Gezond ouder worden (dus ouder worden, zonder gebreken), dat wil iedereen. Een verantwoorde leefstijl kan helpen in die wens. Kort door de bocht lijken waardevolle relaties, adequate copingstrategieën, niet teveel alcohol drinken, niet roken, veel bewegen in een mix van cardio- en krachttraining en veel onbewerkte voedingsmiddelen consumeren, waarbij je misschien net wat meer eiwitten consumeert zinvol om zonder al te veel gebreken ouder te worden. Toch lijken er wat twijfels te zijn, of je juist wat meer, of juist wat minder eiwitten moet eten als je gezond ouder wil worden. Nu is het ethisch onverantwoord om in een interventiestudie bij mensen te onderzoeken of een lage, matige, of hoge eiwitinname effect heeft op gezond ouder worden. Daarom wordt vaak naar observationele studies gekeken naar de rol van eiwitten bij gezond ouder worden. En dat hebben wij nu ook maar gedaan. We kijken naar een observationele studie uit 2024.
Wat hebben de onderzoekers gedaan?
Het doel van het onderzoek was de associatie tussen eiwitinname uit verschillende voedingsmiddelen en gezond verouderen bestuderen bij vrouwelijke verpleegkundigen die bij de start van het onderzoek van middelbare leeftijd waren. De aanvankelijk 48762 deelnemers waarbij aanvang van het onderzoek in 1984 jonger dan 60 jaar.
De voeding van de deelnemers werd in 1984, 1986 en daarna om de 4 jaren nagevraagd met een vragenlijst (we weten het, een vragenlijst geeft niet altijd de daadwerkelijke voedingsinname weer) en daarnaast kan in de tussenliggende periodes de voeding sterk fluctueren.
Bij afronding van de studieperiode in 2014 werd bekeken wie van de deelnemers gezond ouder was geworden. Gezond ouder worden, werd gedefinieerd als iemand voldeed aan alle onderstaande criteria:
- Geen chronische ziekten (kanker, diabetes mellitus type 2, hartinfarct, hartfalen, in het verleden een hartoperatie, beroerte, nierfalen, COPD, Parkinson, MS en ALS);
- 1, of minder dan 1 geheugenproblemen;
- Geen fysieke beperkingen (gebaseerd op de SF-36) en;
- Goede geestelijke gezondheid.
Wat waren de belangrijkste resultaten?
Na 30 jaar voldeden (maar) 3721 (van de in totaal 48762) deelnemers aan de criteria voor gezond ouder worden. Verder viel op dat het voedingspatroon over de gehele studieperiode stabiel was. Dus het voedingspatroon in 1984, 1984 en de daarop volgende meetmomenten was ongeveer hetzelfde.
Hoe zit het met de eiwitten? Werd er een associatie gevonden tussen eiwitinname en gezond ouder worden? Jazeker. De onderzoekers drukten deze associatie uit als een odds ratio. Kort gezegd wil dat in deze studie zeggen wanneer je de eiwitinname verhoogt, dan doet wat met de kans op gezond ouder worden.
In deze studie zorgt 3% van de totale energie-inname geleverd door koolhydraten en vet vervangen door eiwitten, voor een 5% grotere kans om gezond ouder te worden. Maar het verhaal wordt nog beter.
Wordt 3% namelijk van de totale energie-inname geleverd door koolhydraten en vet vervangen door eiwitten uit vlees, dan vergroot dat de kans met 7% op gezond ouder worden en als 3% van de totale energie-inname geleverd door koolhydraten en vet vervangen wordt door eiwitten uit zuivel, dan vergroot dat de kans met 14% op gezond ouder worden. En nu komt de klapper. Wordt namelijk 3% van de totale energie-inname geleverd door koolhydraten en vet vervangen door eiwitten uit plantaardige producten dan vergroot dat de kans met 38% op gezond ouder worden.
Wordt dierlijk eiwit, koolhydraten, of vet vervangen door plantaardig eiwit dan is dat geassocieerd met een nog grotere kans op gezond ouder worden.
Even nog een disclaimer. We schrijven hierboven 3% van de totale energie-inname geleverd door koolhydraten en vet vervangen door eiwitten, maar in de studie ligt het vervangen van voedingsstoffen door eiwitten en de kans op gezond ouder worden genuanceerder. Zo leidde het vervangen van verzadigd vet door eiwitten tot een grotere kans op gezond ouder worden, dan het vervangen van meervoudig onverzadigde vetten door eiwitten.
Tenslotte viel op dat een hogere eiwitinname ook positief geassocieerd was met een hogere inname van groente en fruit en dat de voedingsinname beter voldeed aan de voedingsrichtlijnen en negatief geassocieerd was met het drinken van suikerhoudende dranken. Eigenwijs als we zijn, denken we dat mensen die een overwegend plantaardige eiwitrijke voeding consumeren, gewoon verantwoord eten. Praktisch gezien eten deze mensen waarschijnlijk veel onbewerkte groente, fruit en graanproducten en hebben zij daarnaast een hoge eiwitinname.
En nu…..?
In de eerste plaats lijkt het erop dat het vervangen van onder andere geraffineerde koolhydraten en bepaalde vetten door eiwitten de kans op gezond verouderen te vergroten. Wij denken dat je daarmee twee vliegen (en misschien nog wel meer). Door minder geraffineerde koolhydraten en bepaalde vetten te eten, verminder je de kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en aan de andere kant zorgen eiwitten in combinatie met voldoende fysieke activiteit dat je minder kans hebt op fysieke beperkingen.
Daarnaast denken we dat het vervangen van eiwitten geleverd door vlees en zuivel door eiwitten uit plantaardige producten de kans op gezond ouderen vergroot, omdat een voedingspatroon dat GROTENDEELS uit plantaardige voedingsmiddelen bestaat vaak verantwoorder is dan een voedingspatroon dat veel dierlijke voedingsmiddelen bevat. Een OVERWEGEND plantaardig voedingspatroon, mits dat bestaat uit onbewerkte producten bevat veel vezels en fytonutriënten en heeft doorgaans een lagere energiedichtheid, waardoor de kans op het ontwikkelen wordt verkleind. Verklein je de kans op het ontwikkelen van overgewicht dan verklein je ook de kans op chronische ziekten.
Samengevat denken we dat een overwegend plantaardig eiwitrijk voedingspatroon de kans op gezond ouder worden vergroot. Betekent dit dat je alle dierlijke eiwitrijke voedingsmiddelen moet laten staan? NEE. Gevogelte, eieren, zuivel en vette vis zijn eiwitrijke dierlijke producten die niet alleen hoogwaardige eiwitten leveren, maar ook andere nuttige nutriënten (omega-3-vetzuren, goed opneembaar ijzer, vitamine B12) die lastig door plantaardige producten vervangen kunnen worden.