Overgewicht wordt de laatste tijd steeds meer gezien en op een steeds jongere leeftijd. Meer dan 50% van de volwassen Nederlanders heeft overgewicht. Overgewicht is erg ongezond. Het brengt vele risicofactoren met zich mee op allerlei gezondheidsgebieden. Je ziet dat er tegenwoordig steeds ongezonder wordt gegeten en weinig wordt bewogen met als gevolg dat steeds meer mensen te kampen hebben met overgewicht. Vaak hebben mensen met overgewicht erg veel moeite om dat overgewicht weer kwijt te raken terwijl dit wel erg belangrijk is voor de gezondheid.
Obesitas
Er wordt onderscheid gemaakt in overgewicht en adipositas (ook wel obesitas genoemd). Dit onderscheid gebeurt aan de hand van de Quetelet-index tegenwoordig heet deze maat de Body Mass Index (BMI). De BMI wordt berekend door het gewicht in kilogrammen te delen door de lichaamslengte in meter in het kwadraat (kg/m x m). Er is sprake van overgewicht wanneer men een BMI heeft die tussen de 25 en 30 ligt. Men spreekt van obesitas wanneer de QI hoger is dan 30. Gebleken is dat niet alleen overgewicht een groot risico is voor de gezondheid, maar ook de plek van het overtollig vet op het lichaam. Het overtollig vet wat zich rond de buik bevindt, is het gevaarlijkste vet. Overtollig abdominaal vet is een grote risicofactor voor bijvoorbeeld diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten en bepaalde vormen van kanker. Mensen die lijden aan overgewicht en/of obesitas hebben 2 tot 4 keer meer kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten, dan mensen met een gezond gewicht. Mensen die veel overtollig vet rond de buik hebben, noemt men ook wel het appel-model. Je ziet dit bijvoorbeeld veel bij mannen, die een ‘bierbuik’ hebben. Naast het appel-model heb je ook nog het peer-model. Bij het peer-model zit het overtollig vet vooral op de heupen. Het peer-model ziet men vaker bij vrouwen als bij mannen. Het type kan men bepalen door de quotiënt van de middel- en heupomtrek (middel-heup-ratio; MHR) uit te rekenen. Mensen hebben een verhoogde intra-abdominale vetafzetting wanneer bij mannen de quotiënt groter is dan 1,00 en bij vrouwen wanneer de quotiënt groter is dan 0,80. De MHR is een verouderde maat. Tegenwoordig spreekt men van overgewicht wanneer de middelomtrek bij vrouwen tussen de 80 en 88 centimeter ligt. Bij mannen is er sprake van overgewicht wanneer de middelomtrek tussen de 94 en 102 centimeter ligt. Er is sprake van obesitas wanneer de middelomtrek bij vrouwen groter is dan 88 centimeter en bij mannen groter is dan 102 centimeter.
Men kan overgewicht krijgen wanneer er sprake is van een verstoorde balans tussen de energieopname en het energiegebruik. Er wordt meer energie opgenomen, dan dat men energie gebruikt. Het gevaar om overgewicht te ontwikkelen is dat er steeds een klein beetje vetmassa bijkomt zonder dat je het echt in de gaten hebt. Maar als je in de loop van de jaren al die kleine beetjes gewicht bij elkaar optelt ontstaat er overgewicht. Om af te vallen is het niet alleen belangrijk dat de energie-inname verminderd wordt. Dit doe je dus door minder calorieën tot je te nemen. Ook is het erg belangrijk dat het energiegebruik vergroot wordt. Dit kun je doen door meer te gaan bewegen. Een diëtist kan je helpen om proberen af te vallen. Een huisarts kan je doorverwijzen naar een diëtist.
Bronnen:
www.rivm.nl
E. Rubin, Farber, JL, Pathology (2007), Lippincott-Raven, Philadelphia, New York
H. de Vries, de Jongh, TOH, Grundmeijer, HGLM, Diagnostiek van alledaagse klachten (2011), Bohn Stafleu van Lofhum, houten
EH van de Lisdonk, van den Bosch, WJHM, Lagro-Janssen, ALM, Ziekten in de huisartspraktijk (2008), Elsevier gezondheidszorg, Maarssen