Weerstand; bouw en functies van het lymfestelsel

Het lymfesysteem is een open systeem en ligt naast het bloedvatensysteem. Het lymfesysteem bestaat uit verschillende onderdelen, zoals bijvoorbeeld de lymfevloeistof, lymfeklieren, amandelen en milt. De functies van het lymfesysteem zijn weefseldrainage, afweer en het vervoeren van chylomicronen (soort lipoproteïnen). De samenstelling van lymfe lijkt erg op de samenstelling van bloedplasma. Binnen het lymfesysteem worden een bepaald soort witte bloedcellen; de lymfocyten verder afgemaakt. De lymfocyten zijn belangrijke afweercellen van de specifieke en niet-specifieke immuniteit. Zoals elk orgaanstelsel kent ook het lymfestelsel een aantal ziekten, zoals bijvoorbeeld lymfeklierkanker, reuma en allergieën. Opgezette, vergrote lymfeklieren zijn vaak een onschuldig symptoom.

Bouw, onderdelen en functies van het lymfesysteem
Naast het bloedvatenstelsel wat uit arteriën (slagaders), arteriolen, capillairen, venulen en venen bestaat, is er nog een ander vaatstelsel. Het lymfestelsel is een open systeem en ligt vaak naast het bloedvatenstelsel. Het lymfestelsel, of lymfatisch stelsel (systema lymphacaeum) bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Lymfe (lymfevloeistof, of chylus)
  • Lymfocyten
  • Lymfevaten
  • Lymfoïde weefsels
  • Lymfeklieren (lymfeknopen)
  • Amandelen
  • Thymus (zwezerik)
  • Milt

De functies van het lymfestelsel zijn het vervoeren van weefselvloeistof (weefseldrainage), afweer (bestrijden van ziekteverwerkkers, oftewel pathogenen en maken van lymfocyten) en het vervoeren van chylomicronen. Chylomicronen zijn een soort lipoproteïnen. In de vetvertering worden lange keten vetzuren verpakt in chylomicronen en door het lymfesysteem vervoerd naar de bloedbaan. Hieronder wordt meer in detail beschreven wat de bouw en functie is van de verschillende onderdelen van het lymfesysteem.

Bouw (samenstelling) en functie van lymfe (lymfevloeistof)
Doordat de capillaire druk iets groter is, dan de osmotische druk in de capillairen lekt er altijd wat vloeistof in de weefsels. Deze vloeistof wordt weefselvloeistof genoemd en wordt door osmotische druk binnenin de lymfevaten gezogen. In de lymfevaten wordt de weefselvloeistof lymfe of chylus genoemd. De lymfe lijkt erg veel op het bloedplasma van aderlijk bloed. Lymfevloeistof bevat veel water en koolstofdioxide, bijna geen zuurstof. Daarnaast bevat lymfevloeistof voedingsstoffen en wanneer de lymfe veel chylomicronen bevat wordt de lymfevloeistof chylus genoemd. Ook bevat de lymfevloeistof hormonen, anti-toxinen, lymfocyten en enzymen.

Bouw en functie van de lymfocyten
Lymfocyten zijn een soort leukocyten (witte bloedcellen). Lymfocyten zijn belangrijk in de specifieke afweer (verworven afweer) en niet-specifieke afweer (aangeboren afweer) van het lichaam. Een lymfocyt wordt uit stamcellen in het rode beenmerg gevormd en verder bewerkt in de lymfoïde weefsels. Er zijn vier verschillende soorten lymfocyten:

  1. T-lymfocyten
  2. B-lymfocyten
  3. NK-cellen (Natural Killer cellen)
  4. NKT-cellen

Hieronder wordt de functie van de T-lymfocyten, B-lymfocyten en NK-cellen toegelicht.

T-lymfocyten
T-lymfocyten worden gevormd in het rode beenmerg, maar verder afgemaakt in de thymus (vandaar ook de naam T-lymfocyten). In de thymus worden de T-lymfocyten zo gevormd dat zij lichaamseigen weefsels herkennen als niet-schadelijk en lichaamsvreemde stoffen als schadelijk. Na dit proces reageren T-lymfocyten op lichaamsvreemde stoffen in het lichaam, omdat deze stoffen bepaalde antigenen (soort eiwitten op het oppervlak) hebben. De T-lymfocyten verzorgen de cellulaire afweer van het lichaam. T-lymfocyten vallen als gehele cel de schadelijke stof aan. De T-lymfocyten sterven niet af wanneer zij schadelijke stoffen aanvallen.

B-lymfocyten
B-lymfocyten worden gevormd in het rode beenmerg, maar verder afgemaakt in onder andere de milt. De B-lymfocyten zijn verantwoordelijk voor de humorale afweer. Dit betekent dat B-lymfocyten antistoffen, maken zodra de B-lymfocyten vreemde antigenen tegenkomen. Deze antistoffen worden immunoglobulinen (Ig) genoemd. Nadat B-lymfocyten in contact zijn gekomen met een bepaalde schadelijke stof, ontwikkelen ze sneller antistoffen wanneer zij wanneer zij de tweede maal in contact komen met dezelfde schadelijke stof.

NK-cellen
De NK-cellen worden gevormd in het rode beenmerg gevormd. De NK-cellen zijn onderdeel van de niet-specifieke afweer. NK-cellen vormen interferonen, ook wel cytokinen genoemd. NK-cellen spelen een belangrijke rol in de afweer tegen virussen en gaan de ontwikkeling van kankercellen tegen. NK-cellen doen dit door de deling van virussen en kankercellen te verstoren.

Bouw en functie van de lymfevaten
Het lymfestelsel bestaat onder andere uit lymfevaten. Deze lymfevaten verzamelen en vervoeren lymfevloeistof. De kleinste lymfevaten worden lymfecapillairen genoemd en beginnen blind in alle weefsels. Net zoals de capillairen, bestaan de lymfecapillairen uit een cellaag. De cellen van de lymfecapillairen liggen dakpansgewijs een richting op. Dit voorkomt dat de lymfevloeistof terug kan stromen. In de grote lymfevaten zitten net als in de venen kleppen. Deze kleppen verhinderen eveneens terugstromen van lymfevloeistof. Uiteindelijk wordt komt alle lymfevloeistof via twee grote lymfevaten weer in de bloedbaan terecht. Deze twee grote lymfevaten zijn de borstbuis (ductus thoracicus) en de rechter lymfebuis (ductus lympathicus dexter). De borstbuis verzamelt lymfevloeistof van de benen, buik en linkerzijde van het bovenlichaam. De rechter lymfebuis verzamelt lymfevloeistof van de rechterzijde van het bovenlichaam. De borstbuis mondt uit in de kruising tussen linker v. jugularis (halsader) en v. subclavia (ondersleutelbeenader). De rechter lymfebuis mondt uit in de rechter v. subclavia.

Bouw en functie van de lymfoïde weefsels
Lymfoïde weefsels zijn aggregaten van los bindweefsel en lymfocyten. Lymfoïde weefsels zijn belangrijke delingsplaatsen voor lymfocyten. De grootte van de lymfoïde weefsels kan sterk variëren. In het spijsverteringskanaal komen vele lymfoïde weefsels voor en worden daar GALT genoemd (Gut Associated Lymphoid Tissue). Ook in de slijmvliezen komen vele lymfoïde weefsels voor en worden daar MALT genoemd (Mucosa Associated Lymphoid Tissue). Belangrijke lymfoïde weefsels zijn de appendix, amandelen en de platen van Peyer.

Bouw en functie van de lymfeklieren (lymfeknopen)
Waar de lymfoïde weefsels aggregaten zijn van los bindweefsel en lymfocyten en niet worden omgeven door een vezelig kapsel worden de lymfeklieren die wel omgeven door een vezelig kapsel. Vanuit de aanvoerende (afferente) lymfevaten wordt lymfe naar de lymfeklieren aangevoerd en de afvoerende (efferente) lymfevaten voeren lymfe van de lymfeklieren af. De afferente lymfevaten komen aan in het hilum van de lymfeknoop. In de lymfeknopen zijn zeer veel lymfocyten (zowel B- als T-lymfocyten) opgeslagen. Wanneer er een ontsteking/infectie is in de buurt van de lymfeknoop zal de lymfeknoop vergroten, doordat de lymfocyten zich vermenigvuldigen. Een vergrote lymfeklier is dus vaak onschuldig en geen uitzaaiing (metastase) van kanker. Het lichaam heeft zeer veel lymfeklieren. Met name in de hals, oksels, kaak en liezen komen veel lymfeklieren voor.

Bouw en functie van de amandelen
In het lichaam drie verschillende amandelen (tonsillen) voor:

  1. Neusamandelen (Tonsillae pharingica)
  2. Keelamandelen (Tonsillae palatinae)
  3. Tongamandelen (Tonsillae lingualis)

De amandelen komen in de neusholte, keelholte en onder de tong voor. De amandelen maken deel uit van de ring van Waldeyer en spelen tijdens de jeugd een belangrijke rol in de afweer.

Bouw en functie van de thymus (zwezerik)
De thymus is een orgaan wat tussen de trachea (luchtpijp) en sternum (borstbeen) ligt. De thymus heeft twee kwabben. De kwabben zijn in lobben verdeeld. Elke lob is afgescheiden van een andere lob door septae (wand). Tot en met de puberteit neemt de thymus in grootte toe, daarna verschrompelt de thymus. In de thymus worden de T-lymfocyten als het ware getraind. Ook maakt de thymus geheugencellen en hormonen. Geheugencellen helpen bij het snel herkennen van pathogenen (ziekteverwerkkers). Hormonen (waaronder thymosine) stimuleren de lymfoïde cellen van het beenmerg en de rijping van lymfocyten.

Bouw en functie van de milt
De milt ligt aan de linkerzijde van het lichaam, tussen het middenrif, maag en linker nier. De milt is onderdeel van het lymfestelsel, maar filtert in plaats van lymfe het bloed. Een normale milt weegt rond de 200 gram en is ongeveer 12cm bij 7cm bij 5cm groot. De milt is een kleine opslagplaats voor bloed. Daarnaast breekt de milt beschadigde rode bloedcellen af en slaat het vrijgekomen ijzer op. Tenslotte stimuleert de milt de B- en T-lymfocyten om te reageren op antigenen die op het oppervlak van schadelijke stoffen voorkomen.

Ziekten van het afweersysteem en is het ernstig om vergrote lymfeklieren te hebben?
Er zijn verschillende ziekten van het afweersysteem, of onderdelen van het afweersysteem. Een aantal bekende ziekten van het afweersysteem worden hieronder kort beschreven:

  • HIV (Human Immunodeficiency Virus). Bij HIV valt een virus wat kan worden overgedragen door onveilig vrijen en/of bloedtransfusie het afweersysteem aan. HIV kan tot AIDS (Acquired Immuno Deficiency Syndrome) leiden. Bij AIDS is het afweersysteem zo ernstig verzwakt dat opportunistische pathogenen en kankers de kop op steken. De patiënt is dan ernstig ziek en leeft waarschijnlijk niet lang meer.
  • Leukemie. Leukemie wordt ook wel bloedkanker genoemd. Bij leukemie maken de stamcellen van het beenmerg veel te veel leukocyten en hebben de leukocyten een andere vorm, waardoor ze hun functie niet meer kunnen uitvoeren.
  • Ziekte van Hodgkin (Hodgkin-lymfoom). De ziekte van Hodgkin is een vorm van lymfeklierkanker. De patiënt gaat vaak met een vergrote, opgezette lymfeklier naar de arts. Bij de ziekte van Hogdkin is er sprake van kwaadaardige cellen die afstammen van de B-lymfocyten. Deze kwaadaardige cellen delen zich snel en verspreiden zich van lymfeklier naar lymfeklier.
  • Non-Hodgkinlymfoom. Non-Hodgkinlymfoom (NHL) is een andere vorm van lymfeklierkanker. Bij NHL is er sprake van ongebreidelde deling van lymfocyten die begint in een lymfeklier, of in ander lymfeweefsel. De lymfocyten verliezen echter hun functie, waardoor de afweer afneemt.
  • Tonsillitis. Tonsillitis is een ontsteking van de keelamandelen.
  • Appendicitis. Appendicitis is een ontsteking van de appendix vermiformis. Appendicitis wordt in de volksmond ten onrechte blinde darmontsteking genoemd.
  • Lymfadenitis .Lymfadenitis is een ontsteking van lymfeweefsel vaak veroorzaakt door een ontsteking van een deel van het lichaam wat dicht bij het lymfeweefsel in de buurt ligt.
  • Auto-immuunziekten. Bij auto-immuunziekten ziet het afweersysteem het eigen lichaam als lichaamsvreemd en valt het afweersysteem het eigen lichaam aan. Bekende auto-immuunziekten zijn reumatoïde artritis (RA) en de ziekte van Graves.
  • Allergieën. Bij een allergie reageert het lichaam met een immuunreactie op antigenen die onschuldig zijn. Bekende allergieën zijn een notenallergie, koemelkeiwitallergie en hooikoorts.
  • Vergrote, opgezette lymfeklieren. Vergrote, opgezette lymfeklieren zijn meestal een onschuldig symptoom van een infectie dicht in de buurt van de lymfeklier. Een verkoudheid kan bijvoorbeeld ook vergrote lymfeklieren veroorzaken.

Bronnen:

JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings