De oorzaak van diabetes mellitus type 2 bestaat uit twee factoren. Ten eerste bestaat er een insulineresistentie in de lever-, spier- en vetweefselcellen waardoor insuline (insuline-afgifte is op dit moment fors verhoogd; lees hier meer over in hyperinsulinemie) een onvoldoende regulerend effect heeft. Hierdoor daalt de bloedglucosespiegel onvoldoende bij een bepaalde insulineproductie. Ten tweede is er op een gegeven moment onvoldoende insulinesecretie om de bloedglucosespiegel op peil te houden. Op deze manier ontstaat er een relatief tekort aan insuline. De insulineresistentie die in de lever-, spier- en vetweefselcellen bestaat wordt ook wel insulineresistentiesyndroom, of metabool syndroom genoemd. Dit is een syndroom met verschillende afwijkingen zoals een verhoogde bloeddruk, (licht) verhoogde bloedglucose- en insulinewaarden, centrale adipositas (dikke buik) oftewel een abdominale vetverdeling (een grote middelomtrek; dikke buik), verhoogde triglyceridenwaarden LDL-cholesterolwaarde (slechte cholesterol) en een verlaagde HDL-cholesterolwaarde, die het “goede” cholesterol betreft. Het ontstaan van diabetes type 2 wordt zowel door omgevingsfactoren (inactiviteit, ongezonde voeding, stress, slecht slapen, roken) als door genetische factoren bepaald. De verhoogde bloedglucosespiegels vergroten samen met de eerder genoemde factoren het risico op macro- en microvasculaire aandoeningen. Voordat diabetes mellitus wordt gediagnosticeerd heeft het een aantal kenmerkende symptomen. Deze symptomen worden later beschreven. Bewegen heeft positieve effecten op het beloop van de ziekte. Voordat gestart wordt met een beweegprogramma is het aan te raden om de type 2 diabeet goed te screenen.
Symptomen van diabetes mellitus
- Dorst
- Aandrang om vaak en veel te plassen
- Gewichtsafname ondanks toegenomen eetlust
- Toegenomen vatbaarheid voor infecties (schimmels)
- Zwak, moe en lusteloos
- Wazig zien
De diagnose diabetes mellitus kan gesteld worden wanneer op twee momenten de nuchtere bloedglucosewaarde in het capillaire volbloed (bloed uit een vingerprik) groter is dan 6,0 mmol/l, of in het veneuze plasma(bloed afgenomen uit een vene) groter is dan 6,9 mmol/l.
Voor meer informatie over de oorzaken, gevolgen en behandeling van diabetes mellitus 2, zie:
Voor meer informatie diabetes mellitus in het algemeen, zie:
Fysiologische effecten van bewegen bij diabetes mellitus type 2
Bewegen is voor iedereen goed, zo ook voor mensen die lijden aan diabetes mellitus type 2. Het streven van de Type 2 diabeet moet zijn om dagelijks minimaal 30 minuten matig intensief te bewegen. Matig intensief bewegen is bijvoorbeeld met 4 km/u wandelen, of fietsen (zonder electrische ondersteuning) met 16 km/u. Door te bewegen treden de volgende positieve fysiologische effecten op:
- Upregulatie van GLUT-4 transporter. GLUT-4 is een glucosetransporter. GLUT-4 zorgt ervoor dat glucose onder invloed van insuline onder andere in de spier wordt getransporteerd. Bewegen stimuleert de upregulatie van GLUT-4, waardoor meer GLUT-4 naar het sarcolemma gaat. Op deze manier kan ook meer glucose de cel in worden getransporteerd.
- Verbetering van de doorbloeding van de spier. Wanneer de doorbloeding van de spier verbetert, kan meer glucose richting de spier worden getransporteerd.
- Vermindering van de gluconeogenese door de lever. Hierdoor maakt de lever na inspanning minder glucose aan en geeft ook minder glucose aan het bloed.
- Daling HbA1c
- Verbetering van de spierkracht en aeroob uithoudingsvermogen
- Betere regulatie van het lichaamsgewicht
- Verbetering van de coördinatie
- Verlaging van het risico op hart- en vaatziekten
Voor meer informatie over de positieve effecten van bewegen bij diabetes, zie:
Bewegen en sporten bij diabetes mellitus type 2 is gezond
(Inspannings)testen bij diabetes mellitus 2
Het is belangrijk om de inspanningscapaciteit en belastbaarheid van Type 2 diabeten te testen. Daarnaast kan bepaald worden wat de houding is van de Type 2 diabeet ten opzichte van beweging. Onderstaande testen kunnen gebruikt worden om te bepalen wat de houding is van de Type 2 diabeet ten opzichte van bewegen en wat de belastbaarheid is van de Type 2 diabeet:
- PAR-Q-test
- BMI
- Beweegervaring (PACE-vragenlijst)
- Maximale ergometrietest (STEEP-ramptest)
- 6 MinutenWandelTest
- Spierkrachtmeting met het voorspellen van de 1RM
- bewegingservaringstest.
Bewegen bij diabetes mellitus type 2
De behandeling van DMII is erop gericht de bloedglucosewaarden te normaliseren (tussen de 4 en 8 mmol/l). Ook moet de patiënt met DMII streven naar een HbA1c onder de 53 mmol/mol (voorheen HbA1c kleiner dan 7,0 procent). Naast een normalisatie van de bloedglucosewaarden wordt ook een normalisatie van de vetstofwisseling en het lichaamsgewicht nagestreefd. Bloedglucosewaarden zowel nuchter, als gevoed, HbA1c, cholesterol- en bloedlipidenwaarden (HDL, LDL en Triglyceriden) en bloeddruk zijn belangrijke parameters die verbeteren bij een betere en gezondere leefstijl. Verbetering van het aerobe uithoudingsvermogen en spierkracht, zonder gewichtsverlies geeft al een grote afname van het risico op hart- en vaatziekten bij mensen met overgewicht en DMII. Wanneer verbetering van het aerobe uithoudingsvermogen en spierkracht gepaard gaan met een daling van de vetmassa in de vorm van een afname van de middelomtrek (minder buikvet) en lichaamsgewicht, daalt het risico op het krijgen van hart- en vaatziekten nog verder. Bewegen heeft een positieve invloed op de prognose bij diabetes mellitus type 2. Hierbij is het belangrijk te onderschrijven dat de bewegingsactiviteit een bepaalde duur en intensiteit moet hebben en dat de acute effecten op de bloedglucosewaarde maximaal 72 uur aanhouden. Wanneer regelmatig wordt gesport/bewogen heeft bewegen structurele aanpassingen tot gevolg en zal de insulinegevoeligheid chronisch verbeteren. Deze structurele aanpassingen verdwijnen echter wanneer de type 2 diabeet stopt met structureel bewegen.
Trainingen gericht op het uithoudingsvermogen dienen opgebouwd te worden naar een trainingssessie met een energiegebruik van minimaal 400 kcal. Het is hierbij aan te raden om eerst de duur en daarna de intensiteit op te bouwen. Deze trainingen evenals trainingen gericht op het vergroten van de spierkracht dienen minimaal 3 maal per week gedaan worden. Trainingen van de spierkracht worden opgebouwd van 1 naar 3 sessies per week met 8 tot 10 herhalingen op tot 80% van de 1RM.
De obese type 2 diabeet moet een negatieve energiebalans bereiken, door meer te bewegen en minder energie in te nemen. Wekelijks moet de energiebalans door bewegen 1200 tot 1900kCal negatief zijn. Dit kan worden bereikt door een matig energiebeperkt dieet, waarbij overleg met de diëtist noodzakelijk is en door trainingen te doen die zich richten op het vergroten van het uithoudingsvermogen en spiermassa, waardoor het energiegebruik tijdens trainingen en in rust toeneemt.
Mensen die al langer DMII hebben moet goed gescreend worden. Bij deze klanten staat het vergroten van de trainbaarheid en belastbaarheid op de voorgrond. De belastbaarheid kan vergroot worden door korte intensieve intervaltraining. Deze intervaltraining kan langzaam uitgebouwd worden naar langere trainingen.
Oudere type 2 diabeten dienen zicht te richten op het vergroten van de spiermassa door krachttraining. Door het opbouwen van kracht kan de oudere diabeet langer zelfstandig leven en neemt de kwaliteit van leven toe.
Een belangrijke component van de leefstijl is gezonde goede voeding met mogelijk meer eiwitten, vooral voor de oudere diabeet. Voordat gestart wordt met een trainingsprogramma moet de trainer goed op de hoogte zijn van de risico’s van een hypo- en hyperglykemie en de symptomen kennen die op een hypo- of hyperglykemie kunnen duiden.
Bronnen: