Het hart pompt gemiddeld vijf liter bloed per minuut rond. Het hart voorziet het lichaam van bloed met daarin zuurstof en voedingsstoffen. De actieve weefsels gebruiken het zuurstof en voedingsstoffen en staan op hun beurt koolstofdioxide en afvalstoffen aan het bloed af. Koolstofdioxide en afvalstoffen worden door het hart naar respectievelijk de longen en nieren getransporteerd waar ze worden uitgescheiden. In dit artikel wordt kort ingegaan op de anatomie en fysiologie van het hart.
Anatomie van het hart
Het hart is een holle spier, die uit twee kamers (ventrikels) en twee boezems (atria) bestaat (zie figuur 1). In de rechter harthelft monden de bovenste en onderste holle ader (v cava superior en inferior) in de boezem uit (zie figuur 1). De longslagader (arteria pulmonalis) verlaat de rechter hartkamer. In de linker hartboezem mondt de longader (vena pulmonales) uit. De aorta verlaat de linkerkamer. De Atrio-Ventriculaire kleppen laten bloed door van de boezems naar de kamers. De halvemaanvormige kleppen laten bloed door van de hartkamers naar de longslagader en aorta. De rechter harthelft perst zuurstofarm bloed via de longslagader naar de longen waar het bloed verzadigd raakt van zuurstof. Via de longader stroomt zuurstofrijk bloed naar de linker harthelft. De linker kamer pompt het zuurstofrijk naar de rest van het lichaam. Dit is ook de reden dat de linker hartkamer dikker is dan de rechter hartkamer. Net als de rest van het lichaam heeft ook het hart voedingsstoffen en zuurstof nodig. De voorziening hiervan wordt verzorgd door de kransslagaders.
Fysiologie van het hart
Bij de fysiologie van het hart worden de volgende onderwerpen beschreven:
• Innervatie
• Hemokinetiek
• Hartcyclus
Innervatie van het hart
Het hart ontvangt ongeveer 70 tot 80 impulsen per minuut via de sinusknoop. Deze impulsen worden door de AV-knoop vertraagd. De AV-knoop kan zelf 40 tot 60 impulsen per minuut genereren. Via de purkinjevezels worden de impulsen verder over het hart verspreid. De impulsen zorgen ervoor dat de hartspier contraheert.
Hemokinetiek
Het hart slaat in rust 60 tot 70 keer per minuut. Per slag pompt het bloed 65 ml tot 75 ml bloed rond. Uit deze gegevens kan het HartMinuutVolume (HMV) worden berekend. Het HMV=Slagvolume (SV) X Hartfrequentie (HF). In rust is bij normale mensen het HMV 5 liter. Tijdens inspanning kan de hartslag oplopen tot wel 200 slagen/minuut bij jonge ongetrainde volwassenen. Het slagvolume kan oplopen tot wel 100ml. Dit heeft de volgende consequentie voor het HMV. Het HMV wordt 200 x 100 = 20000ml= 20 liter per minuut.
Hartcyclus
De hartcyclus bestaat uit een aantal fasen:
• Isovolumetrische fase
• Ejectiefase
• Isovolumetrische relaxatiefase
• Vullingsfase van de hartkamers
Isovolumetrische fase: tijdens deze fase contraheren de hartkamers, maar het volume binnen de hartkamer verandert net niet.
Ejectiefase: tijdens deze fase is de druk in de hartkamers zo hoog geworden dat de halvemaanvormige kleppen open gaan en bloed in de longslagader en aorta stromen.
Isovolumetrische relaxatiefase: de hartkamerwand verslapt, de druk daalt weer en de halvemaanvormige kleppen sluiten.
Vullingsfase van de hartkamers: de druk in de hartkamers is zo laag geworden dat de AV-kleppen open gaan staan. Vanuit de boezems worden de kamers in drie fasen gevuld. De rapid filling phase; hierin vindt 60-70% van de totale vulling plaats. Diastatis is de langzame vulling en tenslotte de boezemcontractie; de boezems trekken samen en vullen de hartkamers met de laatste 15-20%.
Bronnen:
JE. Hall, 2006, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2007, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2007, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings