De bouw en werking van het oog

Het oog is een heel belangrijk orgaan voor de mens. Er zijn vele aandoeningen die invloed hebben op het oog en daarmee op de visus van de mens. Wanneer iemand een beperkte visus heeft, kan dat vele problemen, zowel praktisch als psychisch, met zich meebrengen. Maar hoe zit het oog nu precies in elkaar. Dit artikel gaat in op de anatomie van het oog.

De verschillende onderdelen van het oog
Het oog bestaat uit verschillende onderdelen. Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende onderdelen van het oog met daarbij hun belangrijkste functie.

De oogspieren
Aan de oogbol zijn 6 verschillende spieren vastgehecht. De functie van de 6 oogspieren is het bewegen van het oog in allerlei verschillende richtingen. De oogspieren zijn;

De rechte spieren:

  • Musculus rectus superior, deze zorgt voor elevatie. adductie en intorsie van het oog
  • Musculus rectus inferior, deze zorgt voor depressie, adductie en extorsie van het oog
  • Musculus rectus medialis, deze zorgt voor adductie van het oog
  • Musculus rectus lateralis, deze zorgt voor abductie van het oog

De schuine spieren:

  • Musculus obliquus superior, deze zorgt voor depressie, abductie en intorsie van het oog
  • Musculus obliquus inferior, deze zorgt voor elevatie, adductie en extorsie van het oog

Er zijn aandoeningen die invloed hebben op de oogspieren. Je kunt je voorstellen dat het zicht daardoor ook aangedaan wordt omdat de coördinatie van de ogen afhankelijk is van de oogspieren. Aandoeningen die men aan de oogspieren kan hebben zijn bijvoorbeeld; oculaire myopathie en oculofaryngeale dystrofie. Dit zijn aandoeningen waarbij de oogspieren langzaam verlammen.

De verschillende lagen van het oog
Het oog bestaat uit verschillende lagen. Aan de buitenkant heeft het oog een harde laag, de sclera. Aan de voorkant loopt de sclera over in de cornea, ook wel het hoornvlies genoemd. De cornea is doorzichtig. De cornea samen met de sclera zorgen ervoor dat de vorm van het oog goed behouden blijft. De cornea zorgt ook voor een deel voor de refractie van het oog. Onder de buitenlaag bevindt zich het vaatvlies, ook wel uvea genoemd. Dit vlies bestaat ook weer uit verschillende lagen. Een van de lagen is het choroidea. De choroidea bevat verschillende bloedvaatjes, zowel kleine bloedvaatjes als grote. De afvoer van deze bloedvaatjes vindt plaats via de vv. vorticosae. Naarmate de uvea verder naar voren loopt, gaat de choroidea over in het corpus ciliare. Het corpus ciliare bestaat uit spiervezels (de musculus ciliaris) die zorgen voor de accommodatie van het oog. Nog verder naar voren van het oog, bestaat de uvea uit de iris, wat ook wel het regenboogvlies wordt genoemd. De iris bevindt zich rondom de pupil en zorgt voor de hoeveelheid licht die het oog binnenvalt. Er zijn twee spiertjes die voor de grootte van de pupil zorgen. De musculus sphincter pupillae, die parasympatisch geïnnerveerd wordt en de musculus dilator pupillae, welke sympatisch geïnnerveerd wordt.

Het netvlies (retina) van het oog
Het netvlies van het oog, wordt ook wel retina genoemd. De retina bestaat uit een heleboel zintuigcellen die het licht ontvangen dat het oog binnenkomt. De retina bestaat uit kegeltjes en staafjes. De kegeltjes en staafjes hebben een verschillende functie in het vormen van een beeld wat via het licht in het oog binnenvalt. Kegeltjes nemen wel kleuren waar, staafjes doen dit niet. Op de retina is een gebied aanwezig waar zich alleen kegeltjes bevinden, dit gebied noemt men de gele vlek of de macula lutea.

De zenuwvoorziening van het oog
De lichtprikkels die op de retina vallen, moeten doorgegeven worden aan de hersenen zodat er in de hersenen een beeld gevormd kan worden van het geen wat er gezien is. Het doorgeven van de lichtprikkels naar de hersenen gebeurt via de nervus opticus. De uitlopers van de nervus opticus bevinden zich in de binneste laag van de retina. Alle uitlopers komen in een verzamelpunt bij elkaar waar gebundeld als de nervus opticus de oogbol verlaten. De plek waar alle zenuwuitlopers bij elkaar komen heet de papilla nervus opticus.

De bloedvoorziening van het oog
De bloedvoorziening van het oog wordt voorzien door de arteria ophthalmica welke een aftakking is van de arteria carotis interna. De arteria ophthalmica vertakt zich in de arteria centralis retinae en in de ciliaire ateriën. De ateria centralis retinae voorziet de binnenste lagen van de retina van bloed en komt samen met de nervus opticus het oog binnen.

De lens van het oog
De lens van het oog is helder. De lens kan accommoderen. Hierbij wordt de lens platter of boller waardoor het oog scherp kan stellen op verschillende afstanden. De zonulae zijn de ophangvezels van de lens.

Bronnen:

JS Stilma, Voorn, TB, Oogheelkunde (2002) Bohn Stafleu van Loghum, Houten