Het hart; anatomie van de binnenzijde van het hart

Het hart van een zoogdier, dus ook van de mens bestaat uit twee boezems (atria; enkelvoud atrium) en twee kamers (ventrikels). Het hart bestaat uit twee harthelften. Elke harthelft bestaat uit een atrium en een ventrikel. Daarnaast monden aders in elke harthelft uit (in de atria) en ontspringen aan elke harthelft (uit de ventrikels) slagaders. Tussen de atria en ventrikels zitten AV-kleppen en tussen ventrikels en slagaders zitten semilunaire kleppen. De hartkleppen voorkomen terugstromen van bloed. Omdat het hart afhankelijk is van een goede zuurstofvoorziening om goed te kunnen werken, is ook de bloedvoorziening van het hart goed. Het hart wordt middels de coronairvaten (kransslagaders) voorzien van bloed.

Boezems (atria), kamers (ventrikels) en wanden van het hart
Het hart van een zoogdier, dus ook van de mens bestaat uit twee boezems, ook wel atria (enkelvoud atrium) genoemd en twee kamers, ook wel ventrikels genoemd.
Voordat bloed in de ventrikels komt, komt eerst het bloed in de atria. Wanneer de atria contraheren, stroomt het bloed de ventrikels binnen. Het rechter en linker ventrikel pompen het bloed respectievelijk in de longslagader (a. pulmonalis) en aorta. Het linker ventrikel is een stuk dikker (dikkere spierwand; myocard), dan het rechter ventrikel. Dit komt omdat het linker ventrikel met meer kracht het bloed moet rondpompen, dan het rechter ventrikel. Het linker ventrikel is immers verantwoordelijk voor de grote bloedsomloop en het rechter ventrikel is verantwoordelijk voor de kleine bloedsomloop (bloedsomloop tussen longen en hart).
De atria en ventrikels en de ventrikels onderling worden gescheiden door wanden. Een wand wordt een septum genoemd. De wand tussen de ventrikels wordt het ventrikelseptum genoemd. Bij een foetus bestaat er nog een open verbinding tussen het linker en rechter ventrikel. Bij de geboorte sluit echter het septum. Soms sluit het ventrikelseptum niet, dit wordt dan een ventrikelseptumdefect genoemd.
Tussen de atria en ventrikels zit ook een wand. Deze wand wordt het atriaventriculaire septum genoemd.

Hartkleppen; semilunaire kleppen (halvemaanvormige kleppen) en AV-kleppen (atrioventriculaire kleppen)
Zowel tussen de atria en ventrikels, als tussen de ventrikels en aorta en a. pulomonalis (longslagader) komen kleppen voor. De kleppen tussen de atria en ventrikels worden AV-kleppen (atrioventriculaire kleppen) genoemd. Tussen het linker atrium en linker ventrikel worden de AV-kleppen de mitraliskleppen (mitraalkleppen) genoemd en zijn er twee slippen. Bij mitralisklepstenose sluit de mitralisklep niet meer goed en moet het hart harder werken. Tussen het rechter atrium en rechter ventrikel worden de AV-kleppen de tricuspidaliskleppen genoemd en zijn er drie kleppen. De AV-kleppen voorkomen dat bloed vanuit de ventrikels terugstromen naar de atria wanneer de ventrikels contraheren. De AV-kleppen zitten middels peesdraden, de zogenaamde chordae tendinae vast aan papillairspieren. Wanneer de papillairspieren contraheren, trekken zij middels de chordae tendinae de AV-kleppen dicht.
Ook tussen de slagaders die ventrikels verlaten en de ventrikels zitten kleppen. Deze kleppen worden de semilunaire kleppen (halvemaanvormige kleppen) genoemd. Zodra het linker en rechter ventrikel bloed in respectievelijk de aorta en a. pulmonalis heeft gepompt, sluiten de semilunaire kleppen. De semilunaire kleppen verhinderen het terugstromen van bloed vanuit de aorta en a. pulmonalis naar de ventrikels.

Aders die de rechter harthelft binnenkomen en slagader die de rechter harthelft verlaat
De aders die de rechter harthelft binnenkomen zijn de vena cava superior en inferior (bovenste en onderste holle ader). De slagader die de rechter harthelft verlaat, is de a. pulmonalis. In de vena cava superior en inferior komt al het bloed van het hele lichaam samen. De vena cava superior en inferior monden uit in het rechter atrium. De vena cava superior en inferior bevat zuurstofarm bloed. Ook bevat dit bloed veel koolstofdioxide. De a. pulmonalis bevat eveneens zuurstofarm bloed en ontspringt aan het rechter ventrikel. De a. pulmonalis is de enige slagader van het lichaam die zuurstofarm bloed bevat. De a. pulmonalis gaat richting de longen. In de longen wordt het zuurstofarme bloed verzadigd met zuurstof. Bloed wat de longen verlaat is zuurstofrijk.

Ader die de linker harthelft binnenkomt en slagader die de linker harthelft verlaat
De ader die de linker harthelft binnenkomt is de v. pulmonalis (longader). De slagader die de linker harthelft verlaat, is de aorta. De v. pulmonalis bevat zuurstofrijk bloed en mondt uit in het linker atrium. De slagader die de linker harthelft verlaat, is de aorta en bevat eveneens zuurstofrijk bloed. De aorta vertakt zich in vele slagaders die de weefsels voorzien van zuurstof.

Bloedvoorziening; doorbloeding van het hart
Het hart is een spier die afhankelijk is van een goede zuurstofvoorziening. Het hart kan alleen aeroob (met zuurstof) energie vrijmaken om te kunnen functioneren. Om deze reden moet de bloedvoorziening van het hart goed zijn. De slagaders die het hart voorzien van bloed en zuurstof ontspringen aan de aorta. De slagaders van het hart worden kransslagaders, of coronairvaten genoemd. Aan de aorta ontspringen twee kransslagaders; de a. coronaria sinister en dexter (linker en rechter kransslagaders). De a. coronaria sinister verdeelt zich vervolgens in een ramus circumflexus en ramus interventricularis anterior (of ventrale interventriculaire tak). De a. coronaria dexter verdeelt zich in een ramus interventricularis posterior (dorsale interventriculaire tak) en ramus interventricularis marginalis.
De vena cordis magna en media (aders; venen van het hart) verzamelen zuurstofarm bloed en voeren dit bloed af naar de coronaire sinus. De coronaire sinus is een opening nabij de atrioventriculaire sulcus dicht bij de vena cava inferior.

Bronnen:

JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings