Pleuravocht bevindt zich tussen de longvliezen. Normaal gesproken is tussen beide longvliezen een dun laagje vocht aanwezig wat beide longvliezen van elkaar scheidt en ervoor zorgt dat de longen soepel kunnen bewegen in de borstkas. In sommige situaties kan een abnormale ophoping van dit pleuravocht tussen de longvliezen ontstaan. We spreken dan van pleura-effusie.
De pleura (of longvlies) is het sereuze membraan dat dubbelgeplooid rond elk van de longen zit. Doordat het dubbelgeplooid zit vormt het een sereuze zak die hermetisch gesloten is. De binnenste wand (membraan) van deze sereuze zak noemt men de viscerale pleura, en de buitenste wand de pariëtale pleura. De pleurale ruimte bevindt zich tussen deze twee membranen. Deze tussenruimte is gevuld met een dunne film pleuravocht, die het mogelijk maakt dat de membranen langs elkaar heen bewegen tijdens het ademen. De hoeveelheid pleuravocht is normaal slechts enkele millimeters. De hoeveelheid pleuravocht kan toenemen door verschillende oorzaken. Verschijnselen die men kan krijgen bij toename van het pleuravocht zijn o.a.:
• Pijn op de borst die vooral aanwezig is bij inademen
• Kortademigheid
• Droge hoest
Enkele oorzaken van een toename van het pleuravocht
1. Toename in de vorming van pleuravocht;
• Toename interstitieel vocht in de long
o Longembolie
o Linker ventrikel falen
o Pneumonie (longontsteking)
• Toename intravasculaire druk in de pleura
o Linker ventrikel falen
o Rechter ventrikel falen
o Vena cava superior syndroom
• Toegenomen eiwitgehalte in pleuravocht
• Afgenomen druk in de pleuraholte
o Atelectase
o Stugge long
• Toename vocht in de peritoneaalholte
o Ascites
o Peritoneaal dialyse
o Laesie ductus thoracicus
2. Afname resorptie pleuravocht;
• Obstructie lymfdrainage pariëtale pleura
• Verhoogde systeem vaatdruk
• Rechter ventrikel falen
• Vena cava superior syndroom
Bij pleuravocht kun je onderscheid maken tussen transudaat en exsudaat. In onderstaande tabel is te zien hoe men onderscheidt maakt tussen exudaat en transudaat:
Transudaat |
Exudaat |
|
Proteïne (eiwitten) |
< 3 mg/dl |
> 3 mg/dl |
Quotiënt proteïne ascites/serum |
< 0,5 |
> 0,5 |
Quotiënt LDH ascites/serum |
< 0,6 |
> 0,6 |
Aan de hand van de bepaling of het pleuravocht transudaat dan wel exsudaat is kan men verschillende oorzaken noemen voor het ontstaan van een overvloed aan pleuravocht:
Oorzaken transudaat
• Congestief hartfalen
• Cirrose met ascites
• Nefrotisch syndroom
• Peritoneale dialyse
• Mixed oedeem
• Acute atelectase
• Pericarditis
• Superior vena cava obstructie
• Longembolie
Oorzaken exudaat
• Pneumonie
• Pleuritis
• Kanker (long)
• Longembolie
• Emfyseem
• TBC
• Bindweefselaandoening (bv. reumatoïde artritis)
• Virale infectie
• Schimmelinfectie
• Rickettsialinfectie
• Parasitaire infectie
• Asbest
• Meigs’ syndroom
• Aandoeningen van de pancreas
• Uremie
• Chronische atelectase
• Chylothorax
• Sarcoïdose
• Medicatie
• Post-myocard infarct syndroom
• Ruptuur van de oesofagus
Bronnen:
E. Rubin, Farber, JL, Pathology (2007), Lippincott-Raven, Philadelphia, New York
H. de Vries, de Jongh, TOH, Grundmeijer, HGLM, Diagnostiek van alledaagse klachten (2011), Bohn Stafleu van Lofhum, houten
EH van de Lisdonk, van den Bosch, WJHM, Lagro-Janssen, ALM, Ziekten in de huisartspraktijk (2008), Elsevier gezondheidszorg, Maarssen