Het carpale-tunnel syndroom is een aandoening die veel voorkomt. De prevalentie (totaal aantal gevallen van een ziekte) van het carpale-tunnel syndroom bij vrouwen in 9 procent, bij mannen is dit 0,6 procent. Mensen met het carpale-tunnel syndroom hebben vaak last van pijn in de hand, de pijn kan ook in de onderarm zitten of zelfs in de gehele arm met uitstraling naar de nek.
Wat is het carpale-tunnel syndroom?
Het carpale-tunnel syndroom wordt veroorzaakt door een beknelling van de nervus medialis. Deze zenuw innerveert een gedeelte van de hand. De nervus medianus innerveert aan de palmaire zijde de duim, de wijsvinger, de middelvinger en de helft van de ringvinger en de handpalm tot dat gedeelte. Aan de rugzijde van de hand innerveert de nervus medianus de toppen van dezelfde vingers als hiervoor beschreven. De nervus medianus raakt beknelt onder het ligamentum carpi transversum. De zenuw loopt onder dit ligament door.
Klachten van het carpale-tunnel syndroom
Je zou verwachten dat de klachten van het carpale-tunnel syndroom passen bij de het innervatie gebied van de nervus medialis. Het gebied waar klachten gevoeld worden is echter groter. Zo komt het bij deze aandoening veel voor dat men last heeft van tintelende vingers, maar dit wordt dan meestal in alle vingers gevoeld en niet alleen in de vingers die door de nervus medianus geïnnerveerd wordt. Ook kan men last hebben van pijn in de hand, de arm en zelfs in de nek. Wat karakteristiek is voor de aandoening zijn de nachtelijke klachten van tintelende vingers, deze klachten verdwijnen wanneer men wappert met de handen. Ook overdag komen de klachten vaak voor. Patiënten klagen ook vaak over opgezette handen en ringen die gaan knellen. Wanneer men intensief met de handen werkt kan men de klachten uitlokken.
De diagnose van het carpale-tunnel syndroom
Bij het lichamelijke onderzoek worden meestal geen klachten gevonden. De afwijkingen die gevonden kunnen worden bij het lichamelijk onderzoek zijn sensibele stoornissen van het nervus medianusgebied en dan vooral aan de palmzijde van het topje van de duim, van wijsvinger en van de middelvinger. De sensibiliteitsstoornissen bestaan uit een verminderde pijnzin. Een gestoorde tastzin wordt minder vaak gezien. Meestal wordt geen spierzwakte gezien maar dit kan wel voorkomen. Wanneer hier sprake van is kan men de duim niet op de pink zetten. Dit komt door zwakte van de m. abductor pollicus brevis (specifieke spier van de duim) en de m. opponens pollicis.
De behandeling van het carpale-tunnel syndroom
Het carpale-tunnel syndroom kan behandeld worden door middel van een pols spalk of door middel van een operatie. Bij de operatie wordt het ligamentum carpi transversum doorgesneden (gekliefd). Door het klieven van het ligament krijgt de zenuw meer ruimte.
Bronnen:
A. Hijdra, Koudstaal, PJ, Roos, RAC, Neurologie (2003), Elsevier gezondheidszorg, Maarssen