Bij schouderklachten is er sprake van pijn rond en aan de schouder. Soms kan de pijn richting de bovenarm en/of nek uitstralen. Vaak staan bewegingsbeperking en pijn op de voorgrond. Bij mensen met schouderklachten gaat het aankleden wat moeilijker en kan het lastig zijn de armen boven het hoofd te tillen. Schouderklachten komen in gelijke mate voor bij mannen en vrouwen. Schouderklachten komen meestal bij volwassenen voor.
Beloop, behandeling en prognose van een frozen shoulder (capsulitis adhaesiva)?
De oorzaak van een frozen shoulder is onduidelijk. Vaak zijn patiënten met deze aandoening ouder dan 45 jaar. Pijn en bewegingsbeperking (capsulair patroon) staan op de voorgrond bij een frozen shoulder. Ondanks dat fysiotherapie niet direct het beloop verkort, kan fysiotherapie er voor zorgen dat de spierkracht en –functie van spieren rondom de aangedane schouder behouden blijft. Pijnmedicatie kan de pijn aan de aangedane schouder verminderen. Patiënten kunnen 1 tot 2 jaar last blijven houden van een frozen shoulder. Uiteindelijk is een frozen shoulder van voorbijgaande aard.
Beloop, behandeling en prognose van een subacriomale impingement?
Bij een subacromiaal impingement syndroom zijn bepaalde structuren (vaak bursa, pezen) ingeklemd in het schoudergewricht. Een subacromiale impingement ontstaat door overbelasting van de bursa en/of pezen. Overbelaste bursa en pezen raken ontstoken. Bij een ontsteking gaat zwelling gepaard. Door de zwelling raken bursa en pezen weer eerder ingeklemd. Hierdoor houdt de impingement zichzelf in stand. Een impingement komt vaker voor bij mensen die bovenhandse arbeid leveren en bij bovenhandse sporters (zwemmen, handbal, tennis). Mensen met een impingement vertonen een painful arc en een positieve Neer-test en Hawkins-Kennedy-test. Fysiotherapie is aan te raden bij deze patiënten. Ook kan een pijnstiller gebruikt worden. Een impingement kent een gunstige prognose, maar kan wel vaak terugkomen.
Beloop, behandeling en prognose van een acute bursitis acromialis (slijmbeursontsteking)?
Een slijmbeurs (bursa) is een zakje gevuld met een gelachtige substantie. De slijmbeurs geleidt de arm in het schoudergewricht en vangt stoten op. Slijmbeurzen komen in het lichaam op plaatsen voor waar veel wrijving ontstaat. In het schoudergewricht zit ook een slijmbeurs. Mensen met een acute subacromiale bursitis (slijmbeursontsteking) hebben hevige pijn aan en rond de schouder. Vaak ondersteunt de patiënt de arm, om de arm maar niet te hoven bewegen. De patiënt wil de arm absoluut niet bewegen, wat indicatief is voor een acute bursitis acromialis. Een bursitis acromialis ontstaat snel en hevig, vaak nadat de patiënt voor hem of haar ongewone arbeid met de arm heeft geleverd, bijvoorbeeld een plafond witten, lang buiten vegen, een tennistoernooi etc…De patiënt kan niet op de pijnlijke schouder liggen, wat het slapen kan bemoeilijken. Soms kan wat roodheid en zwelling rond de schouder gezien worden en is de schouder drukpijnlijk. Een slijmbeursontsteking geneest spontaan binnen enkele weken. De acute hevige pijn verdwijnt binnen ruim 1 week. De arts kan ervoor kiezen om een pijnstiller (oraal of injectie in de schouder) te geven. Ook kan de arts een injectie met corticosteroïden geven om de ontsteking te remmen.
Adviezen en tips bij schouderklachten
Bij schouderklachten is het belangrijk om ondanks de pijn de arm en schouder wel te blijven bewegen. Bij niet bewegen, kan de arm en schouder stijf worden, wat het herstel verlengt. Belast de schouder echter niet te zwaar en probeer de meest uitlokkende beweging te vermijden. Probeer ook repeterende (herhaalde) bewegingen te vermijden. Wanneer de pijn afneemt, is het makkelijker om de arm en schouder te bewegen. Pijnstillers kunnen de pijn verminderen. Het NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) adviseert om de eerste twee weken alleen paracetamol te gebruiken. Heeft paracetamol een onvoldoende pijnstillende effect, dan kunnen NSAID’s (Niet Steroide Anti Inflammatoire Drugs) gebruikt worden. Ibuprofen, Naproxen en Diclofenac zijn NSAID’s kunnen echter zeer vervelende bijwerkingen geven. Het is beter om in overleg met de huisarts met medicatie te starten.
Bronnen:
nhg.artsennet.nl
www.pmcmoleneind.nl
EH van de Lisdonk, Van den Bosch WJHM, Lagro-Janssen ALM (2003) Ziekten in de huisartsenpraktijk. Elsevier gezondheidszorg, Maarssen