Voortplantingsstelsel; overzicht van de voortplantingsstels van man en vrouw

Het voortplantingsstelsel van mannen en vrouwen is niet nodig voor de overleving van het individu. Het voortplantingsstelsel van de mens is wel nodig voor overleving van de soort mens. Het voortplantingsstelsel van de mens bestaat uit uitwendige en inwendige organen. Het doel van het vrouwelijke voortplantingsstelsel is het produceren van eicellen die bevrucht kunnen worden door de zaadcellen die door het mannelijke voortplantingsstelsel worden geproduceerd.

Uitwendige anatomie van het voortplantingsstelsel van de vrouw
Aan de buitenzijde van het vrouwelijk voortplantingsstelsel bevindt zich de vulva. De vulva bestaat uit de labia majore (grote schaamlippen) en labia minore (kleine schaamlippen). De belangrijkste functie van de schaamlippen is bescherming van de schaamspleet.

Het punt waar de labia minore bij elkaar komen bevindt zich de clitoris. De clitoris is een erectiel orgaan met zeer veel receptoren. Wanneer deze receptoren geprikkeld worden, kan tot leiden tot een orgasme. Vlak onder de clitoris zit de urethra (plasbuis) met vlak daaronder de kliertjes van Skene (para-urethrale klieren), ook wel de vrouwelijke prostaat genoemd. Via de urethra wordt urine vanuit de blaas naar buiten geleid. De kliertjes van skene vormen vocht bij opwinding wat de penetratie van de penis bij gemeenschap vergemakkelijkt.

Onder de kliertjes van Skene bevindt zich de vagina met aan de weerszijden aan de onderzijde van de vagina de klieren van Bartholin (glandula Bartholini, voorhofklier). Deze klieren lijken op de klieren van Cowper van de man. De klieren van Bartholin produceren eveneens vocht wat de penetratie van de penis bij gemeenschap vergemakkelijkt.

Inwendige anatomie van het voortplantingsstelsel van de vrouw
De inwendige anatomie van het vrouwelijk voortplantingsstelsel van de vrouw bestaat uit de vagina (schede), de cervix (baarmoederhals) die toegang verleent tot de uterus (baarmoeder). De baarmoeder is verbonden met de beide tuba uterine (oviductus, eileiders) aan de linker- en rechterzijde van de uterus. Verbonden met tuba zijn de ovaria (eierstokken).

De vagina is verbonden met de baarmoeder en brengt de penis in bij gemeenschap. Tijdens de geboorte functioneert de vagina als geboortekanaal. De cervix verbindt de vagina met de baarmoeder en de belangrijkste functie van de cervix is het produceren van slijm wat naar de vagina wordt vervoerd. De belangrijkste functie van de uterus is het laten innestelen van de bevruchte eicel (embryo). Na de innesteling vormt het embryo samen met de baarmoeder de placenta. De belangrijkste functie van de tuba uterina is het vervoeren van de (bevruchte) eicel naar de uterus. De eierstokken produceren ongeveer maandelijks een oöcyt (rijpe eicel). Wanneer de oöcyt bevrucht wordt, produceren de eierstokken hormonen die de groei en celdelingen van de bevruchte oöcyt stimuleren.

Uitwendige anatomie van het voortplantingsstelsel van de man
Aan de buitenzijde van het mannelijk voortplantingsstelsel bevindt zich de penis en het scrotum. De penis bestaat uit drie zwellichamen (twee corpus cavernosa aan de bovenkant en een corpus spongiosum aan de onderkant). De urethra (urinebuis) loopt door de corpus spongiosum. Aan het uiteinde van de penis zit de glans penis (eikel) die beschermd wordt door de preputium (voorhuid). De glans penis bevat zeer veel receptoren die bij sterke prikkeling een orgasme teweeg kunnen brengen. Bij een orgasme vindt ejaculatie van sperma plaats. Belangrijke functies van de penis zijn het urineren en de erecte penis is belangrijk bij het inbrengen van sperma (ejacularen) in de vrouw.

Het scrotum is een tussen de penis, benen en anus hangende huidflap die de testes (teelballen) bevat. Doordat de testes buiten het lichaam hangen, is de temperatuur wat lager van de teelballen wat de kwaliteit van het sperma ten goede komt.

Inwendige anatomie van het voortplantingsstelsel van de man
De inwendige anatomie van het voortplantingsstelsel van de man bestaat uit de testes, epidimys (bijbal), ductus deferens (zaadleiders), klieren van Cowper, vesiculae seminalis (zaadblaas), prostaat en urethra (urinebuis). De functie van de testes is het produceren van zaadcellen en testosteron. De zaadcellen worden tijdelijk opgeslagen in de epidimys. De epidimys verwijdert slechte zaadcellen en voedt de zaadcellen.

Via de ductus deferens worden de zaadcellen met een ejaculatie de urethra in geleid. Voordat de zaadcellen de urethra bereiken, scheiden de klieren van Cowper eerst vocht (voorvocht) uit wat het zure mileu van de urethra neutraliseert. Achtergebleven urine kan namelijk de zaadcellen doden. De vesiculae seminalis voegen basisch vloeistof (ongeveer 70% van het volume van het sperma) aan de zaadcellen toe wat het zure mileu van de vagina neutraliseert. Ook de prostaat voegt vervolgens basische vloeistof en hulpstoffen (ongeveer 20-30% van het volume van het sperma) toe aan de zaadcellen. Daarnaast sluit de prostaat ter hoogte van de blaas de urethra af. Zodat er geen urine in de urethra kan komen en dat er geen sperma in de blaas kan komen. Sperma bestaat wanneer het de penis verlaat uit, zaadcellen, vocht van de klieren, vesiculae seminalis van Cowper en prostaatvocht.

Ziekten van het voortplantingsstelsel en SOA’s
Zoals elk orgaan en orgaanstelsel zijn er ook specifieke ziekten van het voortplantingsstelsel te onderscheiden. Enkele bekende ziekten van het voortplanstingsstelsel zijn onder andere:

  • Abnormaal vaginaal bloedverlies
  • Gonorroe
  • Onvruchtbaarheid
  • Prolaps (verzakking)
  • Vaginale klachten
  • Polycysteus-ovarium syndroom (PCO-syndroom)
  • Primaire amenorroe (uitblijvende menstruatie)
  • Secundaire amenorroe (uitblijvende menstruatie)
  • Prostaatkanker
  • Teelbalkanker
  • Benigne prostaathypertofie, BPH, vergrote prostaat

Bronnen:

JE. Hall, 2013, Pocket Companion to Textbook of Medical Physiology, Elsevier Inc
GA Thibodeau, Patton KT 2012, Anatomy & Physiology, Mosby/Elsevier
EN Marieb, Hoehn K 2012, Human Anatomy & Physiology, Pearson/Benjamin Cummings