Voor de geboorte maken de ovaria (eierstokken) van het embryo al oöcyten (eicellen). Tussen het begin van de puberteit en de menopauze vindt de verdere rijping plaats van de oöcyten waarbij uiteindelijk een heleboel oöcyten niet rijpen en afsterven. Ongeveer maandelijks vindt de ovulatie plaats. Hierin geeft meestal een van de ovaria een secundaire oöcyt af aan de eileiders. De uterus maakt zich gedurende de menstruatiecyclus klaar voor het innestelen van een bevruchte eicel. Als er geen innesteling plaatsvindt wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten en vindt het daadwerkelijke menstrueren plaats (ongesteld zijn).
Oögenese (vorming van eicellen) start voor de geboorte en duurt tot de menopauze
Al voor de geboorte vormen stamcellen in de eierstokken van het embryo door mitotische delingen oöcyten (eicellen). Bij deze mitotische delingen ontstaan ongeveer twee miljoen primaire oöcyten (primaire eicellen). Na deze mitotische delingen start de meiose I die echter in de profase blijft. Tijdens deze meiose I gaat ongeveer 75% van de primaire oöcyten verloren.
Vlak voor de puberteit zijn er van de twee miljoen oöcyten ongeveer een half miljoen oöcyten over.
In de puberteit wordt de meiose I voltooid. Wanneer de meiose I is voltooid, wordt de oöcyt een secundaire oöcyt genoemd. In de periode tussen de puberteit en de menopauze wordt maandelijks in de eierstok een secundaire oöcyt gevormd. De oögenese lijkt sterk op de spermatogenese. De oögenese levert echter een eicel (secundaire oöcyt) vanuit een primaire eicel op, in plaats van bij de spermatogenese waarin 4 functionele zaadcellen vanuit een primaire zaadcel worden gevormd. Ook is de oöcyt niet volledig gerijpt wanneer de ovulatie plaatsvindt. Met de ovulatie zit de oöcyt in de metafase van meiose II. De tweede meiotische deling van de oöcyt is pas na bevruchting met een zaadcel afgerond.
De ontwikkeling eicellen vindt plaats in de primordiale follikels
De ontwikkeling van oöcyten vindt plaats in de follikels. Een primaire oöcyt die wordt omringd door follikelcellen wordt een primordiaal follikel genoemd. De primordiale follikels worden al voor de puberteit gevormd. Vanaf de puberteit tot de menopauze worden primordiale follikels tot ontwikkeling aangezet. In de ontwikkeling kan de primordiale follikel tot rijping komen en een secundaire oöcyt opleveren.
De primordiale follikel ontwikkelt zich eerst tot primaire follikel. Wanneer deze ontwikkeling heeft plaatsgevonden is de oöcyt omringd door verschillende follikelcellen en een zona pellucida. De zona pellucida verzorgt het transport van voedingsstoffen naar de oöcyt. Sommige primaire follikels ontwikkelen zich tot secundaire follikels. Wanneer deze ontwikkeling heeft plaatsgevonden, hebben de follikelcellen vloeistof gevormd die de secundaire oöcyt omringt.
De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen
De menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen en bestaat uit een folliculaire fase, ovulatie en luteale fase. Elke fase wordt kort toegelicht.
Folliculaire fase
De folliculaire fase beslaat de eerste 14 dagen van de menstruatiecyclus. FSH (follikel stimulerend hormoon) wat door de hypofyse wordt gemaakt stimuleert rond de 20 secundaire follikels om te rijpen. Uiteindelijk ontwikkelt maar 1 van de secundaire follikels zich tot tertiair follikel (Graafs follikel genoemd). Daarna stijgt de concentratie LH (luteïniserend hormoon). LH wordt ook afgegeven door de hypofyse en stimuleert de voltooiing van meiose I waarin de primaire oöcyt zich bevindt. Er ontstaat dan een secundaire oöcyt. Deze oöcyt start vervolgens met meiose II die stopt in de metafase.
Ovulatie
Tijdens de ovulatie barst de tertiaire follikel waardoor de secundaire oöcyt vrijkomt in de eileider.
Luteale fase
De luteale fase start met de ovulatie en duurt ook ongeveer 14 dagen. In de luteale fase vormt zich het corpus luteum (gele lichaam) uit het tertiaire follikel. Het corpus luteum vormt progesteron die de groei van het baarmoederslijmvlies stimuleert, zodat een eventueel bevruchte eicel zich kan innestelen. Als er geen bevruchte eicel is, dan sterft het corpus luteum af.
Menstruatiecyclus, menstrueren en hormonen
De uterus (baarmoeder) reageert op wisselende hormoonspiegels. De menstruatiecyclus op het niveau van de uterus bestaat uit twee onderdelen; de proliferatieve en de secretoire fase. In de proliferatieve fase groeit het endometrium (baarmoederslijmvlies) onder invloed van het hormoon oestrogeen. Oestrogeen wordt afgegeven door de ovaria (eierstokken). Na de ovulatie maakt het corpus luteum progesteron. Progesteron stimuleert de fase waarin slijmbekercellen van het endometrium slijm produceren. Deze fase wordt de secretoire fase genoemd. In deze fase is het endometrium optimaal voor innesteling van een bevruchte eicel. Als de eicel bevrucht wordt zal het corpus luteum progesteron blijven produceren onder invloed van het hCG (humaan choriongonadotrofine) wat door de ingenestelde bevruchte eicel (embryo) wordt geproduceerd.
Als de eicel niet bevrucht wordt, zal het gele lichaam afsterven, daalt daardoor de progesteronspiegel en zal het baarmoederslijmvlies afgestoten worden wat leidt tot het bloeden (het eigenlijke menstrueren). Het menstrueren duurt maximaal een week en er wordt dan tussen de 50 en 70ml bloed verloren.
Bronnen:
JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings