Een sociale fobie

Een sociale fobie wordt ook wel een sociale angststoornis genoemd. Het is een psychische aandoening. De fobie is ingedeeld bij de angststoornissen. Wanneer je aan een sociale fobie lijdt, heb je angst, grote onzekerheid en verlegenheid voor alledaagse sociale interacties en gebeurtenissen, zoals feestjes, vergaderingen en soms zelfs telefoneren of boodschappen doen. Er is sprake van angst voor afwijzing, commentaar, kritiek, pesten en om uitgelachen te worden.

Lichamelijke klachten bij sociale fobie
• Bevende handen bij samenwerken of supervisie
• Bang dat ze een kluns gevonden worden
• Vermijding andere mensen
• Blozen
• Zweten

Dit is vervelend omdat het zichtbaar is voor anderen. Je wilt je onzekerheid verbergen, maar dit valt juist op. Men kan specifieke angstgedachten hierbij hebben:
• Trillen, blozen en zweten:
• Zien mensen dat ik tril/bloos/zweet?
• Merkt men dat ik onzeker/bang ben?
• Ik schaam me
• Ik moet niet trillen/zweten/blozen (maar dit verergert daardoor alleen)
• Zullen ze kritiek op me hebben?

Twee subtypen sociale fobie
• Sociale fobie, niet gegeneraliseerd
• Gegeneraliseerde sociale fobie: men is angstig in en vermijdt meer dan 4 sociale situaties

Veiligheidsgedrag
Om sociale situaties te vermijden vertonen mensen met een sociale fobie vaak veiligheidsgedrag. Hieronder volgen enkele voorbeelden van veiligheidsgedrag:
• Niet naar feestjes gaan
• Openbaar vervoer vermijden
• Meer thuis blijven
• Geen honger hebben, betalen vermijden etc.

Veelvoorkomende co-morbiditeit bij sociale fobie
• Stemmingsstoornissen (depressie of dysthymie)
• Andere angststoornissen (paniekstoornis of agorafobie)
• Alcoholverslaving

Gesprek openen
Het hebben van een sociale fobie is erg belastend voor mensen. Dit is logisch omdat je nu eenmaal veel met andere mensen ze maken hebt in het leven. Mensen met een sociale fobie kunnen geholpen worden. Het is daarom erg belangrijk dat dit ook gebeurt. Wat hierbij wel erg lastig kan zijn is het openen van het gesprek bij onzekerheid en/of sociale angst. Om te voorkomen dat iemand dichtslaat is het belangrijk om te beginnen over de concrete klacht. Vragen die je kunt stellen:
• Heb je zelf een idee waar het vandaan komt?
• Trillende handen buiten opleiding?
• Voel je je in verlegenheid gebracht wanneer mensen toekijken?
• Ervaar je het als kritiek als mensen meekijken?
• Hoe gaat het als niemand meekijkt?

Hoe kan psycho-educatie helpen?
• Zorgt voor inzicht in de problematiek
• Schaamte verminderen
• Aangeven dat pilletjes niet de aangewezen behandeling zijn
• Gesprekken kunnen goed helpen

Overige behandelingen
• Psychologische interventies:
o Exposure in vivo
o Cognitieve therapie
o Sociale vaardigheidstraining
o Taakconcentratietraining (nieuwst)
• Medicamenteus:
o SSRI’s, Maoi’s, benzodiazepines, beta-blokkers
• Cognitieve therapie: irrationele negatieve gedachten rationeler maken, zodat meer positieve nieuwe gedachten ontstaan
• Gedragstherapie: exposure en sociale vaardigheidstraining

Bronnen:
Edward P. Sarafino, Health Psychology (2002), John Wiley & Sons, New York
Michael Gelder, Richard Mayou, John Geddes, Psychiatry (2003), Oxford University Press, New York