en productie van spijsverteringsenzymen)
- Opslag van voedingsstoffen (vetopslag en glycogeenopslag)
- Pupilvernauwing en accommodatie voor dichtbij zien
- Stimulatie van ontlasting
Functies van het sympatische zenuwstelsel
- Zaadlozing (ejaculatie)
- Glucose- en vetverbranding verhogen
- Bloedglucosespiegel laten stijgen
- Vergroting van het hartminuutvolume
- Inhibeert accommodatie voor ver zien
- Stimuleert kippenvel
- Zweten stimuleren
- Vasoconstrictie bloedvaten met uitzondering van de bloedvaten van de spieren
- Luchtwegverwijding en vermindering van de slijmvorming in de luchtwegen
- Remming van de blaaslediging door ontspanning van de blaas
- Remming van de spijsvertering door afname van de darmperistaltiek en de productie van spijsverteringsenzymen
- Sluiting van de sluitspier van de anus
- Stimulatie van de productie van adrenaline
Functies van het enterische zenuwstelsel
Het enterische zenuwstelsel beïnvloedt de activiteit van het spijsverteringsstelsel op basis van de chemische en mechanische prikkeling van het spijsverteringsstelsel. Het enterische zenuwstelsel zorgt voor de darmmotiliteit, zoals bijvoorbeeld de darmperistaltiek.
Bronnen:
JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings