Voortplanting; de bevalling, geboorte baby

De bevalling kan zich aandienen door het verliezen van vruchtwater, weeën, of verliezen van wat slijm (slijmprop). De weeën die ontstaan volgen elkaar steeds sneller op en worden steeds krachtiger en pijnlijker. De weeën zorgen voor ontsluiting van de cervix (baarmoedermond) en zijn op een gegeven moment zo krachtig dat de barende vrouw drang krijgt om mee te persen. Deze weeën worden persweeën genoemd. De persweeën luiden de uitdrijvingsfase in. Tijdens de uitdrijvingsfase wordt de foetus door de baarmoederwond en geboortekanaal geduwd door de kracht van persweeën. Na de uitdrijvingsfase volgt de nageboorte. De nageboorte is het geboren worden van de placenta (moederkoek).

Hoe begint de bevalling?
Het begin van de bevalling kan zich aandienen door het breken van de vruchtvliezen en dus het verliezen van vruchtwater, het samentrekken van het myometrium (spieren van de baarmoeder), of het verliezen van de slijmprop die in de cervix (baarmoedermond) zit. Samentrekkingen van het myometrium worden weeën genoemd.

Wat zijn weeën en hoe worden ze opgewekt?
Weeën zijn contracties (samentrekkingen) van het myometrium (gladde spieren van de baarmoeder). Die van de bovenkant van de baarmoeder golfsgewijs naar de cervix (baarmoedermond) lopen.
De weeën worden opgewekt door verschillende factoren.Tegen het einde van de zwangerschap gaat de placenta steeds meer van de hormonen oestrogeen en relaxine produceren.  Deze hormonen zorgen ervoor dat het myometrium anders van vorm wordt en stimuleren de productie van oxytocine.
Oxytocine zorgt ervoor dat het myometrium makkelijker samentrekt, dus makkelijker weeën ontwikkelt. Daarnaast zorgt oxytocine voor de productie van prostaglandinen. Ook prostaglandinen stimuleren de weeën. Ook prostaglandinen zorgen ervoor dat het myometrium anders van vorm wordt.
Ook de groeiende foetus stimuleert de weeën. Enerzijds stimuleert de foetus ook de vervorming van het myometrium. Anderzijds produceert de foetus tegen het einde van de zwangerschap steeds meer oxytocine.
De weeën die ontstaan stimuleren zichzelf. Dit wil zeggen dat de weeën die ontstaan, ervoor zorgen dat er steeds meer krachtige weeën ontstaan die elkaar steeds sneller opvolgen.

De bevalling bestaat uit drie fasen
De daadwerkelijke bevalling bestaat uit drie fasen. De drie fasen van de bevalling zijn:

  1. De ontsluitingsfase
  2. De uitdrijvingsfase
  3. De nageboorte

Elke fase van de bevalling wordt hieronder kort toegelicht.

De ontsluitingsfase
De ontsluitingsfase bestaat uit drie verschillende fasen die in elkaar overlopen. Deze fasen worden gekenmerkt door de mate van ontsluiting van de cervix die in de desbetreffende fase wordt bereikt. In de beginfase loopt de ontsluiting van de cervix op van 0cm naar ongeveer 4 cm. Ook verweekt en verstrijkt de cervix in deze fase. Er zijn in deze fasen wel weeën, maar deze zijn nog niet zeer krachtig en pijnlijk en kunnen meer dan 2 uur uit elkaar liggen.
In de volgende fase loopt de ontsluiting op tot ongeveer 8cm. De weeën zijn zeer krachtig en pijnlijk en liggen rond de drieënhalve minuut uit elkaar.
In de laatste fase liggen de weeën niet meer dan een minuut uit elkaar en zijn zeer krachtig, pijnlijk en duren een stuk langer. Ook kan de vrouw nu sterk de drang hebben om met de weeën mee te persen. Om deze reden worden deze weeën ook wel persweeën genoemd. In de laatste fase loopt de ontsluiting op tot ongeveer 10cm. Wanneer de ontsluiting 10cm is, mag de vrouw actief meepersen. Een ontsluiting van 10cm wordt een volledige ontsluiting genoemd. Wanneer volledige ontsluiting is bereikt, start de uitdrijvingsfase.

De uitdrijvingsfase
In de uitdrijvingsfase wordt de foetus door de geopende cervix en het geboortekanaal geduwd. De kracht die hiervoor nodig is, wordt geleverd door de persweeën en het actieve meepersen van de vrouw. De uitdrijvingsfase duurt meestal niet langer dan twee uren. Tijdens de uitdrijvingsfase wordt de vrouw vaak ingeknipt. Het inknippen wordt een episiotomie genoemd. Bij het inknippen wordt de bilnaad (perineum) schuin ingeknipt, om zo meer ruimte te bieden voor de geboorte van het hoofd van de baby (het deel van de baby met de grootste diameter). Wanneer de bilnaad niet schuin wordt ingeknipt, bestaat de kans dat de bilnaad tot en met de anus inscheurt met een wond met ongelijke wondranden, die minder mooi te hechten zijn, dan een rechte knip. Na de uitdrijvingsfase volgt de nageboorte.

De nageboorte
De nageboorte is het geboren worden van de placenta (moederkoek). De nageboorte vindt vaak plaats binnen 30 minuten na de uitdrijvingsfase. de gynaecoloog, of verloskundige kan oxytocine injecteren om de nageboorte te bespoedigen. De placenta wordt vaak goed onderzocht door de verloskundige. Er wordt gekeken of de gehele placenta geboren is. Ook is aan de placenta te zien of de foetus niets tekort is gekomen.

Bronnen:

JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings