Bloed; rode bloedcellen (erytrocyten)

Rode bloedcellen zijn de cellen die het meeste voorkomen in het menselijk lichaam. Een druppeltje bloed bevat ruim 250 miljoen cellen. De rode bloedcellen maken ruim 99% uit van het hematocriet (cellen van het bloed). De rode bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg en afgebroken door macrofagen in de lever, beenmerg en milt. De rode bloedcellen zijn biconcaaf en zijn verantwoordelijk voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide in het lichaam.

Waar worden rode bloedcellen (erytrocyten) gemaakt?

De vorming van rode bloedcellen wordt erytropoëse genoemd en vindt plaats in het rode beenmerg van de beenderen. Specifieker bevindt het rode beenmerg (myeloïde weefsel) zich in de mergholte (cavitas medullaris) van het dijbeen (femur), opperarmbeen (humerus), bekken (pelvis), ribben (costae), borstbeen (sternum), schouderbladen (scapula) en wervels (vertebra). Rode bloedcellen worden uit multipotente bloedcellen van het rode beenmerg gevormd. De multipotente bloedcel is een stamcel waaruit niet alleen de rode bloedcellen worden gevormd, maar ook de witte bloedcellen (leukocyten) en bloedplaatjes. De totale vorming van bloed wordt hematopoëse genoemd. Rode bloedcellen worden uit multipotente bloedcellen gevormd. Om uit multipotente bloedcellen rode bloedcellen te vormen, zitten een aantal tussenstappen. Uit multipotente bloedcellen worden achtereenvolgens pro-erytroblast, erytroblast, normoblast, reticulocyt en tenslotte erytrocyt (rode bloedcel) gevormd. De rode bloedcel heeft geen celkern. Wanneer de zuurstofspanning van het bloed te laag is, wordt dit door de nieren waargenomen. De nieren maken dan erytropoëtine (EPO). EPO stimuleert het rode beenmerg om rode bloedcellen te vormen.

Waar en hoe worden rode bloedcellen afgebroken?
Rode bloedcellen worden door het hart met grote kracht door de bloedvaten heen geperst. Bij kleine bloedvaten kan de rode bloedcel vervormen en vervolgens weer terugschieten naar de oorspronkelijke vorm. Bloedcellen raken echter op den duur beschadigd. Beschadigde bloedcellen kunnen niet meer goed hun functie uitvoeren en moeten opgeruimd worden. Een rode bloedcel heeft een gemiddelde levensduur van 120 dagen. Beschadigde rode bloedcellen worden door de macrofagen (een type witte bloedcel) afgebroken. Macrofagen komen voor in de milt, het beenmerg en de lever. De rode bloedcel wordt door de macrofaag afgebroken tot uiteindelijk ijzer, aminozuren en bilirubine. Er zijn echter wel een aantal tussenstappen. Eerst wordt de rode bloedcel afgebroken tot aminozuren. Uit deze aminozuren wordt heam vrijgemaakt. Het heam wordt verder afgebroken tot ijzer en biliverdine. Het biliverdine wordt verder afgebroken tot bilirubine. Het ijzer wat vrijkomt uit de afbraak van de rode bloedcel wordt door het transporteiwit transferrine naar het beenmerg getransporteerd. Bilirubine wordt via de lever afgegeven aan de galblaas. De galblaas geeft de bilirubine af aan de dikke darm. Het grootste deel van bilirubine wordt via de ontlasting afgegeven aan de ontlasting. Een deel van het bilirubine wordt echter weer opgenomen door het bloed. Dit bilirubine wordt door de nieren met de urine uitgescheiden. Soms kan de galuitgang verstopt zijn. Het bilirubine kan dan niet worden uitgescheiden. Het bilirubine treedt op den duur uit de bloedvaten en kan de huid een gele kleur geven. Dit wordt geelzucht genoemd.

Hoe zien rode bloedcellen eruit?
De rode bloedcel heeft een dikke rand en een dun middengebied. De rode bloedcel lijkt een beetje op twee op elkaar geplakte schoteltjes. Deze vorm wordt biconcaaf genoemd. Deze vorm zorgt voor oppervlaktevergroting en maakt de rode bloedcel makkelijk vervormbaar. De oppervlaktevergroting zorgt ervoor dat de rode bloedcel meer zuurstof en koolstofdioxide kan vervoeren. De vervormbaarheid van de rode bloedcel zorgt ervoor dat de bloedcel ook door de kleinste bloedvaten heen kan stromen. De rode bloedcel is voor de energie die het nodig heeft afhankelijk van de anaerobe (zonder zuurstof) stofwisseling. Dit zorgt ervoor dat de rode bloedcel niet het zuurstof gebruikt wat het moet vervoeren.

Hemoglobine is verantwoordelijk voor het zuurstoftransport van rode bloedcellen
De rode bloedcel bevat hemoglobine (Hb). Het Hb is het transporteiwit van zuurstof van de rode bloedcel. Het Hb bestaat uit haem en het haem bevat ijzer. Het ijzer in het hemoglobine bindt zuurstof in de longen en geeft het in de weefsels weer af. Wanneer het hemoglobine zuurstof heeft gebonden wordt het oxyhemoglobine genoemd, of HbO2 en heeft de rode bloedcel een helderrode kleur. Wanneer het hemoglobine geen zuurstof heeft gebonden, heeft het bloed een donkerrode kleur.

Rode bloedcellen zijn belangrijk in het transport van koolstofdioxide (CO2)
De rode bloedcel speelt niet alleen een belangrijke rol in het zuurstoftransport, maar ook in het transport van koolstofdioxide. Het koolstofdioxide wordt geproduceerd door actieve cellen en door het bloed afgegeven aan de longen. Het koolstofdioxide wordt in het bloed op drie verschillende manieren getransporteerd.

  1. Ongeveer 7% van het geproduceerde koolstofdioxide wordt opgelost in het bloedplasma.
  2. Een kleine 25% wordt aan het hemoglobine gebonden in de rode bloedcel. Wanneer koolstofdioxide bindt aan hemoglobine, wordt deze verbinding carbaminohemoglobine genoemd.
  3. Een kleine 70% wordt door koolzuuranhydrase in de rode bloedcel omgezet in koolzuur en vervolgens bicarbonaat.

Bronnen:

JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings