Het is inmiddels oud nieuws, maar de paniek rondom de vermeende dodelijke werking van de zoetstof Erythritol (waarom hebben al die zoetstoffen toch zulke moeilijke namen) is nog steeds niet weggeëbd. Afijn in maart 2023 werd een studie gepubliceerd die stelt dat Erythritol het risico op hart- en vaatziekten fors verhoogt. Genoeg reden tot paniek en genoeg redenen om de kunstmatige zoetstoffen die toch al in de hoek van de klappen zitten de finale genadeklap te geven. Erythritol (een polyol), ook wel bekend als E968 en voor de chemici onder ons bekend als C4H10O4 wordt nog niet erg lang gebruikt als zoetstof. Sinds 1995 wordt Erythritol in de Verenigde Staten en sinds 2003 in de Europese Unie gebruikt. Veel (bewerkte) voedingsmiddelen bevatten Erythritol. Maar is de zorg rondom Erythritol terecht, of moeten we wat kritischer kijken naar de studie, voordat we ons oordeel over Erythritol vellen?
Wat hebben de onderzoekers gedaan?
De onderzoekers hebben eigenlijk vier onderzoeken uitgevoerd en die vier onderzoeken gaan we alle vier kort bespreken (zo zijn we). De eerste twee onderzoeken zijn overigens epidemiologische studies. De derde studie is een combinatie van een reageerbuis- en muizenexperiment. De laatste studie is een humane studie.
In het eerste deel van de studie hebben de onderzoekers gekeken naar het bloedplasma van 1157 mensen dat al in een eerder stadium is afgenomen en vervolgens gekeken welke stoffen in het bloedplasma een relatie vormen met een hoger risico op hart- en vaatziekten.
Vervolgens hebben ze daarna 2149 Amerikanen en 883 Europeanen gevolgd en specifiek gekeken naar de Erythritolconcentratie in het bloed en het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.
Ook hebben de onderzoekers muizen een forse dosis Erythritol ingespoten en bloedplasma dat rijk was aan bloedplaatjes (je weet wel de bestanddelen in het bloed die verantwoordelijk zijn voor de bloedstolling) blootgesteld aan een hoge dosis Erythritol.
Tenslotte hebben de onderzoekers bekeken wat het effect van de inname van een zeer hoge dosis Erythritol op de Erythritolconcentratie van het bloedplasma is.
Relatie tussen Erythritol in het bloedplasma en hart- en vaatziekten
In het eerste deel van de studie (een epidemiologische studie) hebben de onderzoekers gekeken naar bepaalde stoffen in het bloedplasma van 1157 mensen dat al in een eerder stadium was verzameld. Vervolgens keken de onderzoekers of bepaalde stoffen die IN HET BLOED VOORKOMEN, geassocieerd waren met hart- en vaatziekten (Major Adverse Cardiovascular Events; afgekort MACE) over een periode van 3 jaar. OK, duidelijk verhaal, maar waarom staat er in de vorige zin in blokletters ‘in het bloed voorkomen’? Goede vraag. Dit komt omdat de onderzoekers uitdrukkelijk hebben gekeken naar de concentratie Erythritol van het bloed en NIET naar de inname van Erythritol met de voeding. Waarom dat belangrijk is, bespreken we later. Wat bleek uit de analyse was dat een hogere Erythritolconcentratie van het bloed gepaard ging met een hogere risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Dus naarmate de Erythritolconcentratie van het bloed toeneemt, neemt ook het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten toe. We kunnen dit echter ook omdraaien, dus mensen met een hoger risico op hart- en vaatziekten hebben een hogere Erythritolconcentratie van het bloed.
Vervolgens bepaalden de onderzoekers bij ruim 2000 Amerikanen en ruim 800 Europeanen de Erythritolconcentratie van het en het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten over een periode van 3 jaar. Dit is dus ook een epidemiologische studie. Ook hier vonden de onderzoekers een hoger risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten bij de deelnemers met de hogere Erythritolconcentratie van het bloed. Echter ook hier kunnen we de zaak omdraaien, dus mensen met een hoger risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten hebben een hogere Erythritolconcentratie van het bloed.
Erythritol en bloedstolling
Omdat de onderzoekers dachten dat Erythritol in het bloed de bloedstolling stimuleert en daardoor een hoger risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten hadden, bedachten zij drie experimenten. Bloedstolsels kunnen immers bloedvaten verstoppen en zo hart- en vaatziekten veroorzaken.
In het eerste experiment voegden de onderzoekers een flinke dosis Erythritol toe aan menselijk bloedplasma in een soort reageerbuis en bekeken in hoeverre de bloedplaatjes in de reageerbuis aan elkaar begonnen te plakken. In wetenschappelijke termen wordt dat bloedplaatjesaggregatie genoemd en deze bloedplaatjesaggregatie is een van de eerste stappen van de bloedstolling. Zoals je al kan raden, nam de bloedplaatjesaggregatie toe wanneer er meer Erythritol werd toegevoegd aan het bloedplasma.
In het tweede experiment werden muizen geïnjecteerd met een forse dosis Erythritol en werd vervolgens de bloedstolling bekeken. Ook hier zorgde de Erythritolinjectie voor een snellere bloedstolling, dan injectie met een placebo.
Het is echter belangrijk om te vermelden dat de bloedstolling alleen werd gestimuleerd wanneer er Erythritol werd ingespoten in de muizen, of toegevoegd aan de reageerbuizen wanneer de Erythritolconcentratie zeer hoog lag. Deze Erythritolconcentratie lag dichtbij, of zelfs boven de Erythritolconcentratie die werd gevonden bij de deelnemers met een hoger risico op hart- en vaatziekten van de eerder beschreven epidemiologische studies. Kortom de Erythritolconcentratie moet erg hoog zijn om de bloedstolling daadwerkelijk te stimuleren.
In het laatste experiment moesten 8 gezonde proefpersonen een drankje gezoet met Erythritol drinken. Vervolgens werd 30 minuten na inname van de drank gekeken naar de Erythritolconcentratie van het bloed. Wat bleek? De Erythritolconcentratie van het bloed was 30 minuten na inname van de drank fors verhoogd (ruim boven de Erythritolconcentratie die werd gevonden van de mensen die waren geincludeerd van de epidemiologische studies). Het is echter belangrijk om hier te noemen dat de Erythritolconcentratie van het experimentele drankje 10 x hoger is dan de Erythritolconcentratie die is toegestaan binnen Europa.
Erythritol gevaarlijk, of niet?
Maar kunnen we op basis van deze studies nu glashard concluderen dat Erythritol gevaarlijk is, of moeten we de resultaten met een korreltje zoetstof nemen? Als je tussen de regels door hebt gelezen, dan zitten er nogal wat mitsen en maren aan de onderzoeken die de wetenschappers hebben uitgevoerd. Zo hebben de wetenschappers in de epidemiologische studies een relatie aangetoond tussen een hoge Erythritolconcentratie van het bloed en het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Een relatie betekent echter niet dat er per se een oorzaak-gevolg-, oftewel causale relatie is tussen Erythritolconcentratie van het bloed en het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Het kan net zo goed dat mensen met hart- en vaatziekten meer Erythritol produceren. En dan hebben we meteen een bruggetje, of zeg maar gerust een brug ter grootte van de Golden Gate Bridge naar de verschillende bronnen van Erythritol die in het lichaam voor kunnen komen.
Voeding kan een bron van Erythritol in ons bloed zijn. Maar Erythritol wordt grotendeels door ons lichaam geproduceerd in een stofwisselingsproces dat de pentosefosfaatcascade heet. Kunnen we dus zondermeer concluderen dat Erythritolinname het risico op hart- en vaatziekten vergroot? Nope! In de epidemiologische studies hebben de onderzoekers namelijk niet gekeken naar de Erythritolinname van de deelnemers en kunnen ze dus niet de Erythritolinname correleren met het risico op hart- en vaatziekten. Sterker nog Erythritol was nog geen veelgebruikte zoetstof op het moment dat de epidemiologische studies werden uitgevoerd. Daardoor is het onwaarschijnlijk dat Erythritol in de voeding bijdroeg aan een hogere Erythritolconcentratie van het bloed die werd gevonden bij de mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Correlatie is geen causatie
Op basis van de epidemiologische studies lijkt het dus onwaarschijnlijk dat Erythritol in de voeding bijdroeg aan de hogere Erythritolconcentratie van het bloed en in de voedingsexperimenten werd een Erythritoldosis gebruikt die niet waarschijnlijk is om met een normaal Erythritolgebruik binnen te krijgen. Daarnaast is het onduidelijk of Erythritol daadwerkelijk het risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten vergroot. Een hoge Erythritolconcentratie en het grotere risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten kan namelijk het gevolg zijn een derde variabeleprobleem, oftewel confounding zijn. Dit betekent dat twee niet-gerelateerde variabelen correleren, maar dat er geen causaal verband is tussen beide variabelen. Een schoolvoorbeeld van het derde variabeleprobleem is dat er een sterke correlatie is tussen de ijsjesverkoop en het aantal verdrinkingsdoden. Het is overduidelijke dat het aantal ijsjes dat verkocht wordt niet de oorzaak is voor een toename van het aantal verdrinkingsdoden. Een derde variabele; warmer weer is de oorzaak voor een toename van de ijsjesverkoop en een toename voor het aantal verdrinkingsdoden.
Terug naar Erythritol. De activiteit van de pentosefosfaatcascade en dus de Erythritolproductie neemt toe als gevolg van oxidatieve stress. Onder andere obesitas en diabetes vergroten de oxidatieve stress. Het is dus veel waarschijnlijk dat obesitas en diabetes de oxidatieve stress en daarmee het risico op hart- en vaatziekten vergroot en Erythritol een onschuldige toeschouwer is, dan dat Erythritol de aanstichter van het onheil is. Verder worden hart- en vaatziekten veroorzaakt door atherosclerose. Waarom noemen we dat? Dat noemen we omdat atherosclerose zelf ook de oxidatieve stress en daarmee de Erythritolproductie vergroot. De Erythritolconcentratie lijkt dus eerder een indicator te zijn voor de metabole gezondheid van iemand, dan de aanstichter van cardiovasculaire rampspoed.
Maar wacht eens even. In het muizen- en reageerbuisexperiment werd toch wel iets van een oorzakelijk verband tussen Erythritol en bloedstolling vastgesteld? Goed punt. Echter resultaten op basis van muizenexperimenten zijn slecht te gebruiken om het risico op hart- en vaatziekten te schatten. Muizen ontwikkelen namelijk bijna nooit hart- en vaatziekten. En voor de kritische lezer is er NIET naar het ontwikkelen van hart- en vaatziekten bij de muizen gekeken, maar naar de bloedstolling. En hoewel een verstoorde bloedstolling een oorzaak voor hart- en vaatziekten kan zijn, is het vaak niet de hoofdoorzaak voor atherosclerose. Daarnaast was de hoeveelheid Erythritol die werd geïnjecteerd zeer hoog. Een concentratie die bijna niet te bereiken is met een normale Erythritolconsumptie.
Tenslotte kun je de resultaten die gevonden zijn in reageerbuisexperimenten, niet zomaar vertalen naar effecten die optreden in het lichaam na Erythritolconsumptie. Daarnaast werd in het reageerbuisexperiment een oplossing met een zere hoge Erythritolconcentratie toegevoegd aan bloedplasma met een zeer hoge concentratie aan bloedplaatjes. Zowel de Erythritolconcentratie van de oplossing als de bloedplaatjesconcentratie van het bloedplasma dat gebruikt werd, was niet representatief voor de situatie hoe die voorkomt in het menselijk lichaam.
En dus…..
Hoewel er op basis van deze studie bezorgdheid kan bestaan over het gebruik van Erythritol lijkt deze bezorgdheid niet gerechtvaardigd. Betekent dit dat je jezelf onbeperkt tegoed kan doen aan ultrabewerkte met Erythritol gezoete voedingsmiddelen? Nee, een volwaardige verantwoord voedingspatroon bestaat uit grotendeels vers fruit en groente, zuivel, mager vlees, of gevogelte (of een volwaardige vleesvervanger), vette vis, peulvruchten, noten en zaden. Aangevuld met volkoren producten en plantaardige oliën.