Vasten vreselijk voor vaten

Als je de afgelopen maanden het voedingsnieuws hebt gevolgd, dan zal het je niet ontgaan zijn dat vasten niet zo best leek te zijn voor je hart- en bloedvaten. Intermitterend vasten en dan specifiek Time Restricted Feeding (TRF) volgens het 16:8-schema zou je kans op het overlijden aan hart- en vaatziekten bijna verdubbelen. Tenminste dat werd beweerd volgens een Chinese studie. Ben je overigens niet bekend met het 16:8-schema. Dan geven we een korte uitleg. TRF volgens het 16:8-schema betekent dat je gedurende 16 uren geen calorieën consumeert en vervolgens binnen een eetvenster van 8 uren wel eet. Maar moeten we nu echt ons eetvenster verruimen, omdat volgens een observationele studie al je voedsel consumeren binnen 8 uren je risico op overlijden aan hart- en vaatziekten vergroot? Wij denken van niet en proberen dat ook te beargumenteren. Maar eerst bespreken we kort de opzet en belangrijkste resultaten van de roemruchte studie. Daarna bespreken we of je je eetvenster moet verruimen als je TRF volgens het 16:8-schema volgt.

Abstract van een posterpresentatie geen peer review proces

Voordat we de studie-opzet en belangrijkste uitkomsten beschrijven, is het goed om te weten dat de studie waar het om gaat een abstract is van een posterpresentatie die is ingestuurd naar een congres van de American Heart Association (AHA, zeg maar de Amerikaanse tegenhanger van onze Hartstichting). Een abstract is trouwens een samenvatting van een wetenschappelijk artikel. Soms schrijven wetenschappers alleen een abstract. In een abstract worden de hoofdlijnen van een uitgevoerd onderzoek beschreven, maar daardoor worden er wel veel belangrijke details achterwege gelaten. Waarom melden we dit allemaal? Omdat het belangrijk is om te weten dat voordat een wetenschappelijk artikel wordt gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift een panel van verschillende experts op een bepaald vakgebied kritisch kijkt naar de opzet, uitvoering en resultaten van een studie. Alleen wanneer het artikel aan de kwaliteitseisen van deze experts voldoet, wordt het artikel gepubliceerd. We noemen dit proces dat experts naar een artikel kijken, voordat het gepubliceerd wordt een peer review. Deze peer review is niet uitgevoerd op de Chinese studie. Er hebben dus geen experts gekeken naar de opzet, uitvoering en resultaten van de studie. Dat betekent overigens niet dat het door de Chinezen uitgevoerde onderzoek van een beroerde kwaliteit is, maar het betekent wel dat er geen experts naar de kwaliteit hebben gekeken.

Dan kort de opzet en belangrijkste resultaten. De wetenschappers hebben gekeken naar de relatie tussen het eetvenster (korter dan 8 uren, tussen de 8 en 10 uren, tussen de 10 en 12 uren, tussen de 12 en 16 uren en langer dan 16 uren, waarbij een eetvenster tussen de 12 en 16 uren als een gemiddeld eetvenster wordt genomen) van ruim 20.000 Amerikanen en. het overlijden (mortaliteit) aan alle oorzaken, overlijden aan hart- en vaatziekten en overlijden aan kanker bij diezelfde 20.000 Amerikanen.

Wat bleek Amerikanen die al hun voedsel binnen 8 uren consumeerden hadden bijna 2 keer zoveel kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten, dan Amerikanen die al hun voedsel binnen 12 tot 16 uren consumeerden. Nu is er behoorlijk wat kritiek te bedenken op deze studie. Zo bestaat er een duidelijk verschil in bewust eten binnen een bepaald eetvenster en toevallig eten binnen een bepaald eetvenster.

Bewust vasten, of toevallig vasten een wereld van verschil

Amerikanen zijn waarschijnlijk in het begin van de studie op basis van een 2-daagse 24-uurs dietary recall ingedeeld binnen een bepaald eetvenster. Dat is al op verschillende manieren discutabel. Zo is een 24-uurs dietary recall, zoals vele voedingsananmesetechnieken gevoelig voor onderrapportage. Mensen kunnen namelijk vergeten zijn dat ze bepaalde voedingsmiddelen hebben gegeten. Dus als mensen vergeten zijn dat ze vroeg in de ochtend, of avond nog calorieën hebben geconsumeerd, dan worden ze onterecht binnen een bepaald eetvenster ingedeeld.

Verder zijn veel mensen niet goed in het inschatten van de porties die zij eten en geven mensen vaak sociaal wenselijke antwoorden (groenten en fruit worden wel gerapporteerd, hamburgers, chips en ijs niet).

Ook kan het eetvenster van de mensen die zijn ingesloten in het onderzoek gedurende de looptijd van de studie best veranderd zijn en wordt er een onterechte relatie getrokken tussen de duur van een eetvenster en mortaliteit.

Daarnaast is het belangrijk om te weten dat deze Amerikanen waarschijnlijk niet bewust bezig waren met TRF. Binnen deze studie is gekeken naar de relatie tussen voedsel consumeren binnen een bepaald eetvenster en het overlijden aan alle oorzaken, of aan kanker, of aan hart- en vaatziekten. Het is goed en belangrijk om te weten dat de data observationeel van aard is. Dat wil zeggen dat er op vaste tijdspunten is gekeken naar de relatie tussen twee variabelen; de duur van het eetvenster en kans op overlijden. Aan de Amerikanen die meededen aan het onderzoek is dus GEEN interventie opgelegd.

Dat betekent dat de Amerikanen niet opgelegd kregen om volgens een bepaald eetvenster te eten, maar dat ze toevallig binnen een bepaalde tijd hun calorieën consumeerden. Het kan dus zomaar dat sommige Amerikanen die binnen 8 uren al hun voedsel consumeerden toevallig bij het afnemen van de voedingsanamnese maaltijden oversloegen, of geen honger hadden en maaltijden oversloegen en later gingen bingen (en dat vervolgens niet rapporteerden), of omdat ze een gezondheidsprobleem hadden en bewust hun voeding aanpasten, etc…

Het enige wat we misschien weten, is dat mensen met een hoger risico op het overlijden aan hart- en vaatziekten aan het begin van de studie een eetvenster van 8 uren hadden, maar niet dat een eetvenster korter dan 8 uren overlijden aan hart- en vaatziekten VEROORZAAKT.

Hiërarchie van bewijs

Bewijs versus aanwijzingen

Als je een wetenschappelijke studie leest, is het goed om te weten dat wetenschappelijk onderzoek bewijs levert om theorieën bevestigen, of ontkrachten. Bewijs moet je hier meer lezen als aanwijzingen, dan als 100% waterdicht bewijs. Als iemand by the way zegt dat iets wetenschappelijk bewezen is en met een wetenschappelijk artikel begint te zwaaien, is het belangrijk om op je hoede te zijn. Wetenschappelijk onderzoek levert namelijk aanwijzingen om een bepaalde theorie te bevestigen, danwel te ontkrachten. Op basis van het type onderzoek kunnen deze aanwijzingen heel sterk zijn, maar ook relatief zwak. We leggen het hieronder uit.

Observationele studies versus RCT’s en meta-analyses

Wellicht heb je ooit gehoord van de hiërarchie van wetenschappelijk bewijs, anders leggen we het kort uit.

Observationele studies, zoals het onderzoek dat we nu bespreken, levert zwakke aanwijzingen. Het is namelijk onduidelijk of er een oorzakelijke relatie is tussen eetvenster en mortaliteit. Het voedingspatroon is namelijk op een vast punt min, of meer bepaald van een vaste groep mensen en er is gekeken naar de mortaliteit over een bepaalde periode, maar het is niet duidelijk wat de richting van het verband is. Mogelijk overlijden mensen die binnen 8 uren al hun voedsel consumeren eerder aan hart- en vaatzieken, dan mensen die volgens een traditioneel eetvenster voedsel consumeren. Maar het kan ook zo maar zijn dat mensen bijvoorbeeld een hoge BMI hadden (en daardoor een groter risico op hart- en vaatziekten) en daardoor binnen 8 uren hun voedsel innamen, omdat ze iets aan hun gezondheid wilden doen en alsnog overleden aan hart- en vaatziekten.

Wil je meer weten over de bewijskracht van observationele studies lees dan dit.

Goed uitgevoerde gerandomiseerde gecontroleerde studies (Randomized Controlled Studies; RCT) leveren vele sterkere aanwijzingen om een theorie te bevestigen, danwel te ontkrachten, dan observationele studies en staan dus hoger in de hiërarchie van bewijs.

Binnen een RCT wordt bewust onderzocht wat het effect van een interventie (bijvoorbeeld TRF 16:8 op LDL-cholesterol is) in vergelijking met een placebo is bij een bepaalde populatie is. Zo kunnen er bijvoorbeeld in een RCT 100 mensen met vergelijkbare kenmerken worden ingedeeld in twee groep. De ene groep moet volgens TRF 16:8 eten gedurende 10 weken en de andere groep volgens een traditioneel eetvenster. Voor en na de 10 weken wordt gekeken naar LDL-cholesterol. Kort door de bocht kan op deze wijze het effect van een bepaald eetvenster worden onderzocht.

Tenslotte kan er veel worden aangemerkt op meta-analyses (lees hier meer over de betrekkelijkheid van meta-analyses), maar toch hebben goed uitgevoerde meta-analyses van RCT’s de grootste bewijskracht en staan dus het hoogste in de hiërarchie van bewijs. Kijken we naar het beschikbare bewijs uit meta-analysrs over TRF 16:8 en gezondheid in het algemeen dan levert TRF 16:8 neutrale, of positieve effecten in vergelijking met een ‘normaal’ eetvenster op.

Zo (b)lijkt uit een systematische review van 2015  en een meta-analyse uit 2016 dat verschillende vormen van IF (dus niet alleen TRF 16:8) eenzelfde gewichtsverlies bij te zware mensen tot gevolg heeft, als een dagelijkse beperking van de calorie-inname volgens een meer traditioneel eetpatroon.

Ook de bloedglucoseregulatie, HDL- en LDL-cholesterolwaarden verbeterden door deeltijdvasten en een dagelijkse caloriebeperking volgens een traditioneel eetpatroon in dezelfde mate.

Een systematische review uit 2019 concludeert tenslotte ook dat TRF 16:8 in vergelijking met een dagelijkse caloriebeperking volgens een meer traditioneel eetvenster tot dezelfde mate van vetverlies leidt bij mensen met overgewicht. Uit deze systematische review blijkt dat deeltijdvasten en een dagelijkse traditionele caloriebeperking dezelfde verbeteringen in gezondheidskenmerken zoals LDL- en HDL-cholesterol en bloedglucoseregulatie geven. Over het algemeen lijkt TRF 16:8 zeker niet onder te doen voor een gebruikelijke dagelijkse energiebeperking met een ruimer eetvenster. En kijken we naar gezondheidsparameters die een relatie hebben met een verhoogd, of verlaagd risico op hart- en vaatziekten hebben, zoals LDL- en HDL-cholesterol, gewichtsverlies en bloedglucose, dan doet TRF dus ook niet onder te doen voor een traditioneel energiebeperkt dieet. Het lijkt op basis van de beschikbare aanwijzingen en kracht van de aanwijzingen uit RCT’s en meta-analyses dat TRF niet het risico op hart- en vaatziekten verhoogd. TRF 16:8 leidt immers tot een vergelijkbare verbetering van risicofactoren (gewichtsverlies, verbeterde bloedglucoseregulatie, verlaging van LDL- en verhoging van HDL-cholesterolspiegels) voor het krijgen van hart- en vaatziekten als een traditionele energiebeperkt dieet.

Een sloot aan correcties voor co-variaten

De onderzoekers hebben in hun statistische analyse rekening gehouden met co-variaten en dat klinkt goed. Maar wat betekent dat eigenlijk een co-variaat? Een co-variaat heeft doorgaans twee betekenissen. We bespreken de meest voorkomende betekenis van een co-variaat. Als een er in een statistische analyse rekening wordt gehouden met een co-variaat, oftewel gecontroleerd wordt voor een co-variaat, dan betekent dat, dat de zogenaamde co-variaat de relatie kan verstoren tussen de variabelen die je daadwerkelijk wil onderzoeken.

In het geval van de Chinese studie wilden de onderzoekers de relatie weten tussen de tijdsduur van het eetvenster en mortaliteit.

Er zijn co-variaten die de relatie tussen tijdsduur van het eetvenster en mortaliteit kunnen verstoren, beïnvloeden en daarvoor kan worden gecorrigeerd. Zo hebben de wetenschappers gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, etniciteit, totale energie-inname, opleidingsniveau, inkomen, zekerheid over de beschikking over voeding, roken, drankgebruik, fysieke activiteit, kwaliteit van de voeding, BMI en zelfgerapporteerde gezondheid. Dat lijkt goed dat corrigeren, maar wellicht heeft de tijdsduur van het eetvenster ook invloed op deze co-variaten en/of hebben de co-variaten invloed op het eetvenster. Door te corrigeren voor de co-variaten wordt het onduidelijk via welk mogelijk mechanisme eetvenster invloed heeft op mortaliteit.

Daarnaast wordt op basis van de abstract helemaal niet duidelijk op wat voor wijze is gecorrigeerd voor de co-variaten. Zo is er gecorrigeerd voor roken, maar op wat voor manier? Als iemand ooit 1 sigaret heeft gerookt, geldt deze persoon dan als een roker? Of als iemand in het begin van de studie een hoge BMI had, maar later afviel en een lagere BMI had, is daar dan voor gecorrigeerd? Kortom er blijft veel onduidelijk met betrekking tot de co-variaten en hoe er mee om is gegaan.

En dus….

Moet je nu op basis van deze studie je eetvenster verruimen? Wij denken van niet.

In de eerste plaats is het onduidelijk of deze studie goed is opgezet en uitgevoerd, omdat er geen peer-review proces heeft plaats gevonden.

Verder is het observationele bewijs van deze studie in strijd met het vele sterkere bewijs uit RCT’s en meta-analyses en bestaat er geen fysiologische rationale waarom een eetvenster van minder dan 8 uren het risico op overlijden aan hart- en vaatziekten vergroot.

En tenslotte is het onduidelijk hoe er met co-variaten is omgegaan.

Kortom lukt het je om met TRF 16:8 een volwaardige voeding te consumeren, zonder jezelf in gekke bochten te wringen en voel je jezelf daar goed en fit bij, dan lijkt het zinvol om je eetvenster niet om te gooien. Maak je jezelf toch zorgen, omdat je met TRF binnen 8 uren al je calorieën consumeert, dan kun je 2 uren voor of na dit eetvenster nog wat calorieën consumeren, want dan verruim je je eetvenster en verlaag je volgens deze studie het risico op het overlijden aan hart- en vaatziekten aanzienlijk, maar dat is eigenlijk meer creatief boekhouden.