600.000 mensen per jaar lopen door sporten een enkelblessure op. 17% van alle sportblessures is een enkelblessure. Ruim 60% van de enkelblessures is een inversietrauma (ook wel distorsie of verzwikking genoemd). Het inversietrauma van de enkel is daarmee de meest voorkomende blessure in Nederland. Veldvoetbal is verantwoordelijk voor de meeste enkelblessures en enkelverzwikkingen. Rontgenonderzoek en echografie zijn de beste diagnostische middelen bij een enkeldistorsie.
Epidemiologie van het inversietrauma (verzwikking enkel)
600.000 mensen per jaar lopen door sporten een enkelblessure op. Jaarlijks bezoeken ruim de helft ( 300.000) mensen de huisarts of eerste hulp met een enkeltrauma. Ongeveer 25% van deze patiënten wordt doorverwezen voor therapie. 17% van alle sportblessures is een enkelblessure. Ruim 60% van de enkelblessures is een inversietrauma. Jaarlijks hebben 12 van de 1000 patiënten bij de huisarts een inversietrauma. De meeste enkelblessures worden gezien bij 15 tot 24 jarigen. Veldvoetbal is verantwoordelijk voor de meeste enkelblessures. Ruim 40% van de enkelblessures komt door veldvoetbal. Verder veroorzaken hardlopen en volleybal veel inversietrauma’s aan de enkel. 20 tot 55% van de patiënten die een inversietrauma hebben doorgemaakt rapporteren restverschijnselen zoals instabiliteit en een onzeker gevoel van de enkel.
Diagnose en testen bij een inversietrauma (verzwikking enkel)
Bij het vaststellen van een inversietrauma is niet alleen het vaststellen van het inversietrauma belangrijk, maar is het ook belangrijk de ernst van het inversietrauma vast te stellen. Een aantal tekens kunnen kenmerkend zijn voor de ernst van het inversietrauma. De ernst van het inversietrauma wordt uitgedrukt in graden, waarbij graad 1 (overrekking) niet ernstig en graad 3 (totale ruptuur) zeer ernstig is. Graad 2 enkeldistorsie is een partiële ruptuur. Wanneer snel een grote zwelling (ter grootte van een tennisbal) ontstaat, is dat een teken dat het inversietrauma ernstig is. Wanneer er een haematoom ontstaat is dat ook een teken dat het inversietrauma ernstig kan zijn. Ook een positieve schuiflade kan een teken zijn dat het inversietrauma ernstig is. Wanneer een patiënt de huisarts, of via directe toegankelijkheid de fysiotherapeut bezoekt is het belangrijk om een enkelfractuur uit te sluiten. Het uitsluiten van een enkelfractuur kan met de Ottawa Ankle Rules. De Ottawa Ankle Rules hebben een sensitiviteit van bijna 100% en een specificiteit van ongeveer 45%. Voor het diagnosticeren van een inversietrauma geeft het röntgenonderzoek (specificiteit 100% en de sensitiviteit 51%) en echografie (specificiteit 64% en de sensitiviteit 92%) waarschijnlijk de beste resultaten. Bij een ruptuur van de lig. talofibulare anterius kan de schuiflade test worden uitgevoerd. Bij een ruptuur van dit ligament heeft de voorste schuiflade test een specificiteit van 74% en een sensitiviteit van 86%. Naast deze testen is het belangrijk om goed te luisteren naar de patiënt. Vraag tijdens de anamnese in ieder geval naar eerdere klachten of trauma aan de enkel, de belastbaarheid van de enkel direct na het trauma, tijdstip en soort trauma en naar pijn (ernst, plek van de pijn en verloop).
Tot slot
Enkelblessures komen veel voor in Nederland. In 60% van de enkelblessures is de blessure een enkeldistorsie. De ernst van een enkeldistorsie wordt weergegeven in 3 graden, waarbij graad 3 staat voor de meest ernstige enkeldistorisie (volledige ruptuur van het ligament). Het uitsluiten van een enkelfractuur is mogelijk met de Ottawa Ankle Rules. Rontgenonderzoek en echografie hebben waarschijnlijk de hoogste diagnostische waarde.
Bronnen:
www.veiligheid.nl
nhg.artsennet.nl
www.verzekeringsgeneeskundevlaanderen.be
www.kngf.nl
www.henw.org
www.cebp.nl
step.nl