Bindweefselfysiologie, organisatiefase (remodelleringsfase)

Na weefselschade aan bindweefsel (pezen, kraakbeen, bot, huid) volgt na de ontstekingsfase en proliferatiefase de organisatiefase, oftewel remodelleringsfase. De organisatiefase bestaat uit organisatie en de intergratie. De organisatie wordt ook wel de vroege remodelleringsfase genoemd. De intergratie wordt ook wel de late remodelleringsfase genoemd. Tijdens de remodelleringsfase mag de belasting opgevoerd worden naar de normale trainingsbelasting.

Organisatie (vroege remodelleringsfase)
De proliferatiefase duurt ongeveer 21 dagen (3 weken). Na de proliferatiefase volgt de organisatiefase. De organisatiefase bestaat uit de vroege en late remodelleringsfase. De vroege remodelleringsfase duurt ongeveer 60 dagen (2 maanden). Tijdens de vroege remodelleringsfase wordt (het woord zegt het eigenlijk al) het weefsel germodelleerd (omgevormd) tot voor zover dat mogelijk is in het oorspronkelijke weefsel. Tijdens de vroege remodelleringsfase produceren de fibroblasten (bindweefselproducerende cellen) meer, dikker en sterker collageen (type 1 collageen). Het zwakkere type 3 collageen wordt vervangen door het vele sterkere type 1 collageen. Ook produceren de fibroblasten meer grondsubstantie. Hierdoor komen de collageenvezels verder van elkaar af te liggen. Bewegen is in deze fase noodzakelijk voor een goed herstel. Bewegen zorgt er namelijk voor dat de collageenvezels in de juiste richting worden aangelgd. In de proliferatiefase is wondcontractie door myofibroblasten afgerond. Het aantal myofibroblasten neemt tijdens de vroege remodelleringsfase af. Verder wordt de bloedvoorziening in het weefsel genormaliseerd, wat betekent dat sommige bloedvaatjes gevormd in de proliferatiefase worden afgebroken en er nieuwe bloedvaatjes ontstaan.

Integratie (late remodelleringsfase)
De tweede fase van de organisatiefase is de integratie, of late remodelleringsfase. De late remodelleringsfase start ongeveer 2 maanden (60 dagen) na de weefselschade. De late remodelleringsfase kan langer dan 1 jaar (360 dagen tot 500 dagen) duren. De collageenproductie blijft tot ongeveer 3 maanden na de weefselschade hoog. Na ongeveer een klein half jaar is het zwakkere type 3 collageen vervangen door het vele sterkere en beter georganiseerde type 1 collageen. Na een half jaar neemt het aantal fibroblasten in het weefsel af en organiseren de overgebleven fibroblasten de collageenvezels continue aan de belasting die wordt opgelegd. Na ongeveer een half jaar is 85% van de type 3 collageenvezels vervangen door de sterkere type 1 collageenvezels. Bewegen is in deze fase noodzakelijk om de fibroblasten van informatie te voorzien in welke richting belasting wordt opgelegd en er dus nieuwe vezels moeten worden aangelegd. Ook is bewegen noodzakelijk om de sensomotorische feedback loop te herstellen. Zenuwvezels dringen het nieuw aangelegde weefsel binnen en door te bewegen neemt de sensomotoriek in het weefsel toe. Door echter te snel met uitdagende oefeningen te beginnen, neemt de kans op blessures weer toe. De sensomotoriek moet herstellen. De sensomotoriek is nog niet hersteld. Een goede sensomotoriek is noodzakelijk om moeilijke oefeningen uit te voeren. Het normale bewegingsgevoel neemt toe door oefeningen te kiezen die bij het niveau van herstel van de patiënt passen.

Behandeling tijdens de organisatiefase
Tijdens de organisatiefase keren de normale weefselkenmerken weer terug. Behandeling moet het normale weefselherstel normaliseren. Bewegen tijdens de organisatiefase optimaliseert het normale herstel. Bewegen zorgt ervoor dat de collagene vezels in de trekrichting worden belast. Belasten in de trekrichting van de collagene vezels stimuleert de fibroblast om in die richting collagene vezels aan te leggen. Ook veroorzaakt belasten voor een functionelere ingroei van bloedvaten en zenuwvezels, waardoor de normale bloedvoorziening en sensomotoriek terugkeert. Te snel uitdagende oefeningen starten heeft echter een averechts effect. De sensomotoriek kan in deze fase nog niet hersteld zijn.

Bronnen:

JJ de Morree (2001), Dynamiek van het menselijk bindweefsel. Bohn Stafleu en van Loghum, Houten/Diegem
www.sportfysio-oost.nl
home.12move.nl